ChristenUnie
Bijdrage vragenuurtje over de situatie van ZZP'ers in de
thuiszorg
Bijdrage vragenuurtje over de situatie van ZZP'ers in de thuiszorg
dinsdag 04 december 2007 13:46
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie constateert dat zzp'ers,
zelfstandigen zonder personeel, in de thuiszorg niet langer in
aanmerking kunnen komen voor een VAR-verklaring, een verklaring
arbeidsrelatie, die hun toekomt als zelfstandige in de thuiszorg. Zij
kunnen alleen een VAR-loon krijgen, alsof zij een dienstbetrekking
vervullen. De zzp'ers zijn met name actief in de intensieve nachtzorg,
zoals terminale zorg. Dit is zorg die thuiszorgorganisaties meestal
niet leveren. De fractie van de ChristenUnie vindt het niet juist om
deze zzp'ers te behandelen alsof zij een dienstbetrekking hebben. Dit
doet geen recht aan de werkelijke situatie en maakt het bovendien voor
zzp'ers onmogelijk om op dezelfde wijze te blijven werken. De
kwaliteit en de doelmatigheid van de zorgverlening komt onder druk te
staan. Deze situatie brengt veel onrust teweeg onder de zzp'ers in de
thuiszorg. Daarom stel ik de volgende vijf vragen:
1. Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat zelfstandig werkende
thuiszorgwerkers moeilijkheden ondervinden om tijdig voor 1 januari
2008 een VAR-verklaring te verkrijgen, zodat zij ook na die datum als
zzp'er in de thuiszorg actief kunnen blijven?
2. Deelt de staatssecretaris de mening dat zzp'ers in de thuiszorg een
belangrijke functie vervullen, doordat zij zich vaak inzetten voor
specifieke vormen van zorg, zoals terminale nachtzorg?
3. Deelt de staatssecretaris de mening dat mensen die er bewust voor
kiezen om als zzp'er in de thuiszorg werkzaam te zijn ook de
mogelijkheid moet worden geboden om hun beroep op deze wijze te
blijven uitoefenen en dat het, ook in relatie tot de
arbeidsmarktproblematiek in de zorg, van groot belang is dat deze
mensen voor de zorg behouden blijven?
4. Doet deze situatie zich overal in het land voor, of is er sprake
van regionale verschillen?
5. Is de staatssecretaris bereid om in overleg met de staatssecretaris
van Financiën ervoor te zorgen dat de knelpunten in kaart worden
gebracht en zo spoedig mogelijk, in ieder geval voor 1 januari 2008,
worden opgelost en dat de betrokken zelfstandige thuiszorgwerkers
daarvan zo snel mogelijk op de hoogte worden gesteld?
Staatssecretaris Bussemaker:
Voorzitter. Ik zou heel kort kunnen antwoorden, want ik kan op alle
vragen "ja" antwoorden. Ik zal dat toelichten. Vanzelfsprekend ben ik
op de hoogte van de problemen die rond zzp'ers spelen die voor 1
januari problemen zouden ondervinden met het verkrijgen van een
VAR-verklaring. Bij debatten over de WMO is dat al eerder aan de orde
gesteld door mevrouw Van Miltenburg en de fractie van de PvdA heeft er
schriftelijke vragen over gesteld. Het probleem is mij dus bekend. Ik
erken ook dat zzp'ers in de thuiszorg een belangrijke groep vormen en
soms specifieke zorg verlenen. Daarom vind ik het van belang dat
zzp'ers in de thuiszorg hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Daarbij
geldt wel een "maar", die ook geldt voor alfahulpen. Het moet gaan om
mensen die zelf beslissen dat zij als zelfstandige willen werken en
die ook weten wat de consequenties daarvan kunnen zijn. Het kan
betekenen dat zij een hoger loon ontvangen, maar minder sociale
zekerheidsrechten. Het kan niet zo zijn dat mensen onder dwang van
instellingen als zelfstandige moeten werken, maar niet de bescherming
krijgen die daarbij hoort, of niet op de hoogte zijn van de voor- en
nadelen van een dergelijke constructie.
Dat zich problemen voordoen, is mij bekend. Ik heb geen signalen dat
die alleen regionaal spelen. Er zijn wel enkele regionale uitspraken
van de Belastingdienst, maar ik wil proberen het probleem landelijk op
te lossen. Dat doe ik samen met de staatssecretaris van Financiën. Wij
hebben daarover met elkaar al een aantal afspraken gemaakt.
Vanwege de problemen met de VAR die ons gemeld zijn, is een werkgroep
samengesteld uit medewerkers van mijn ministerie, van het ministerie
van Financiën, van de Belastingdienst, van BTN en van Actis. BTN is de
commerciële koepel en Actis is de koepel van reguliere zorgaanbieders.
