European Union
Brussel, 5 december 2007
Een sterk Europees nabuurschapsbeleid: de inspanningen moeten worden
opgevoerd
De EU moet nog verdere inspanningen leveren om de eerdere voorstellen voor
de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) te realiseren. In
een nieuwe mededeling zet Benita Ferrero-Waldner, commissaris voor
Buitenlandse Betrekkingen en Europees Nabuurschapsbeleid, uiteen welke
maatregelen de lidstaten en de Commissie nog moeten nemen, in het bijzonder
op het gebied van handel, mobiliteit en bevroren conflicten in het
nabuurschap van de EU. Voor 2008 zijn een aantal maatregelen gepland om de
sectorale hervormingen in de buurlanden te versterken. Een volgende
mededeling komend voorjaar zal handelen over de prestaties van de
ENB-partnerlanden, waarbij over ieder land een voortgangsverslag wordt
opgesteld.
Commissaris Ferrero-Waldner verklaarde: "Wij bevinden ons thans in de
tenuitvoerleggingsfase van het nabuurschapsbeleid. Dit is een
gezamenlijk initiatief, en de tenuitvoerlegging vereist maatregelen
van beide zijden, de EU en haar buurlanden. In de mededeling van
vandaag wordt aangegeven welke aanvullende inspanningen de Commissie
en de lidstaten nog moeten leveren om ervoor te zorgen dat wij de
beloften aan onze partners nakomen en dat onze stimulansen voor hun
hervorming concreet, geloofwaardig en relevant zijn".
In de mededeling worden de volgende doelstellingen voor 2008 en de
jaren daarna vastgesteld:
* Een sterker politiek engagement om de economische integratie te
bevorderen en de markttoegang te verbeteren. In de mededeling
worden de lidstaten opgeroepen de lopende landbouwonderhandelingen
te ondersteunen, en met name slechts een beperkt aantal producten
van volledige liberalisering uit te sluiten.
* Vergemakkelijking van legale kortdurende verplaatsingen en
ambitieuzere ontwikkelingen op langere termijn van het
migratiebeheer. De Commissie spoort de Raad en het Europees
Parlement aan haar "visumpakket" van 2006 aan te nemen en ten
volle gebruik te maken van de mogelijkheden in de bestaande regels
om reizen te vergemakkelijken.
* Verdere maatregelen om samen met de ENB-partners bevroren
conflicten op te lossen, met gebruikmaking van alle instrumenten
waarover de EU beschikt om conflictgebieden en
post-conflictgebieden te stabiliseren.
* Opvoeren van de EU-steun voor de sectorale hervormingen van de
partnerlanden op de volgende gebieden: energie,
klimaatverandering, visserij, vervoer, maritiem beleid, onderzoek,
informatiemaatschappij, onderwijs, werkgelegenheid en sociaal
beleid.
Sinds de publicatie van de eerdere mededeling betreffende maatregelen
voor de versterking van het ENB is al een aantal punten uitgevoerd:
* De Commissie heeft vandaag besloten dat haar eerste toewijzing van
50 miljoen euro voor de ENB-investeringsfaciliteit uiterlijk eind
dit jaar zal worden vastgelegd. Verschillende lidstaten hebben al
te kennen gegeven dat zij tot de faciliteit zullen bijdragen. De
faciliteit zal in 2008 in werking treden.
* De eerste toewijzingen uit de nieuwe bestuursfaciliteit, die
aanvullende steun verleent voor de partnerlanden die het sterkst
zijn gevorderd bij de tenuitvoerlegging van de
bestuursprioriteiten in hun actieplannen, zijn al toegekend.
Marokko (28 miljoen euro) en Oekraïne (22 miljoen euro) zijn de
eerste begunstigden.
* De synergie voor het Zwarte Zeegebied, die tot doel heeft een
regionale dimensie voor de oostelijke buurlanden te creëren, is
opgestart.
* Met Israël, Marokko en Oekraïne zijn onderhandelingen aan de gang
om die buurlanden in staat te stellen deel te nemen aan
EU-programma's en -agentschappen. Het protocol met Israël zal
binnenkort worden ondertekend: daardoor zal het land als eerste
ENB-partner aan het programma voor concurrentievermogen en
innovatie kunnen deelnemen.
* Het Europees nabuurschapsbeleid, een hervormingsgericht
partnerschap met de buurlanden ten zuiden en ten oosten van de
Unie, heeft al tastbare, concrete resultaten opgeleverd^ . Het
heeft geleid tot een verregaande verdieping van de betrekkingen
van de Unie met een aantal van haar naaste buren (het aanbod van
de EU is gericht tot Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus,
Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Moldavië,
Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië, Tunesië en
Oekraïne^ , waarbij de landen die dat wensen, zich sterker voor
de EU kunnen engageren (differentiatieprincipe).
Het ENB gaat verder dan de klassieke politieke samenwerking en omvat
eveens elementen van economische integratie, alsook steun voor
hervormingen om de economische en sociale ontwikkeling te stimuleren.
Het instrument voor de totstandbrenging van deze hervormingen zijn de
in samenspraak overeengekomen actieplannen met een looptijd van drie
tot vijf jaar, die welomschreven verbintenissen bevatten om de
economische modernisering te bevorderen, de rechtsstaat, de democratie
en de eerbiediging van de mensenrechten te versterken en samen te
werken aan de verwezenlijking van fundamentele doelstellingen inzake
buitenlands beleid.
ENP Stockshorts:
http://ec.europa.eu/avservices/video/video_en.cfm?type=1&th=13&lang=
Voor nadere informatie over het ENB, zie:
http://ec.europa.eu/world/enp/index_en.htm
---
Zie MEMO/07/548.
Het omvat niet de EVA/EER-landen (IJsland, Liechtenstein,
Noorwegen en Zwitserland), de kandidaat-lidstaten en potentiële
kandidaat-lidstaten (Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië, Turkije, Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië
met inbegrip van Kosovo) en Rusland.