Duurzame ontwikkeling dé Europese uitdaging
06/12/2007 15:30
Rabobank Nederland
Europese problemen eisen Europese oplossingen. De vergrijzing, het gebrek aan innovatie en duurzame ontwikkeling en de steeds grotere afhankelijkheid van buitenlandse energie zijn uitdagingen die individuele Europese landen te boven gaan. Een Europese aanpak is dan ook nodig en verdere integratie van de EU is onvermijdelijk willen we duurzame oplossingen voor deze Europese problemen vinden. Dat zei bestuursvoorzitter Bert Heemskerk van de Rabobank vandaag bij de presentatie van de Visie op 2008, de jaarlijkse publicatie van de economische onderzoeksafdeling van de bank. In de bijbehorende thema-uitgave Europa - Op weg naar een steeds hechtere unie laat de Rabobank zien dat Europese integratie haar grenzen nog niet heeft bereikt.
"Het omschakelen naar duurzame ontwikkeling van bijvoorbeeld energie is één van de grote Europese uitdagingen. Hier liggen voor Nederland enorme kansen. Wij kunnen het voortouw nemen in het ontwikkelen van allerlei initiatieven die leidend kunnen zijn voor Europa. De Rabobank draagt daar ook haar steentje aan bij. Zo hebben wij al bijzondere financieringsconstructies ontwikkeld voor windmolenparken in Nederland en Spanje. Hebben we een creditcard met klimaatfunktie en een klimaathypotheek ontwikkeld. We hebben samen met Robeco en SAM cleantechfondsen in de markt gezet. Allemaal op eigen kracht. Het is jammer dat het Nederlandse Kabinet, dat altijd de mond vol heeft over Europa, het bedrijfsleven zo weinig ondersteunt. Juist het Nederlandse midden en klein bedrijf kan hier een innovatieve rol spelen. Dat geldt ook voor universiteiten en hoge scholen maar dan moet het kabinet dat wel ruimhartig ondersteunen en niet om de haverklap de geldkraan dichtdraaien. Dat is penny wise but pound foolish. Goede ontwikkelingen en duurzame investeringen die Europa vooruit kunnen helpen en ook nog eens goed zijn voor de Nederlandse economie worden op die manier keer op keer gefrustreerd" aldus Heemskerk.
Europese problemen . . .
Ondanks alles wat Europa bereikt heeft in de afgelopen vijftig jaar zijn er twijfels over de toekomst van de EU, met als voorlopig dieptepunt het 'nee' tegen de Europese grondwet van Nederland en Frankrijk in 2005. Ongeacht de huidige stemming over de EU zal het proces van Europese integratie zich voortzetten. Europese landen delen namelijk drie problemen die gezamenlijke oplossingen vereisen.
1. Vergrijzing: Alle Europese landen hebben hiermee te maken. Het uittreden van gepensioneerden zal in de EU in 2050 een tekort opleveren van meer dan 50 miljoen werknemers.
2. Kenniseconomie: Hier loopt Europa flink achter op de VS. De Amerikaanse economie kent een snellere technologische ontwikkeling, domineert de ranglijst van topuniversiteiten en heeft een hoger opgeleide bevolking. Dit komt onder meer doordat de VS, uitgedrukt in % van het BBP, anderhalf keer zoveel uitgeeft aan onderzoek en ontwikkeling (R?) en twee keer zoveel investeert in universiteiten. Bovendien gaan hoopopgeleide buitenlanders liever naar de VS dan naar Europa.
3. Afhankelijkheid van buitenlandse energie: Europa zal steeds meer fossiele brandstoffen moeten importeren uit steeds minder landen die zich bovendien vaak in instabiele regio's bevinden. Zo zal in 2030 bijna alle olie moeten worden geïmporteerd, evenals 80% van het benodigde gas. Tegelijkertijd zullen grote opkomende economieën als China en India met Europa concurreren om deze energiebronnen. De olievraag van China zal toenemen met 160% en die van India met 124%.
. . . eisen Europese oplossingen
De vergrijzing en het gebrek aan hoogopgeleiden vragen beide een Europese immigratiebeleid met onder meer een zogeheten "Blue Card". Alleen als de EU zich verenigt tot één aantrekkelijke bestemming voor getalenteerde buitenlanders, zullen zij kiezen voor Europa.
Om de kenniseconomie verder gestalte te geven moet de EU meer geld investeren in de beste onderzoeken en universiteiten van heel Europa, ongeacht in welk land zij zich bevinden. Uiteindelijk profiteert heel Europa van nieuwe kennis die dit voortbrengt. Daarnaast moet de Europese dienstensector meer bloot komen te staan aan concurrentie, zodat er een prikkel ontstaat tot innovatie.
Om de Europese energievoorzieningen zeker te stellen, is één EU-energiebeleid nodig. Een belangrijke stap in deze richting is al gezet door het Europese milieubeleid dat eist dat lidstaten hun gebruik van energie terugdringen en overschakelen naar meer duurzame bronnen. Helaas zullen fossiele brandstoffen nog steeds in een aanzienlijk deel van het toekomstige energieverbruik voorzien. Individuele Europese landen zullen in de toekomst moeilijk kunnen concurreren met VS, China en India voor steeds schaarsere brandstoffen tenzij zij zich verenigen en spreken met één stem.