Antwoorden schriftelijke vragen Jaarverslag Staatsdeelnemingen
II Reactie van de minister
Antwoorden op de vragen van de CDA fractie
1. Belangrijke stappen zijn door het vorige kabinet gezet in de verdere professionalisering van het aandeelhouderschap en de centralisering van de deelnemingen bij het ministerie van Financiën en de verbetering van de corporate governance bij de staatsdeelnemingen door de implementatie van de Code Tabaksblat. Kan de minister aangeven in welke mate en op welke concrete wijze deze aspecten verder ontwikkeld worden? (Ook vraag 12 van de PvdA fractie en vraag 2 van de SP fractie)
Een groot aantal vragen van verschillende fracties heeft betrekking op het generieke staatsdeelnemingenbeleid. Eerder dit jaar heb ik de Tweede Kamer aangegeven een Nota Staatsdeelnemingenbeleid op te maken waarin dit generieke beleid wordt toegelicht, zoals dat zal worden toegepast op de staatsdeelnemingen. De vragen over het generieke staatsdeelnemingenbeleid zullen daarin dan ook aan bod komen. In lijn met mijn toezegging deze Nota nog eind dit jaar te versturen, zal ik de genoemde Nota Staatsdeelnemingenbeleid op korte termijn verzenden naar de Tweede Kamer. Derhalve zou ik voor beantwoording van deze vragen willen verwijzen naar de Nota Staatsdeelnemingenbeleid en overleg met de Tweede Kamer naar aanleiding daarvan.
2. Wanneer kan de Kamer de evaluatie over Holland Casino verwachten? (Ook vraag 6 van de VVD fractie)
Ik heb de Tweede Kamer eerder toegezegd het evaluatieverslag over Holland Casino in de zomer van 2007 toe te sturen. Dit bleek echter ambitieus te zijn. Overleg over de gewenste rechtsvorm van Holland Casino heeft veel tijd gevergd. Het evaluatieverslag is evenwel inmiddels klaar en ik zal dit op korte termijn toesturen.
3. Het ministerie van Financiën heeft als aandeelhouder de bevoegdheid in te stemmen met grote investeringen van haar deelnemingen. De regering geeft aan dat de Staat als aandeelhouder zorgvuldig zal toetsen dat het geld aan zinvolle en renderende projecten wordt besteed. Wat houdt deze toets concreet in? (Ook vraag 14 van de PvdA fractie)
De toetsing geschiedt op zakelijke criteria, maar daarnaast wordt bekeken of betreffende investeringen binnen de strategie van de desbetreffende deelneming passen en of ze aansluiten op de publieke belangen. In dit kader verwijs ik verder naar de Nota Staatsdeelnemingenbeleid die ik uw Kamer eind van dit jaar zal doen toekomen.
4. In de debatten met de Tweede Kamer op 15 en 28 maart 2007 heeft de minister toegezegd dat voor een aantal specifieke deelnemingen gekeken zal worden hoe omgegaan moet worden met
1
de borging van de publieke belangen. Kan de regering aangeven wat de parameters zijn van de meest relevante publieke belangen?
Publieke belangen kunnen naar hun aard sterk verschillen. Generaliserend kan worden gesteld dat de continuïteit van de geboden voorzieningen tegen aanvaardbare kwaliteit en aanvaardbare kosten als meest relevante parameters kunnen worden opgevat. Voor de gas- en elektriciteitsnetwerken die in beheer zijn van respectievelijk Gasunie en Tennet zou dit bijvoorbeeld betekenen dat de continuïteit van levering tegen aanvaardbare kosten is geborgd.
5. In welke fase bevinden zich de plannen om een deelneming aan te gaan in de Zuidas in Amsterdam? Kan de minister daarover details aan de Kamer doen toekomen?
Momenteel worden onder meer het prospectus en de business case van de Zuidas afgerond. Op basis van de huidige planning wordt voorzien dat medio februari in de MR de propositie van het Zuidas project zal worden besproken, en dat propositie daarna aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Voor het oprichten van een naamloze vennootschap voor de propositie van het Zuidas project waarin de Staat zal deelnemen zal een voorhangprocedure gelden conform artikel 34 Comptabiliteitswet.
6. Zal de minister de Kamer onmiddellijk op de hoogte stellen wanneer de Europese commissie goedkeuring verleent om de aandelen SDU over te dragen (of niet)?
