Voeren op maat met dynamisch
voeradvies
6 dec 2007
Onderdeel: Animal Sciences Group
De koeien van Aver Heino krijgen sinds augustus krachtvoer op maat met
het door ASG ontwikkelde dynamische voeradvies. In dit advies wordt
geen rekening gehouden met gebruikelijke aspecten als de voederwaarde
van voerdermiddelen, de gemiddelde voeropname en de behoefte van een
koe. Het systeem berekent de reactie van de individuele koe op het
rantsoen door de melkgift te meten en houdt zodoende rekening met de
variatie tussen individuele koeien in voerefficiëntie. Met het
systeem kan het maximale voersaldo per koe worden behaald.
Door ASG is een dynamisch voersysteem ontwikkeld, gebaseerd op een
zogenaamd Dynamisch Lineair Model (DLM). Met dit wiskundig model wordt
op basis van actuele voeropname en productie gegevens continu een
voeradvies berekend. Kenmerkend voor de dynamische methode is dat het
in tegenstelling tot de huidige voeradviessystemen rekening houdt met
de individuele en actuele respons van koeien op bijvoorbeeld variaties
binnen het rantsoen. Het systeem kan zowel op koppelniveau als op
dierniveau worden toegepast. Op koppelniveau is het systeem geschikt
voor bijvoorbeeld het sturen van de hoeveelheid natuurgras in het
rantsoen en op dierniveau voor het sturen van de dagelijks te voeren
hoeveelheid krachtvoer. Wanneer een veehouder individuele melkmeting
heeft en het krachtvoer individueel kan instellen dan kan met dit
systeem voortdurend (bv wekelijks of zelfs dagelijks) een
krachtvoeradvies per koe worden berekend.
Op Aver Heino worden sinds begin augustus de krachtvoergiften per koe
berekend volgens het dynamisch voeradvies. Het systeem rekent per koe
een krachtvoeradvies uit waarbij een maximaal voersaldo wordt gehaald.
Het systeem houdt dus naast productie- en voeropname gegevens ook
rekening met de krachtvoerprijs en de melkprijs. Twee keer per week
wordt een advies berekend. Opvallend is dat er grote verschillen
zitten tussen koeien wat betreft de reactie in melkproductie op
krachtvoer. De ene koe reageert veel beter op wat extra krachtvoer dan
de ander. Deze methode is in staat om de reactie per koe vast te
stellen. Het gevolg is dan ook dat de krachtvoeradviezen voor koeien
met dezelfde productie duidelijk verschillend kunnen zijn. Omdat het
systeem naast de respons op melkproductie ook rekening houdt met de
melkprijs van de individuele koe en krachtvoerprijs komen er soms
verrassende adviezen uit die op het eerst gezicht in lijken te druisen
tegen de huidige inzichten.
In figuur 1 is van twee koeien op Aver Heino het verloop van de
melkgift en krachtvoeropname van de eerste 40 lactatiedagen in een
grafiek weergegeven. De eerste drie weken wordt de krachtvoergift
ânormaalâ opgestoomd. Op Aver Heino wordt is dit tot max. 7kg. Daarna
wordt er gevoerd volgens het dynamisch systeem. Koe 1236 start met een
melkgift van circa 25 kg per dag. Na drie weken is de productie niet
gestegen ondanks dat de krachtvoeropname is gestegen van 2 tot 6 kg.
Deze koe heeft dus een lage respons op krachtvoer. Het gevolg is dat
het dynamisch voeradviessyteem het krachtvoeradvies voor deze koe na
drie weken gaat verlagen. Na 40 dagen zit het advies op circa 3 kg
terwijl de productie nog steeds ongeveer 25 kg is. Koe 1327 is
daarentegen een koe met een hoge respons op krachtvoer. Deze koe start
met een lagere productie dan koe 1236 maar de melkproductie blijft
stijgen bij een toenemende krachtvoergift. Na 40 dagen komt het advies
voor deze koe daarom uit op ongeveer 9 kg terwijl op dat moment de
productie van beide koeien ongeveer gelijk. Het verschil in
krachtvoeradvies wordt nog eens versterkt doordat het melkvetgehalte
van koe 1327 0,6% hoger is dan van koe 1236.
Contact
Herman van Schooten
Tel. 0320 - 293 438
herman.vanschooten@wur.nl