Groen!

Brussel, 4 december 2007

Kinderen horen niet thuis in gesloten asielcentra

België moet het kinderrechtenverdrag volledig onderschrijven en ernaar handelen.


1. Op bezoek in de gesloten centra

Groen!-senator Freya Piryns is op bezoek geweest in de gesloten asielcentra, om op die manier een beter zicht te krijgen op de werkelijke situatie, en zich niet alleen meer te moeten baseren op de rapporten die daarover verschijnen. Ze bezocht Merksplas, Steenokkerzeel (127 bis), Melsbroek (127), Brugge en de INAD op de luchthaven. De situatie in de verschillende asielcentra blijkt uiteenlopend te zijn, al kan men in elk centrum spreken van een gevangenisregime en dito infrastructuur. Toch lijkt de situatie in Merksplas het meest precair. Freya Piryns: De algemene sfeer die heerst in het centrum voor illegalen van Merksplas is uiterst grimmig. Dit lijkt een tijdbom die elk moment kan afgaan.

Freya Piryns benadrukt dat de gesprekken met centrumdirecties en hun medewerkers haar overtuigd hebben van de integriteit van veel van die mensen. Ze worden vaak onterecht als boeman afgeschilderd. Hun frustratie daarover is begrijpelijk. Het centrumpersoneel is niet verantwoordelijk voor de politieke keuzes die België maakt. Het is verantwoordelijk voor de goede uitvoering daarvan, en zet zich daar duidelijk sterk voor in.

Kinderrechten is een thema dat Piryns na aan het hart ligt. De Vlaamse kinderrechtencommissaris, Ankie Vandekerckhove, nam in haar rapport Heen en retour eerder dit jaar al duidelijk het standpunt in dat door het opsluiten van minderjarigen in gesloten centra de kinderrechten geschonden worden. Ook het UNHCR (Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties) heeft België hiervoor al op de vingers getikt en aangespoord om alternatieven te bestuderen.

Freya Piryns: Het is duidelijk dat gesloten asielcentra niet geschikt zijn voor kinderen en voor gezinnen. Maar eigenlijk is dat niet het fundamentele probleem. Zelfs al zou de infrastructuur en de omgeving wel op maat zijn: het voornaamste probleem blijft de vrijheidsberoving zelf. Ik was gechoqueerd door de manier waarop een welvarend land als België met kinderen blijkt om te gaan. Ook speciale voorzieningen (leerkrachten, opvoeders, speciale lokalen) maken het feit niet ongedaan dat kinderen lijden onder hun opsluiting. In hun verhalen kwam telkens terug hoe verdrietig ze zich voelden omdat ze niet naar buiten konden en plots waren weggerukt uit hun vertrouwde omgeving (school, vrienden, familie).

In gesprekken met zowel het personeel als met bewoners van de centra werden heel wat problemen met advocaten gemeld. Freya Piryns: Natuurlijk gaat het maar om een deel van de advocaten _ sommigen doen schitterend werk. Maar ik hoorde schrijnende verhalen over pro deo-advocaten, die niets van vreemdelingenrecht blijken te kennen en over privé-advocaten die van de zwakke positie van asielzoekers misbruik maken om hen onredelijk hoge kosten aan te rekenen.

Nog dit: Freya Piryns liet zich in haar rondgang vergezellen door journalist Michael De Cock. Dat was op zich niet het doel van de bezoeken. Freya Piryns: Ik wilde zelf zicht krijgen op de situatie, maar intussen vind ik ook dat wat er in de gesloten centra gebeurt, geen staatsgeheim kan zijn. Het democratische debat kan alleen in alle openheid worden gevoerd. Het relaas van Michael De Cock zal morgen, 5 december, in Knack verschijnen.