In maart 2007 heb ik uw Kamer gemeld dat overeenstemming was bereikt met een consortium van ABN Amro Capital en Allianz over de verkoop van het belang van de Staat in Sdu. Dit betrof toen nog een voorwaardelijke verkoop, omdat de Europese Commissie nog blijk diende te geven geen mededingingsrechtelijke bezwaren te hebben.
Enkele weken hierna is al het bericht vernomen dat de Europese Commissie geen mededingingsrechtelijke bezwaren ziet. Hierop volgde definitieve afronding van dit verkoopproces op 22 maart 2007 waarmee de aandelen Sdu zijn overgedragen aan eerdergenoemd consortium.
7. In welke fase is de verkoop van de aandelen Connexxion op dit moment?
Op 12 oktober is de verkoop door de Staat der Nederlanden van 66,67% van zijn aandelen in Connexxion Holding N.V aan een consortium van Transdev S.A. en N.V. Bank Nederlandse Gemeenten afgerond. De transactie levert ruim EUR 244 miljoen aan bruto opbrengsten voor de Staat op in 2007. In beginsel wordt na maximaal 5 jaar het resterende eenderde aandelenbelang van de Staat verkocht aan dezelfde partijen. De minister van Financiën zal de Tweede Kamer op korte termijn schriftelijk berichten over de transactie en de financiële consequenties daarvan.
2
8. Voor hoeveel tijd is de call optie van de Staat op aandelen KLM verlengd? Welke voorwaarden zitten er aan deze call optie?
Zie vraag 8 van de VVD-fractie.
9. Zijn er in 2006 ontwikkelingen geweest bij NPMNA die het vermelden in het jaarverslag waard zijn?
Nee.
10. Kunt u een vergelijkend overzicht geven van de bezoldigingen in 2004, 2005 en 2006 van de bestuurders? Hoe ontwikkelt zich de mediaan van de beloningen van die bedrijven waarin de Nederlandse staat meerderheidsaandeelhouder is?
Voor een overzicht van de bezoldigingen van de bestuurders verwijs ik naar de jaarverslagen "Beheer Staatsdeelnemingen" van 2004 en 2005.
Gevraagd is naar de mediaanontwikkeling van bestuurdersbeloningen voor deelnemingen waarin de Staat een meerderheidsbelang heeft. Bijgaand overzicht geeft die ontwikkeling voor de bestuursvoorzitters van deze deelnemingen in de periode 2004-2006 (een overzicht van alle bestuurders zou een sterk vervuild beeld opleveren vanwege fluctuaties in het aantal bestuurders per deelneming). De bedragen betreffen het volledige beloningspakket dus inclusief variabele beloning en pensioenbijdrage. Onderstaande tabel bevat de mediaanwaarde per jaar, hetgeen over deze periode dus een licht dalend beeld oplevert. Daarbij past echter de aantekening dat de gegevens zijn genomen van de betreffende jaren van al die deelnemingen die op dat moment in portefeuille zaten en waarvan de gegevens in dat jaar volledig bekend waren. Er is dus niet gecorrigeerd voor deelnemingen die zijn verkocht of aan de portefeuille zijn toegevoegd of waarvan de gegevens in bijvoorbeeld 2004 nog niet volledig bekend waren maar in 2005 wel.
2004 2005 2006
Mediaan 242.956 197.264 202.909
Aantal deelnemingen in berekening 20 23 23
Wanneer deze gegevens wel worden gecorrigeerd voor portefeuilleverloop en indien alleen de deelnemingen worden meegenomen die alle drie de betreffende jaren in portefeuille waren en waarvan ook alle drie die jaren de gegevens volledig bekend waren, blijft een groep over van 18 deelnemingen. Ook in dat geval levert het beeld over de betreffende periode echter een lichte daling op. Dat de absolute waarden van het beloningspakket hoger liggen dan in de vorige tabel heeft er mee te maken dat in deze groep vooral enige "kleinere" deelnemingen zijn afgevallen omdat juist daarvan nog niet over de gehele periode de volledige gegevens bekend waren.
3
2004 2005 2006
Mediaan 391.500 302.545 385.000
Aantal deelnemingen in berekening 18 18 18
Antwoorden op de vragen van de PvdA fractie
1. Hoeveel bedraagt met ingang van 2007 als gevolg van de verkoopopbrengst van 3,4 miljard euro de rentevrijval als gevolg van aflossing van de staatsschuld? Hoe hoog is de dividendderving als gevolg van 6 vervreemdingen in 2006? Welk bedrag vloeit als gevolg daarvan ieder jaar in het Fonds Economische Structuurversterking (FES)?
