European Union



Brussel, 5 december 2007.

Commissie: Verslag van de Rekenkamer bevestigt de noodzaak van een hervorming van de visserijcontrole

De Europese Commissie heeft zich vandaag in positieve termen uitgesproken over het verslag van de Rekenkamer inzake gegevensverzameling, controle en handhaving in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). De Commissie had reeds besloten de herziening van het GVB-rechtskader inzake controle als strategische prioriteit op te nemen in haar werkprogramma voor 2008 en wordt nu in dat besluit gesterkt door het pleidooi van de Rekenkamer voor een diepgaande hervorming van het GVB-controlebeleid. Tijdens zijn uitgebreide audit heeft de Rekenkamer zich gebogen over de taken van de Commissie en de uitvoering van de GVB-regels door de visserijbeheersautoriteiten in zes lidstaten (Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk). De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de controles, de gegevensverzameling en de handhaving binnen een op EU-niveau vastgesteld kader. De Rekenkamer heeft belangrijke tekortkomingen op deze gebieden geconstateerd die volgens haar de goede werking van een op vangstbeperkingen gebaseerd visserijbeheersbeleid in gevaar kunnen brengen. De Commissie kan zich door de bank genomen vinden in de conclusies van de Rekenkamer, die de Commissie bevestigen in haar standpunt dat de hervorming van het GVB van 2002 op die gebieden niet ver genoeg is gegaan. Een aantal door de Rekenkamer vastgestelde problemen, met name op het gebied van gegevensverzameling, wordt overigens reeds ondervangen door wetsvoorstellen van de Commissie. De Commissie hoopt met de lidstaten en alle belanghebbende partijen te kunnen werken aan een oplossing van de resterende problemen, met als doel van het GVB een werkelijk duurzaam kader voor de Europese visserij te maken.

Joe Borg, Europees Commissaris voor Visserij en maritieme zaken: "Het verslag van de Rekenkamer komt op een zeer belangrijk moment. De Commissie is namelijk van plan om in de tweede helft van 2008 een nieuwe verordening over visserijcontrole in te dienen. De conclusies van de Rekenkamer komen grotendeels overeen met onze eigen analyse. De Commissie zal nu, mede aan de hand van de conclusies van de Rekenkamer, samen met de in de Raad verzamelde lidstaten en alle belanghebbende partijen voortwerken aan een goed functionerend kader voor het GVB".

De hervorming van het GVB van 2002 moest het regelgevingskader moderniseren en versterken om het beter op de doelstellingen af te stemmen. De Commissie heeft sindsdien meerdere voorstellen gedaan met betrekking tot de door de Rekenkamer behandelde punten. Een aantal technische problemen op het gebied van gegevensverzameling en beheer die in het verslag aan de orde worden gesteld, is al aangepakt in recent vastgestelde regelgeving over elektronische rapportagesystemen.

Dat de Commissie vastbesloten is adequate controle- en handhavingsinstrumenten vast te stellen, blijkt overigens uit de recent aangenomen verordening over onwettelijke, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) waarin het principe van controle van "net tot bord" consequent wordt toegepast.

De Rekenkamer heeft zich toegespitst op gegevensverzameling, inspectie en handhaving in het kader van het GVB, omdat zij deze specifieke gebieden als essentieel beschouwt voor de goede werking van een op vangstbeperkingen gebaseerd visserijbeheer.

De Rekenkamer concludeert met name dat:
* in de lidstaten verzamelde visserijgegevens onbetrouwbaar en onvolledig zijn en niet volstaan als basis voor de vaststelling van totaal toegestane vangsten (TAC's) en quota;
* de nationale inspectieprocedures voor het constateren en voorkomen van inbreuken ondoeltreffend zijn, en

* dat de door de nationale autoriteiten opgelegde sancties voor geconstateerde inbreuken niet zwaar genoeg zijn om als afschrikkingsfactor te werken.

Volgens de Rekenkamer ontbreekt het de Commissie aan bevoegdheden om tijdig en overtuigend druk uit te oefenen op lidstaten die hun GVB-verplichtingen niet nakomen, en beschikt zij over onvoldoende middelen om de gegevens van de lidstaten efficiënt te verifiëren of om de nationale inspectieprestaties te beoordelen.

De Rekenkamer concludeert dat het onmogelijk is om zonder efficiënte gegevensverzameling, doeltreffende controles en effectieve handhaving een goed werkend, op vangstbeperkingen gebaseerd beleid toe te passen.

De Commissie kan zich door de bank genomen vinden in de conclusies van het verslag, die voor een groot deel samenvallen met haar eigen analyse van de zwakheden van het GVB op deze gebieden. Talrijke tekortkomingen die de Rekenkamer in het verslag behandelt, hadden opgelost kunnen zijn als de Commissie de bevoegdheid had gekregen om doeltreffend op deze gebieden op te treden.

De Rekenkamer voert ook aan dat overcapaciteit in de vloot tot overbevissing en onderrapportage leidt, en betreurt dat de hervorming van het GVB de bevoegdheid voor het verminderen van de capaciteit bij de lidstaten heeft laten berusten. Volgens de Commissie heeft de EU wel degelijk voorzien in initiatieven voor een vermindering van de overcapaciteit, en wel in de vorm van financiële steun voor sloopregelingen. Voorts is het vroegere beleid inzake de controle van de visserijcapaciteit volgens de Commissie ondoeltreffend gebleken.

De herziening van de controleregeling voor het GVB staat als prioriteit op het programma voor 2008. Daarnaast blijft de Commissie in meer algemene termen nadenken over de manier waarop de hervorming van 2002 moet worden voortgezet.