2. Opsluiting van kinderen is onwettelijk

Op 20 november 2007 werd het Kinderrechtenverdrag meerderjarig. In 1989 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York het Internationaal Verdrag over de Rechten van het Kind (IVRK) aan. In België kreeg dit kinderrechtenverdrag begin 1992 kracht van wet. Door het verdrag te ratificeren heeft ons land zich geëngageerd het na te leven, maar door kinderen in gesloten centra onder te brengen houdt België zich duidelijk niet aan dat engagement. Kinderen opsluiten is in strijd met meerdere artikelen van het kinderrechtenverdrag en is niet te verzoenen met de uitgangspunten ervan. Het is dus met andere woorden onwettelijk. Zonder volledig te zijn sommen we hier een aantal van de belangrijkste schendingen op (bron: dossier Heen en retour van het Vlaamse kinderrechtencommissariaat)


- Artikel 3 van het IVRK: primaat van het belang van het kind
- Artikel 19 van het IVRK: recht op bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing
- Artikel 22 van het IVRK: extra bescherming van minderjarige asielzoekers
- Artikel 37 van IVRK: recht op bescherming tegen foltering, wrede of vernederende behandeling
---

Freya Piryns: Het opsluiten op zich en de omstandigheden waarin dit gebeurt zijn onmiskenbaar schadelijk voor de kinderen en leidt in vele gevallen tot psychische problemen, waarvoor de staat door het IVRK verantwoordelijk wordt gesteld.

Bovendien mogen kinderen onder geen beding gestraft worden voor iets waarvoor niet zijzelf maar wel hun ouders verantwoordelijk zijn. Zo stelt artikel 2.2 dat kinderen beschermd moeten worden tegen alle vormen van discriminatie of bestraffing op grond van de omstandigheden of de activiteiten van, de meningen geuit door of de overtuigingen van de ouders, wettige voogden of familieleden.

Ten slotte is het opsluiten van kinderen in gesloten centra ook strijdig met het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Professor Vandenhole, houder van de UNICEF-leerstoel Kinderrechten van UA, beargumenteert dit als volgt:
- Artikel 5 van het EVRM: Recht op vrijheid - vrijheidsberoving van minderjarigen is enkel en alleen toegelaten om toezicht uit te oefenen op de opvoeding
- Artikel 3 van het EVRM: Verbod onmenselijke behandeling - opsluiten extreem jonge niet-begeleide minderjarigen in gesloten centra voor volwassenen is een onmenselijke behandeling.België werd veroordeeld op basis van de schending van dit artikel in het zogehete Tabitha-arrest dat werd uitgesproken door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens op 12 oktober 2006 (Mubilanzila Mayeka en Kaniki Mitunga versus België)

België werd omwille van de schending van het IVRK en het EVRM al meermaals door zowel het Arbitragehof als door meerdere internationale instanties op de vingers getikt. Rapporten zoals die van Artsen zonder Grenzen, Vluchtelingenwerk Vlaanderen en het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat klaagden _ terecht _ de situatie aan.


3. Opsluiting is slecht voor de ontwikkeling van het kind

Door kinderen op te sluiten in gesloten asielcentra schendt België een hele resem artikelen uit het Kinderrechtenverdrag die te maken hebben met de ontwikkeling van kinderen. Zo wordt hen het recht op goed onderwijs ontnomen, maar ook het recht op ontspanning, op vrije tijd en op culturele activiteiten.

Freya Piryns: Het feit dat de gesloten centra sinds kort zijn uitgerust met klaslokalen en ontspanningsruimten voor de kinderen lost dat probleem niet op. Ze worden, in het beste geval, beziggehouden _ maar ook niet meer dan dat. De verblijfsomstandigheden in de centra zijn niet aangepast aan kinderen. In een aantal centra wordt bijna een gevangenisregime gehanteerd. De kinderen krijgen nauwelijks de kans om buiten te spelen en de speelruimte is vaak troosteloos en grauw. De gezinnen hebben kleine slaapkamers en nauwelijks privacy. Kleine kinderen krijgen onvoldoende slaap. Het dagschema is niet aangepast, twee centra liggen vlak bij de luchthaven en we hebben in geen enkel centrum gordijnen gezien. De stress _ onder meer door de uitzichtloosheid is groot, en kinderen voelen dat aan. Ook vertelden de kinderen elk hun eigen verhaal over een vaak bruuske, ongetwijfeld traumatiserende arrestatie.

Meerdere onderzoeken (bron: advies 2006-2007/10 Een humaan en correct asielbeleid voor minderjarigen van het Vlaams Kinderrechtencommissariaat ) hebben uitgewezen dat de opsluiting een negatieve invloed heeft op de ontwikkeling van minderjarigen. Ze vertonen psychiatrische stoornissen, hun fysiek en geestelijk welzijn wordt ernstig aangetast. De onzekerheid over wat er staat te gebeuren, zorgt voor ontoelaatbare stress. Diverse experts klasseren dit onder de noemer van psychisch geweld.