Binnen deze werkgroep proberen wij te zoeken naar een structurele
oplossing. Ons is gebleken dat deze nog niet vóór 1 januari 2008 naar
volle tevredenheid tot stand kan worden gebracht. Er is daarom een
brief uitgegaan om in ieder geval een noodoplossing te hebben per 1
januari 2008. Deze oplossing bestaat eruit dat de Belastingdienst haar
medewerkers nogmaals informeert over de problematiek en over het op te
stellen convenant. Hierbij wordt afgesproken dat medewerkers lopende
controles aanhouden totdat meer duidelijkheid bestaat over de inhoud
van het convenant. Wij verwachten dat dit in het voorjaar bekend is.
Mij is bevestigd dat ook BTN met de gekozen noodoplossing heel goed
kan leven. Het probleem is dan ook voorlopig opgelost. Zoals gezegd,
werken wij ondertussen aan een structurele oplossing. Ik heb er alle
vertrouwen in dat deze binnenkort tot stand zal worden gebracht.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik dank u voor uw antwoorden. U noemt een aantal maatregelen dat wordt
genomen. U bent op zoek naar structurele oplossingen en werkt aan een
convenant. Ik heb in dit kader een aanvullende vraag: is voldoende
maatwerk mogelijk voor de mensen die het betreft? Hun situaties zijn
immers heel verschillend.
Ik heb nog een tweede aanvullende vraag. Mensen moeten uiteraard
kunnen zelfstandig beslissen om voor deze werkvorm te kiezen. Daarom
vind ik ook niet dat de VAR aangepast moet worden. Er moet echter wel
veel meer duidelijkheid komen over de interpretatie ervan. Is de
staatssecretaris bereid om meer duidelijkheid te geven over de
interpretatie van de VAR's om de regionale verschillen teniet te doen?
Staatssecretaris Bussemaker:
Ik ben uiteraard bereid om maatwerk te leveren. Voor mij staat voorop
dat een VAR mogelijk moet zijn en werken als zpp'er ook, maar dat niet
altijd van te voren kan worden vastgesteld of dit aan de voorwaarden
voldoet of niet. Het moet een bewuste keuze zijn. Er zijn mij ook
casussen bekend waarin zzp'ers verschillende dagen achtereen 24 uur
per dag als verpleegkundige werken voor een inkomen dat nog lager is
dan dat van een alfahulp. Dat vind ik onacceptabel. Binnen die twee
grenzen, wil ik zorgen dat het mogelijk blijft om als zzp'er te
werken. Als er sprake is van een bewuste keuze en bescherming die
hoort bij die keuze, valt er te praten over maatwerk. Als de werkgroep
zijn activiteiten heeft afgerond, zal ervoor worden gezorgd dat de
informatie breed wordt verspreid. Omdat zowel BTN als Actis deelneemt
aan die werkgroep, ga ik ervan uit dat de leden goed worden bereikt.
Mevrouw Vos (PvdA):
Er is blijkbaar toch wat veranderd. Ik had op 13 juli hierover al
vragen gesteld en toen was de staatssecretaris nog niet bereid om hier
iets mee te doen. Ik vraag mij af waarom een commissie en een
convenant nodig zijn. Het gaat immers vooral om zzp'ers die al
jarenlang als zelfstandige werken, altijd een VAR-wuo hebben gehad en
nu ineens een ander type VAR krijgen. Is het niet handiger, als snelle
oplossing, om die VAR's niet af te pakken van mensen die al jaren als
zzp'er werken? Ik begrijp dat de staatssecretaris
schijnzelfstandigheid en de problemen rond de alfahulpen wil
aanpakken, maar dat kan ook anders.
Staatssecretaris Bussemaker:
Het probleem is dat men soms wel een VAR krijgt, maar niet altijd de
verklaring men wil. Er bestaan verschillende soorten VAR's, namelijk
een VAR-loon en VAR-wuo waar het gaat om winst uit onderneming. Wij
moeten ons ervan vergewissen of mensen altijd de VAR krijgen die past
bij hun situatie. Daarover zijn inderdaad indertijd schriftelijke
vragen gesteld. Daarop hebben wij geantwoord dat wij dit goed uit
willen zoeken. Dat doen wij nu in die werkgroep.
Juist omdat hierin ook de betrokken organisaties zitten, die de
noodzaak hiervan inzien, moeten wij duidelijkheid krijgen op grond
waarvan welke VAR-verklaring mogelijk is en wat de kenmerken ervan
zijn. De vraag op grond van welke wetten en regels de verklaring kan
worden verleend, moet wij voor eens en voor altijd en voor iedereen
helder maken. Dit is precies wat wij doen. De verschillende varianten
van de VAR-verklaring zullen in de werkgroep aan de orde komen.
Mevrouw Koser Kaya (D66): Ik heb meerdere e-mails ontvangen waaruit
blijkt dat een van de problemen is dat de Belastingdienst zzp'ers
meldt dat AWBZ-zorg zich niet leent voor uitoefening door zzp'ers.
Deze zorg kan volgens de Belastingdienst alleen in loondienst worden
verleend. Is dit bij de staatssecretaris bekend en, zo ja, kan zij dit
probleem zo snel mogelijk uit de wereld helpen? Dit ontneemt immers
veel zzp'ers de mogelijkheid om deze zorg te verlenen, en dat kan niet
de bedoeling zijn. Verder wordt met terugwerkende kracht vijf jaar
loonbelasting door de Belastingdienst teruggevraagd. Is dit bij de
staatssecretaris bekend en, zo ja, kan zij dit ook snel oplossen?