De totale structurele rentevrijval door de verkoop van staatsdeelnemingen in 2006 bedraagt EUR 116 mln euro per jaar. Als gevolg van de verkoop van een zestal deelnemingen in 2006 ontvangt de Staat minder dividend. Dat is in de orde van grootte van EUR 84 mln. Derhalve vloeit ieder jaar EUR 32 mln in het FES.
2. Waarom lopen de uitgaven uit het FES slechts tot en met 2012? Is het mogelijk om ook uitgaven te beleggen voor de periode na 2012? Is er daarbij een uitgavenplafond dat gehanteerd wordt, zoals bij het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT)?
De formele begroting en meerjarencijfers van de gehele Rijksbegroting lopen tot en met 2012. Daarom lopen de uitgaven in de Fes-begroting ook tot en met 2012.
Bij het vaststellen van de Nota Mobiliteit in 2005 heeft het toenmalige kabinet ervoor gekozen om ter dekking van de nota ook middelen te reserveren in het FES tot 2020. Deze middelen worden geraamd op het artikel "Projecten in voorbereiding" omdat nog nadere toetsing en besluitvorming moet plaatsvinden alvorens deze middelen kunnen worden toegevoegd aan de desbetreffende departementale begroting. De formele begroting en meerjarencijfers van het FES lopen echter van 2008 tot en met 2012. Voor deze periode is er dan ook een formeel kasplafond in de FES-begroting 2008 opgenomen.
Het kasplafond houdt in dat de totale geraamde fondsuitgaven in enig jaar niet hoger mogen zijn dan de totale voor dat jaar geraamde ontvangsten, minus 10% van de voor dat jaar geraamde ontvangsten uit de aardgasbaten (de zogenaamde buffer), plus het cumulatief eindsaldo van het jaar ervoor. In onderstaande tabel worden de in de ontwerpbegroting 2008 opgenomen uitgaven geconfronteerd met het kasplafond.
(x EUR mln) 2007 2008 2009 2010 2011 2012
4
Geraamde uitgaven 3 064 2 710 2 701 2 660 2 119 2 267
Kasplafond 6 454 6 081 6 075 6 040 5 545 5 678
3. Als de boekwaarde van de 33 staatsdeelnemingen is becijferd op 29,4 miljard euro, hoe hoog is dan de marktwaarde? Is het juist dat gedacht moet worden aan een bedrag van 40 miljard euro?
In het jaarverslag deelnemingen 2006 is de boekwaarde eigen vermogen opgenomen, zoals blijkend uit de balans van de desbetreffende deelneming. Dit kan wel een indicatie zijn van de marktwaarde, maar dit hoeft niet per se. Waarschijnlijk is de totale marktwaarde niet lager dan de totale boekwaarde. Bij bepaling van de marktwaarde wordt wel gekeken naar het eigen vermogen van een onderneming, maar de waarde wordt voornamelijk bepaald door de verwachte toekomstige opbrengsten. Om vast te stellen of uw schatting van 40 miljard euro juist is, zouden alle deelnemingen afzonderlijk moeten worden gewaardeerd. Dit gebeurt meestal alleen wanneer een onderneming verkocht gaat worden. De marktwaarde van een onderneming is alleen gemakkelijk vast te stellen bij beursgenoteerde ondernemingen, maar zoals in het jaarverslag valt te lezen heeft de Staat geen aandelen meer in beursgenoteerde ondernemingen.
4. Wanneer komt het eerder beloofde overzicht van de balansstructuur van de deelnemingen, waarbij gekeken zou worden of de financiering niet wat minder conservatief zou kunnen? En waarbij financiële middelen uit de staatsdeelnemingen kunnen worden onttrokken ten behoeve van andere maatschappelijke doelstellingen? Wat is de stand van zaken bij deze Brede Operatie Superdividend (BOS)? Is het juist dat de opbrengst van een dergelijke operatie vijf tot tien miljard euro zou kunnen bedragen? Is het mogelijk om in plaats van de uitkering van een superdividend ook eigen aandelen in te kopen, wat ongeveer hetzelfde effect heeft? (Ook vraag 6 van de PvdA fractie)
Het jaarverslag voorziet in informatie over de balansstructuur van de staatsdeelnemingen. Zo wordt onder meer per deelneming inzicht verstrekt in de omvang van het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen. Bij het kwalificeren van de vermogenspositie van de afzonderlijke deelnemingen wordt een aantal zaken in ogenschouw genomen, zoals het specifieke risicoprofiel, strategie en de bedrijfsomgeving waarin een deelneming actief is. Dit blijft maatwerk en wordt dus per deelneming bezien. Een zorgvuldige afweging is wenselijk en dient eerst met de deelnemingen te worden besproken voordat een overzicht kan worden verstrekt. Daarom heb ik nog geen zicht op welk totaalbedrag aan superdividend door deelnemingen uitgekeerd zou kunnen worden aan de aandeelhouders.