4. Een wettelijk initiatief om opsluiting te verbieden

Voor Groen! moeten dan ook alle kinderen onmiddellijk worden vrijgelaten uit de gesloten asielcentra.

Freya Piryns: Wij zijn niet bereid te zoeken naar alternatieven die nog steeds de opsluiting van kinderen in een gevangenisregime inhouden. Dat is een schending van de kinderrechten. Daarover is geen enkel compromis mogelijk.

Nog deze week zal Freya Piryns daarom, samen met Ecolo-collega Carine Russo, in de senaat een wetsvoorstel indienen om een definitief einde te stellen aan de opsluiting van minderjarigen in gesloten asielcentra.

Wetsvoorstel: Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Artikel 2 In de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt een artikel 74-9 ingevoegd, luidende: «Art. 74-9. Geen enkele minderjarige in de zin van het Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind mag met toepassing van een bepaling van deze wet in hechtenis worden genomen of geplaatst. De minderjarigen mogen in geen geval op grond van een bepaling van deze wet worden gescheiden van hun ouders.».

Groen! gaat ervan uit dat een meerderheid moet worden gevonden voor dit wetsvoorstel. Met uitzondering van de liberale familie uitten alle politieke partijen recent hun verontwaardiging over het gevoerde beleid. Ook diegenen die er in de vorige legislatuur mede verantwoordelijk voor waren, ook diegenen die er tijdens de vastgelopen onderhandelingen geen effectieve oplossingen voor uitschreven. Het wordt tijd dat vijf minuten politiek moed wordt gevonden om deze schending van de Kinder- en Mensenrechten ongedaan te maken.


5. België moet nu eens eindelijk het kinderrechtenverdrag volledig ondersteunen

Om de opsluiting van minderjarigen in gesloten asielcentra toch te rechtvaardigen haalt de Belgische regering vaak het voorbehoud aan dat werd gemaakt bij de ondertekening van het Kinderrechtenverdrag aan. Bij artikel 2 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind, het non-discriminatieverbod, heeft België een interpretatieve verklaring afgelegd. De Belgische overheid stelt dat verschillen in behandeling niet uitgesloten zijn. Zolang het verschil in behandeling op objectieve en redelijke overwegingen steunt en in overeenstemming is met de beginselen van de democratische samenleving, sluit de Belgische overheid ze niet uit. Ze vindt niet-discriminatie op grond van nationale afkomst niet hetzelfde als aan vreemdelingen dezelfde rechten geven als aan eigen onderdanen (België verstaat het enkel als het bannen van willekeur). Concreet betekent dit dat de mogelijkheid open blijft om aan vreemdelingen, ook minderjarigen, niet noodzakelijk dezelfde rechten toe te kennen als aan Belgische onderdanen. Het Comité voor de Rechten van het Kind heeft België al twee keer aangemaand om dit voorbehoud in te trekken.

Buiten het feit dat de schending van de rechten van het kind niet zozeer over artikel 2 gaat, vindt Groen! hoe dan ook dat België voluit voor al de kinderrechten moet gaan, en de interpretatieve nota moet intrekken. Freya Piryns: Een welvaartsstaat die zichzelf respecteert kan het zich niet permitteren een internationaal verdrag dat werd opgesteld om kinderen en jongeren te beschermen en hun rechten wil doen respecteren niet ten volle te onderschrijven en uit te voeren. België moet het verdrag maximaal in praktijk omzetten en niet minimaal interpreteren zoals nu het geval is.

Freya Piryns zal hiervoor een resolutie uitwerken en die ter ondertekening voorleggen aan alle democratische fracties in de senaat.


6. Naar een ander beleid voor gezinnen met kinderen

Groen! heeft concrete en haalbare alternatieven voor het tot op heden gevoerde beleid.

Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael liet door het bureau Sumresaerch een rapport uitwerken dat moest zoeken naar alternatieven. Al in haar inleiding is dit bureau duidelijk : « Het basisprincipe is dat men een kind niet opsluit. Op ethisch vlak bestaat er grote verontwaardiging ten opzichte van het opsluiten van kinderen en er is een sociale consensus die het opsluiten van kinderen niet duldt. Zowel vanuit het oogpunt van de kinderrechten als van het welzijn van het kind is opsluiting moeilijk te rechtvaardigen. » Sumresearch klaagt ook aan dat « () het opsluiten van kinderen momenteel op een eerder willekeurige manier wordt toegepast (). » De auteurs van de studie herhalen tenslotte dat volgens hen alles in het werk gesteld moet worden om te vermijden dat kinderen worden opgesloten en verduidelijken dat « het niet slechts gaat om een morele plicht, maar ook een fundamentele overtuiging : een kind opsluiten omwille van de wederrechtelijkheid van het verblijf van zijn ouders is buiten verhouding en schadelijk voor de ontwikkeling van dat kind. »

Ondanks zijn bemerkingen laat Sumresaerch bij wijze van uitzondering evenwel de deur open voor opsluiting van maximum één maand voor gezinnen die vrijwillige terugkeer weigeren en dit in een gespecialiseerd centrum. Groen! kan hier, gezien het feit dat detentie op zich in strijd is met de rechten van het kind en dus principieel ontoelaatbaar, niet mee instemmen.

Freya Piryns zal dan ook de nodige wetgevende initiatieven nemen om volgende alternatieve oplossing uit te werken:


- Gezinnen met kinderen moeten, zoals dat bijvoorbeeld in Zweden het geval is, onmiddellijk een coach toegewezen krijgen die hen begeleidt. De coach staat ten diensten van de gezinnen en werkt volledig onafhankelijk van de dienst vreemdelingenzaken.
- Bij asielprocedures moet voorrang worden gegeven aan de meest kwetsbaren en dit zijn in de praktijk vaak gezinnen met kinderen. Hierbij moet de maximumtermijn van een jaar worden gerespecteerd. Het is inhumaan om kinderen die hier hebben school gelopen, de taal hebben geleerd en een vriendenkring opgebouwd, terug te sturen naar een land dat ze misschien niet meer herkennen.
- Er moet een gespecialiseerd open centrum komen voor gezinnen met kinderen waar ze in een huiselijke sfeer en met respect voor hun gezinssfeer kunnen verblijven zolang de procedure loopt. Daarbij moet worden gezorgd dat al hun rechten worden gerespecteerd en dat ze dus ook gespecialiseerd onderwijs krijgen. Dit voorstel kan enkel in praktijk worden omgezet wanneer de termijn van maximum 1 jaar procedure altijd worden gehaald.


7. Naar oplossingen voor het probleem met de advocaten

Mensen die arriveren in een gesloten centrum krijgen onmiddellijk een pro deo-advocaat toegewezen of kunnen ervoor kiezen een eigen advocaat te nemen. Groen! wil zeker niet het proces maken van alle advocaten, maar Freya Piryns stuitte in haar gesprekken met personeelsleden en bewoners van gesloten asielcentra wel op zeer onrustwekkende verhalen.

Freya Piryns: De manier waarop vluchtelingen geholpen worden door advocaten lijkt veel weg te hebben van willekeur. Zo blijken sommige advocaten weinig tot geen kennis te hebben van vreemdelingenrecht _ toch wel een gespecialiseerde materie _ en zijn sommige advocaten duidelijk weinig tot niet gemotiveerd om zich in te zetten voor hun klanten zonder papieren. Dit is een schending van hun recht op verdediging.

Freya Piryns vraagt hierover een ernstig debat en wil samen met de advocatuur op zoek naar oplossingen. Ze zal een gesprek aanvragen met de Orde van Advocaten en vraagt de Senaatscommissie Justitie dit thema te behandelen. Een mogelijke oplossing is om, zoals bij de balie van Antwerpen al gebeurt, advocaten te laten aangeven in welke themas zij zijn gespecialiseerd en hiermee rekening te houden bij de toewijzing van pro deos. Om te zorgen voor voldoende kandidaten moet werk gemaakt worden van extra opleidingen op het vlak van asielrecht en zou dit vak verplicht moeten worden binnen de studie rechten. Daarnaast vraagt Groen! een beter systeem van controle en sanctionering van advocaten die van hun positie misbruik maken om asielzoekers overdreven honoraria aan te rekenen.

Bijlage: het wetsvoorstel van Freya Piryns