Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB07-084
6 december 2007

Inflatie stijgt verder naar 1,9 procent

De inflatie in november 2007 was 1,9 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan in oktober. De stijging is vooral toe te schrijven aan de duurdere benzine. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. In de eurozone steeg de inflatie nog sterker, waardoor het verschil met de Nederlandse inflatie verder opliep. Nederland heeft de laagste inflatie van de eurozone.

Benzine en melkproducten fors duurder De inflatie is door de prijsontwikkeling van autobrandstoffen met 0,2 procentpunt opgelopen. Benzine, diesel en LPG waren in november gemiddeld 14,8 procent duurder dan een jaar eerder. Een maand eerder was het verschil op jaarbasis nog 9,6 procent. Verder zijn consumenten meer kwijt aan eerste levensbehoeften als melkproducten en brood. De prijsstijgingen van voeding verhoogden de inflatie met 0,1 procentpunt. Vooral melkproducten zijn duurder geworden. Hiervoor betaalden consumenten 12,2 procent meer dan in november vorig jaar. In oktober was de stijging op jaarbasis nog 6,6 procent.

Nederland laagste inflatie in eurozone Eurostat raamt de inflatie van de eurozone in november op 3,0 procent. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in november gestegen naar 1,8 procent. Sinds juni 2007 is het verschil tussen Nederland en de eurozone geleidelijk toegenomen. Dat komt vooral door de prijsontwikkeling van huren en energie. Sinds augustus heeft Nederland de laagste inflatie van de eurozone.

ln.... Technische toelichting
sbc.... Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de w consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer w van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft w door de Nederlandse huishoudens.
CBS Persbericht PB07-084 pagina 1 van 5

Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex

De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices). Voor Europa zijn er twee met de HICP vergelijkbare inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 13 landen die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 27 landen van de Europese Unie. De uitkomsten over november 2007 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 14 december gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl) . Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen). Het telefoonnummer van de persdienst is (070) 337 44 44.

CBS Persbericht PB07-084 pagina 2 van 5

Inflatie, historische reeks

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar in procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007 : reeks alle huishoudens 2006=100 Bron: CBS

CBS Persbericht PB07-084 pagina 3 van 5

Procentuele wijzigingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar

Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index

Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1) jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 maanden
januari 2006 1,3 1,6 1,8 2,4 2,3 februari 2006 1,1 1,5 1,4 2,3 2,2 maart 2006 1,0 1,4 1,4 2,2 2,1 april 2006 1,2 1,7 1,8 2,5 2,3 mei 2006 1,2 1,8 1,8 2,5 2,4 juni 2006 1,3 1,7 1,8 2,5 2,4 juli 2006 1,3 1,7 1,7 2,4 2,4 augustus 2006 1,4 1,8 1,9 2,3 2,3 september 2006 1,1 1,4 1,5 1,7 1,9 oktober 2006 0,9 1,3 1,3 1,6 1,8 november 2006 1,0 1,3 1,6 1,9 2,1 december 2006 1,1 1,5 1,7 1,9 2,2 januari 2007 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 2007 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 2007 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 2007 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 2007 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 2007 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 2007 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2 oktober 2007 1,6 1,5 1,6 2,6 *) 2,7, *) november 2007 1,9 *) 1,8 *) 1,8 *) 3,0 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subisidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW, accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting en subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB07-084 pagina 4 van 5

Mutatie consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep Artikelgroep Weging Mutatie in % nov '07 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in % % okt '07 nov '06 okt '07 nov '07 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 0,1 1,9 1,6 1,9 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 10,8 1,3 2,8 0,2 0,3 Voedingsmiddelen 9,9 1,3 2,8 0,1 0,3 Brood en graanproducten 2,0 1,9 5,1 0,1 0,1 Vlees 2,2 -0,1 -0,3 0,0 0,0 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,7 -0,7 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,4 4,6 11,4 0,1 0,2 Oliën en vetten 0,2 3,4 9,7 0,0 0,0 Fruit 0,8 -1,4 2,7 0,0 0,0 Groenten en aardappelen 1,1 1,7 -0,6 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,9 0,5 -0,4 0,0 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,0 0,7 -0,7 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 0,5 3,1 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 0,9 0,5 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 0,4 4,4 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 3,0 -0,1 2,0 0,1 0,1 Alcoholhoudende dranken 1,2 -0,4 1,7 0,0 0,0 Tabak 1,8 0,0 2,1 0,0 0,0 3 Kleding en schoeisel 5,4 -1,5 -1,6 -0,1 -0,1 Kleding en kledingstoffen 4,5 -1,6 -1,7 -0,1 -0,1 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 -1,1 -1,3 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 23,5 0,0 1,6 0,4 0,4 Werkelijke huur 6,4 0,0 1,4 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 9,9 0,0 1,4 0,1 0,1 Onderhoud en reparatie van de woning 1,5 -0,2 4,6 0,1 0,1 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,0 0,0 1,5 0,0 0,0 Energie 4,8 0,0 1,4 0,1 0,1 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,2 0,2 1,8 0,1 0,1 Meubelen en vloerbedekking 2,5 0,4 1,8 0,0 0,0 Huishoudtextiel 0,5 0,5 1,7 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,7 -0,1 -1,2 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 0,4 4,3 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 0,0 1,7 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 0,1 2,1 0,0 0,0 6 Gezondheid 1,1 0,1 0,9 0,0 0,0 7 Vervoer 11,3 1,3 5,5 0,4 0,6 Aankoop voertuigen 3,2 -0,1 0,8 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,4 2,7 9,3 0,4 0,6 Vervoersdiensten 1,8 -1,6 0,4 0,0 0,0 8 Communicatie 4,7 -0,2 -3,2 -0,2 -0,1 9 Recreatie en cultuur 10,2 -0,2 -0,6 -0,1 -0,1 Audio en video, computers en software 2,0 -0,4 -12,1 -0,3 -0,2 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,0 1,9 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 -0,7 1,5 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,3 0,0 3,1 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 -0,1 1,2 0,0 0,0 Pakketreizen 1,5 0,0 2,3 0,0 0,0 10 Onderwijs 0,1 0,0 -0,8 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,6 -0,7 3,3 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,2 0,4 3,3 0,1 0,1 Accommodatie 0,5 -9,7 3,0 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 11,1 0,1 3,5 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 -0,3 2,4 0,1 0,1 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 0,8 4,8 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,2 0,0 2,7 0,0 0,0 Verzekering 3,9 0,4 3,3 0,1 0,1 Financiële diensten 0,9 0,0 6,6 0,1 0,1 Andere diensten n.e.g. 2,0 0,1 3,7 0,1 0,1 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,4 0,0 2,3 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,6 0,0 2,6 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,8 0,0 1,4 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,6 -0,1 3,5 0,1 0,2
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB07-084 pagina 5 van 5


---- --