In algemene zin vormt het inkopen van eigen aandelen door ondernemingen een middel om het rendement op eigen vermogen te verhogen. Voor aandeelhouders is dat doorgaans interessant, omdat zij dan bij gelijkblijvende winst meer (regulier) dividend per aandeel ontvangen.
5
5. Is het beleid losgelaten dat gestreefd wordt naar een rendement op staatsobligaties (ca. 4%), verhoogd met drie procentpunten, dus ca. 7%? Waarom wordt in het jaarverslag nu ineens gesproken over een marktconforme eis per deelneming, die dus voor iedere deelneming anders kan zijn? Hoe hoog is het beoogde rendement bij Schiphol en de NS? Kan een overzicht worden gegeven van de beoogde rendementen voor iedere staatsdeelneming?
Het jaarverslag spreekt inderdaad van een eis per deelneming en maatwerk. Dit betekent echter niet dat de vuistregel van een rendement op staatsobligaties, verhoogd met drie procentpunten verlaten is. Bedoeld is op te merken dat ten opzichte van de vuistregel kan worden afgeweken als het risicoprofiel van de onderneming daartoe aanleiding geeft. Het geven van een volledig overzicht voor alle deelnemingen zou u weinig additionele informatie geven omdat in beginsel de vuistregel van toepassing is en daarop beperkte afwijking mogelijk is.
6. Kan een dergelijk overzicht ook worden gegeven voor de beoogde kapitaalstructuur per deelneming?
Zie het antwoord op vraag 4 van de PvdA fractie.
7. Waarom hebben nog steeds slechts 36 % van de deelnemingen een pay-out ratio van 40% of meer? Waarom is dit percentage zelfs afgenomen van 42% naar 36 %? Is het nog steeds het beleid van de regering om een marktconforme pay-out ratio te bewerkstelligen bij alle deelnemingen?
De reden dat het percentage deelnemingen dat een pay out ratio van 40% of hoger is afgenomen, is gelegen in de dynamiek in de portefeuille van staatsdeelnemingen. Zo is in 2006 een aantal deelnemingen uit portefeuille verdwenen dat een pay out ratio hanteerde van 40% of hoger. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de deelnemingen KPN, TNT en Sdu.
Zie voor beantwoording van de twee andere vragen het antwoord op de vraag 10 van de VVD-fractie.
8. Waarom zijn, volgens de voetnoot op blz. 8, bij de Luchthaven Maastricht en Energie Beheer Nederland B.V. (EBN) de resultaten van deze deelnemingen niet in hoofdzaak op commerciële activiteiten gebaseerd?
Allereerst zij het opgemerkt dat deze voetnoot betrekking heeft op het meewegen van de financiële resultaten in de berekende ratio's.
De NV Aangewezen Luchthaventerrein Maastricht Aachen Airport is een lege holding. De exploitatierechten van de luchthaven zijn reeds verkocht.
De activiteiten van EBN richten zich op het deelnemen in samenwerkingsverbanden in de exploratie en winning van Nederlandse olie- en gasvelden. EBN voert namens de Staat deze wettelijke taken uit.
6
EBN draagt de volledige aardgasbaten (nettoresultaat, belastingen, mijnbouwheffingen) af aan de Staat.
9. Waarom is in het Jaarverslag geen aandacht besteed aan de inzet en uitkomst van de aandeelhoudersvergaderingen die de overheid heeft bezocht?
Algemene doelstellingen in het beheer van staatsdeelnemingen worden gepresenteerd in het Jaarverslag en de nieuwe Nota Staatsdeelnemingenbeleid. Een uitsplitsing per deelneming van inzet en uitkomst van aandeelhoudersvergaderingen zou een gedetailleerd overzicht opleveren. Het is echter wel zo dat relevante inzet en uitkomsten van aandeelhoudersvergaderingen (zoals vermogenspositie van BNG) worden vermeld in het Jaarverslag of afzonderlijk met de Tweede Kamer worden gedeeld.