Staatssecretaris Bussemaker:
Dit lijken mij vragen voor de staatssecretaris van Financiën. Ik zal
ze aan hem doorgeven en de Kamer hierover zo snel mogelijk
schriftelijk informeren.
Mevrouw Koser Kaya (D66): Kan dit snel gebeuren?
De voorzitter:
Ja, de staatssecretaris zei dat zij zo snel mogelijk voor de
antwoorden wil zorgen. Het lijkt mij dat die er binnen een week kunnen
zijn.
Mevrouw Van Miltenburg (VVD):
Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Ik neem aan dat wij
later nog terugkomen op deze kwestie. De staatssecretaris zegt dat dit
moet kunnen als mensen hiervoor vrijwillig kiezen. Volgens de
VVD-fractie moeten deze mensen ook zelf kunnen bepalen tegen welk loon
zij hulp verlenen. In dat geval blijft alleen de vraag over wat het
betekent voor de kwaliteit van zorg als iemand 24 uur achtereen werkt.
Iedereen is het erover eens dat er steeds meer zzp'ers in de zorg
zullen gaan werken. Vallen deze mensen dan niet eigenlijk onder de
Kwaliteitswet zorginstellingen? Kunnen wij deze mensen via deze
kwaliteitswet sturen? Wellicht moet de wet hiervoor enigszins worden
aangepast. Dit lijkt mij beter dan ingrijpen in het loon dat
zelfstandigen voor zichzelf vaststellen.
Staatssecretaris Bussemaker:
De vraag wanneer er sprake is van een zzp'er en welke regelgeving
hierop betrekking heeft, wordt door de werkgroep uitgezocht. De
Kwaliteitswet zorginstellingen wordt hierin meegenomen. Voor het
overige ben ik het geheel met mevrouw Van Miltenburg eens. De
discussie die in de Kamer vaak wordt gevoerd over alphahulpen, gaat
ook op voor zzp'ers. Mensen moeten zelf bewust de keuzes kunnen maken.
Zij moeten daarbij worden voorzien van de juiste informatie, zodat zij
de verschillen voor hun werkzaamheden kunnen vaststellen. Voor het
overige is de overheid uiteraard verantwoordelijk voor de kwaliteit
van de zorg en het toezicht hierop.
Mevrouw Van Gijlswijk (SP):
Ik vind het goed dat de staatssecretaris heeft gekozen voor een
noodoplossing, dat de Belastingdienst haar medewerkers instrueert en
dat de lopende controles worden aangehouden. De staatssecretaris geeft
aan, in reactie op een vraag van mevrouw Koser Kaya, dat zij
schriftelijk zal reageren op de vraag over de loonheffingen die bij de
werkers zelf worden neergelegd. De Belastingdienst heft echter ook na
bij de bemiddelingsorganisaties. Kan staatssecretaris samen met de
staatssecretaris van Financiën afspreken dat ook deze naheffingen
stoppen, net als de loonheffingen? Kan zij ons hierover binnen een
week berichten?
Staatssecretaris Bussemaker:
Het lijkt mij goed dat de staatssecretaris van Financiën ook deze
vraag meeneemt in zijn brief over de vragen van mevrouw Koser Kaya.
Mevrouw Agema (PVV):
Het is prima als mensen er op vrijwillige basis voor kiezen om
zelfstandig ondernemer te zijn in de zorg. Wij hebben het echter mijns
inziens onvoldoende gehad over het feit dat de Wmo een soort
schijnoperatie is om de zorg af te knijpen bij mensen die deze zorg
nodig hebben. Ook uit deze schijnconstructie van de staatssecretaris
blijkt dat er heel veel mensen zijn die tegen hun wil in de
constructie van zelfstandig ondernemer worden gedrukt. Hierdoor raken
zij hun rechten kwijt op pensioen, WW en ziekte-uitkeringen. Hierover
wil ik de staatssecretaris wat harde woorden horen spreken. De mensen
die hierin tegen hun wil in terechtgekomen zijn, moeten een poot
hebben om op te staan.
Staatssecretaris Bussemaker:
In de eerste plaats gaat het hierbij niet over de Wmo, maar over
verpleegkundigen die werken in het kader van de AWBZ. Het gaat hierbij
dus over AWBZ-zorg. In de tweede plaats dient deze regeling er nu
juist toe, mensen voor de zorg te behouden op een manier waardoor wij
kwalitatief goede zorg kunnen blijven leveren en waardoor de mensen
die dit werk doen voldoende beschermd zijn in het soort werknemerschap
of zelfstandigheid dat zij zelf prefereren.
Ik wil juist niet dat mensen ongewild in de positie van de zzp'er
worden gedrukt. Zij moeten daar zelf voor kiezen. Dat is precies een
van de redenen waarom wij samen met Financiën en met de betrokken
organisaties duidelijkheid scheppen. Dus de geachte afgevaardigde
wordt op haar wenken bediend.