10. Op welke manieren is door middel van actief aandeelhouderschap het publieke belang bevorderd? (Ook vraag 3 SP fractie)
In 2006 werd primair op meer zakelijke wijze invulling gegeven aan het aandeelhouderschap van de deelnemingen. De borging van het publieke belang geschiedde veelal niet door middel van het aandeelhouderschap, maar vooral door publiekrechtelijke instrumenten zoals concessies of wet- en regelgeving. Hiervoor zijn vakdepartementen verantwoordelijk.
Echter, met de nieuwe Nota Staatsdeelnemingen heeft het aandeelhouderschap naast de publiekrechtelijk instrumenten een aanvullende rol in het borgen van publieke belangen. Hiervoor verwijs ik naar de Nota die ik later deze maand naar uw Kamer zend.
11. Hoe zal omgegaan worden met de mogelijke gevolgen van de aanbevelingen uit het SER advies 'Evenwichtig Ondernemingsbestuur' van 6 november 2007 voor het actief aandeelhouderschap en met name het enquêterecht bij kleine deelnemingen die de overheid heeft?
Naar ik heb begrepen wordt eind december een definitief advies van de SER op dit punt verwacht. Dit advies zal ik vervolgens moeten bestuderen alvorens ik namens het Kabinet hierop kan reageren. Vermoedelijk zult u in het eerste kwartaal van 2008 een Kabinetsreactie ontvangen. Hoewel ik niet wil vooruitlopen op de inhoud van dit advies, is het evident dat indien het advies zou leiden tot wijziging van bestaande of nieuwe regelgeving met betrekking tot de door u genoemde onderwerpen, dat ook zal gelden voor de Staat als aandeelhouder.
12. Op welke manieren zijn de vakministeries bij actief aandeelhoudersschap betrokken?
Zie het antwoord op vraag 1 van de CDA fractie.
7
13. Hoe zal worden bevorderd dat de bezoldiging zal worden aangepast aan de normen uit de adviezen van de commissie-Dijkstal?
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer over topinkomens van 12 november jl. heb aangegeven buig ik mij momenteel over mogelijke aanpassingen in het beloningsbeleid voor staatsdeelnemingen en zal ik daar in samenhang met de kabinetsreactie op het rapport Dijkstal op terugkomen
14. Welke criteria gaat de overheid aanleggen voor het beoordelen van grote investeringen en de manier waarop de publieke belangen (nog beter) kunnen worden gewaarborgd?
Zie het antwoord op vraag 3 van de CDA fractie.
15. Hoeveel vreemd vermogen kan Schiphol aantrekken om een superdividenduitkering te doen? Hoe hoog zal deze uitkering bedragen?
Zoals ik in het AO over Schiphol van 14 november jl. heb aangegeven zal ik met de onderneming het gesprek aangaan over hun vermogenspositie en de mogelijke uitkering van een superdividend. Aangezien deze gesprekken nog niet zijn afgerond en het daarbij ook gaat om bedrijfsvertrouwelijke gegevens wil ik nu nog niet ingaan op de hoogte van een eventueel superdividend. Ik heb de Tweede Kamer in dat AO echter ook toegezegd over dit onderwerp nog met een brief te komen voordat daadwerkelijk tot een uitkering zal worden overgegaan.
16. Kan de regering een nadere toelichting geven op de manier waarop de overheid middels een call optie zich een meerderheid kan verschaffen in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van KLM?
In het geval dat de Nederlandse nationaliteit van KLM serieus wordt betwist kan de regering ervoor kiezen om middels een call optie volgens het gebruikelijke mechanisme opnieuw een belang van 50,1% van de aandelen te verwerven. Deze call optie kan in de genoemde omstandigheid worden gelicht.
Antwoorden op de vragen van de SP fractie
1. De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het jaarverslag over het beheer van de staatsdeelnemingen en spreken de hoop uit dat er een einde is gekomen aan de golf van privatiseringen. Hoe schat de minister dat in? De leden van de SP kijken met belangstelling uit naar de nota over het deelnemingenbeleid die eind dit jaar wordt aangeboden.
In overleggen met uw Kamer in maart van dit jaar heb ik reeds gezegd dat "al het laaghangend fruit is geplukt". Hiermee bedoelde ik dat de deelnemingen die naar de markt konden worden gebracht, ook
8
naar de markt zijn gebracht. Het ligt niet in de rede dat op korte termijn deelnemingen zullen worden verkocht.
2. Kan de minister uitleggen wat hij precies bedoelt als hij zegt dat er binnen het beheer van staatsdeelnemingen sprake zal zijn van actief aandeelhouderschap.
Zie het antwoord op vraag 1 van de CDA fractie
3. Hoe worden de publieke belangen op deze manier geborgd?
Zie het antwoord bij vraag 10 van de PvdA fractie
4. Wordt actief aandeelhouderschap bevorderd waar de overheid al aandeelhouder is of worden bedrijven in overheidshanden omgezet in ondernemingen waarin de overheid aandeelhouder wordt?
Ik voorzie op korte termijn geen verzelfstandigingen van overheidsdiensten of bedrijven onder directe invloed van de overheid in kapitaalvennootschappen met de overheid als aandeelhouder.
5. De beloningen van de bestuurders van de staatsdeelnemingen zijn een veelvoud van de norm van de minister-president. Gaat de minister er door middel van actief aandeelhouderschap voor zorgen dat deze beloningen onder die norm zullen komen?
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer over topinkomens van 12 november jl. heb aangegeven buig ik mij momenteel over mogelijke aanpassingen in het beloningsbeleid voor staatsdeelnemingen en zal ik daar in samenhang met de kabinetsreactie op het rapport Dijkstal op terugkomen.
Antwoorden op de vragen van de VVD fractie
1. In de eerste plaats kondigt de minister van Financiën koerswijzigingen aan ten opzichte van het vorige kabinet. De leden van de VVD-fractie vragen of de minister van Financiën spijt heeft van verkochte staatsdeelnemingen, en zo ja, welke; of is de koerswijziging vooral ingegeven door de inmiddels gewijzigde portefeuille.
In overleggen met uw Kamer in maart van dit jaar heb ik reeds gezegd dat "al het laaghangend fruit is geplukt". Hiermee bedoelde ik dat de deelnemingen die naar de markt konden worden gebracht, ook naar de markt zijn gebracht. Dit zijn dan veelal ondernemingen die reeds volledig commercieel opereerden in een marktsituatie, zoals Pinkroccade, Sdu, TNT en KPN. Derhalve heb ik ook geen spijt dat deze deelnemingen in het verleden zijn verkocht.
9
In diezelfde overleggen met uw Kamer heb ik toegezegd (de samenstelling van) de huidige portefeuille staatsdeelnemingen te evalueren. Die evaluatie is opgenomen in de Nota Staatsdeelnemingenbeleid die op korte termijn naar uw Kamer zal worden gestuurd. Hierin is ook opgenomen wat de samenstelling van de portefeuille betekent voor het beleid ten aanzien van afstoten. Daarom zou ik graag naar deze Nota willen verwijzen.
2. Onder de resterende deelnemingen is nog steeds een aantal lege vennootschappen aanwezig waarvan de bedrijfsactiviteiten verkocht of overgedragen zijn. Deze leden willen weten welk publiek belang wordt gediend met het aanhouden van de onderscheiden lege vennootschap.
Hiermee is in beginsel geen publiek belang gediend. Beoogd wordt dan ook om deze lege vennootschappen af te stoten of te liquideren zodra dat mogelijk is. Soms is dit op korte termijn niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat er nog (potentiële) schuldeisers kunnen zijn.
3. Ook willen zij weten welk publiek belang het aandelenbezit van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) dient.
Voor beide banken zie ik als aandeelhouder één belangrijke kerntaak. Dit betreft het zo goedkoop mogelijk verstrekken van kredietfinanciering aan overheden en instellingen die onder garantie staan van overheden. Het aandeelhouderschap van de Staat in beide banken draagt er mede aan bij dat de banken goedkoop kapitaal kunnen onttrekken aan de kapitaalmarkt om dit vervolgens goedkoop uit te zetten bij de diverse klanten.
4. De leden van de VVD-fractie lezen in het jaarverslag dat de BNG een belang heeft genomen / neemt in Connexxion Holding. Acht de minister van Financiën het geen rare gang van zaken dat een deelneming van de staat een belang neemt in een andere deelneming van de staat waarvan nou juist politiek is besloten dit te vervreemden.
Bij de verkoop van Connexxion heeft de Staat een openbare procedure gevolgd. Het bod van het consortium bestaande uit Transdev S.A. en BNG scoorde hierbij het beste op basis van de selectiecriteria naast prijs die vooraf in een brief aan de Tweede Kamer zijn toegelicht. Hierbij zij aangetekend dat BNG slechts een klein belang (25%) heeft in het consortium.
Overigens zal ik de Tweede Kamer op korte termijn schriftelijk berichten over de transactie en de financiële consequenties daarvan.
5. Over welke deelnemingen beschikken BNG respectievelijke andere staatsdeelnemingen nog meer? Kan de minister voorts in een overzicht volledige transparantie bieden van niet alleen het onmiddellijke, maar ook alle middellijke deelnemingen (deelnemingen welke worden gehouden door staatsdeelnemingen).
10
Zoals vele andere ondernemingen, beschikken ook de staatsdeelnemingen over concernrelaties. Hiermee wordt bedoeld dat ook staatsdeelnemingen de uitvoering van hun activiteiten mede vormgeven door middel van dochterondernemingen en deelnemingen. Op verzoek van uw Kamer heeft mijn voorganger in 2004 al eens een overzicht verstrekt met alle concernrelaties van de deelnemingen die destijds nog in portefeuille waren (28165, nr. 15). Hoewel de Staat sindsdien een aantal (beursgenoteerde) grote staatsdeelnemingen met tientallen dochterbedrijven en deelnemingen heeft verkocht, vergt een update van een dergelijke lijst voor de deelnemingen uit de huidige portefeuille ook nu nog erg veel tijd.
Overigens wijs ik u er nog wel op dat de jaarverslagen van individuele deelnemingen ook inzicht bieden in de (belangrijkste) dochterondernemingen en deelnemingen.
6. Verder willen genoemde leden weten waarom de evaluatie over Holland Casino zo lang uitblijft. Kan de minister aangeven wat de verkoop van Holland Casino naar verwachting opbrengt, respectievelijk wat de verkoop van een minderheidsaandeel opbrengt?
Zie voor het eerste deel van de vraag het antwoord bij vraag 2 van de CDA fractie.
Verkoop van Holland Casino is op dit niet moment niet aan de orde. Derhalve is een waardering van Holland Casino voor mij nu ook niet relevant. Overigens merk ik nog wel op dat in het geval een verkoop van Holland Casino op een later moment wel aan de orde zou zijn, ik dit conform afspraak eerst met de Tweede Kamer zal bespreken.
7. Op 16 november 2006 heeft de staat het bijzonder aandeel in TNT als gevolg van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie overgedragen aan TNT NV. Hoe beoordeelt de minister de uitspraken van Eurocommissaris Mandelson over herintroductie van het gouden aandeel in het licht van de uitspraken van het hof en de 'gedwongen overdracht' van het bijzonder aandeel TNT NV. Zijn er andere EU landen die nog wel beschikken over bijzondere aandelen in Telecom, post of andere nutsbedrijven?
Vooralsnog zie ik geen aanleiding om aan te nemen dat met de uitlatingen van Eurocommissaris Mandelson een officieel Europese Commissie-standpunt is uitgedragen dat eventueel zou uitmonden in een koerswijziging. Ook de recente jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie verraadt geenszins een wijziging van koers ten aanzien van gouden aandelen, integendeel. Zo heeft het Hof recent nog een beschermingsconstructie bij de Duitse onderneming Volkswagen veroordeeld op basis van het EG-verdrag.
Het is niet onaannemelijk dat andere Europese landen nog beschikken over bijzondere aandelen in ondernemingen in de sfeer van telecom, post of nutsbedrijven. Indien dergelijke bijzondere aandelen in strijd zijn met EG-verdrag, ligt het voor de hand dat de Commissie ook hier tegen zal optreden.
11
8. De call optie van de staat in KLM is verlengd. De leden van de VVD-fractie vragen tot wanneer deze is verlengd. Voorts vragen zij of er serieus tekenen zijn dat de luchtvaartrechten worden bedreigd. Verder vragen deze leden waarom de minister heeft besloten het resterende pakket preferente aandelen voorlopig niet te verkopen. En wat verstaat de minister onder 'voorlopig'? (Ook vraag 8 CDA fractie)
De call optie is met een jaar verlengd en kan nog twee keer eveneens voor een jaar worden verlengd. De call optie is bedoeld voor de eventuele situatie dat de Nederlandse nationaliteit van KLM wordt betwist waarover mij op dit moment geen indicaties bekend zijn en de gevolgen die dat zou hebben voor de luchtvaartrechten van KLM. Om dezelfde reden zijn tot op heden de administratiekantoren gehandhaafd en de preferente aandelen aangehouden. Ten slotte heb ik op dit moment niet de intentie over te gaan tot de verkoop van de preferente aandelen.
9. Genoemde leden zien dat de belangen van de staat in regionale ontwikkelingsmaatschappijen nogal verschillen in (relatieve) grootte. Waarop is het onderscheid in belangen gebaseerd? Ziet de minister aanleiding de respectieve provincies een grote participatie te laten nemen/aan te bieden?
Het verschil in relatieve grootte is een gevolg van historie. Eind jaren tachtig begin jaren negentig van de vorige eeuw heeft een herkapitalisatie van de ROM's plaatsgevonden. Op basis van de toen bestaande schuldverhoudingen hebben de betrokken provincies en de Staat hun respectievelijke aandelen verkregen. Daarnaast hebben aandelenstortingen door Provincies en Staat plaatsgevonden, die de relatieve posities ook hebben gewijzigd. Specifiek is er enkele jaren gelden ook nog een fusie geweest tussen de Gelderse en Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij, die ook weer tot relatieve veranderingen hebben geleid.
Wat betreft het nemen van een grotere participatie door betrokken partijen kan ik u melden dat de Staat er niet op tegen is dat de betrokken provincies een storting op aandelenkapitaal verrichten. Zie hiervoor de brief van de Minister van Economische Zaken van 25 september 2007 (26570-26).
10. De leden van de VVD-fractie vragen de minister van Financiën per deelneming aan te geven waarop de hoogte van het dividend, superdividend of het ontbreken van dividend is gebaseerd. Ook vragen zij waarom de pay-out ratio van regionale ontwikkelingsmaatschappijen nihil is. (Ook vraag 7 PvdA)
Voor de 'normale' jaarlijkse pay out geldt als vuistregel een ondergrens van 40%. Bij deelnemingen met een zeer laag rendement of een slechte solvabiliteit is strikte toepassing van de vuistregel echter niet zinvol. Bij deelnemingen waar geen sprake is van normale, commerciële bedrijfsactiviteiten is toepassing van genoemde regel in de meeste gevallen evenmin zinvol. Bij zeer stabiele, winstgevende deelnemingen zou daarentegen een hogere pay out op zijn plaats zijn. Ik zal in het
12
jaarverslag over 2007 een gespecificeerd antwoord per deelneming te geven, ook met betrekking tot de regionale ontwikkelingsmaatschappijen.
Voor wat betreft superdividenduitkeringen geldt als uitgangspunt dat een efficiënte, solide balansstructuur wordt nagestreefd waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering niet in gevaar komt. Het kan zijn dat er een overmatige hoeveelheid eigen vermogen is. In dat geval is mijn streven dat dit exces zal worden uitgekeerd als superdividend.
11. Ziet de minister als gevolg van de inbreukprocedure van de Europese Commissie risico's dat de winstgevendheid van Holland Casino en mogelijk ook de staatsloterij onder druk kan komen te staan? Zo neen, waarom niet? Zo ja, Wat vindt de minister hiervan?
Tegen Nederland is (nog) geen inbreukprocedure aanhangig gemaakt op het gebied van de Wet op de kansspelen. Er vindt wel al enige tijd correspondentie plaats tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie, die is toegespitst op het monopolie voor sportprijsvragen (en dus geen betrekking heeft op de Staatsloterij of Holland Casino). Vooralsnog zie ik geen verband tussen deze ontwikkeling en de winstgevendheid van Holland Casino of de Staatsloterij.
12. Tenslotte vragen de leden van de VVD-fractie of de minister per deelneming een verklaring kan geven waarom de bezoldiging niet overeenkomstig de 'Balkenende-norm' is, en welke acties hij concreet onderneemt om de bezoldiging van bestuurders en commissarissen te laten sporen met het regeringsbeleid.
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer over topinkomens van 12 november jl. reeds heb aangegeven buig ik mij momenteel over mogelijke aanpassingen in het beloningsbeleid voor staatsdeelnemingen en zal ik daar in samenhang met de kabinetsreactie op het rapport Dijkstal op terugkomen.
13
Ministerie van Financiën