ChristenUnie


Overleg over de Scheldeverdragen

Overleg over de Scheldeverdragen

maandag 03 december 2007 16:35

De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Vandaag spreken wij opnieuw over het ratificeren van de Scheldeverdragen. Een niet zo makkelijke discussie, gezien alle emoties die hiermee gemoeid zijn. Een belangrijk onderdeel van deze Scheldeverdragen is het ontpolderen. Naast alle afspraken die gemaakt zijn voor het verdiepen van de Westerschelde en de daarbij behorende compensatie, is het herstel van verloren gegane estuariene natuur onderdeel van de verdragen. Daarvoor is bedacht om bestaande polders, de Prosperpolder op Belgisch grondgebied en de Hedwigepolder op Nederlands grondgebied, grotendeels terug te geven aan het water van de Westerschelde. Ook wel ontpoldering genoemd. De bevolking van Zeeland heeft daar veel weerstand tegen. Zowel de provinciale staten als de burgers uit het gebied roeren zich. Mijn fractie kan dat goed begrijpen, evenals de weerklank die deze protesten in de Kamer hebben gekregen, met als gevolg motie op emotie.

Er is gevraagd om een onderzoek naar alternatieven. Moties waarin staat dat er alleen van vrijwillige ontpoldering sprake kan zijn, zijn breed in de Kamer aangenomen. Nu dat niet het geval lijkt te gaan worden, staan wij voor een groot dilemma. Ik zeg het maar zoals ik het beluister: laten wij maar tot ratificeren overgaan; iedereen snapt wel dat onteigening aan het eind van alle mogelijkheden staat; grondverwerving dient het liefst op vrijwillige basis plaats te vinden. En dat kan nou net niet.

Europa heeft ons gewezen op de noodzaak om de Vogel- en Habitatrichtlijn na te leven, wijzend op de achteruitgang van de kwaliteit in de zuidwestelijke Delta. Ook de watervisie van de staatssecretaris spreekt daarover en heeft dit probleem verwoord. Voor een deel komt het door menselijk ingrijpen. Mijn buurman sprak daar goede woorden over. Ik noem het voortdurend werken aan de Westerschelde om deze op diepte te houden of dieper te maken. Er zijn ook nog enkele inpolderingen geweest in de laatste vijftig jaar. Willen wij Zeeland Zeeland laten, willen wij Zeeland mooi houden, willen wij een Westerschelde die over dertig jaar niet zo dood is als een pier, dan moeten wij snel handelen om de kwaliteit van dit gebied in stand te houden. Unieke gebieden met estuariene natuur moeten wij willen behouden. Daarom vindt mijn fractie het begrijpelijk dat Nederland ervoor heeft gekozen om na de eerste stappen van Europa naar een inbreukprocedure, het natuurherstel op te nemen in de verdragen. Wanneer wij dat loskoppelen, zal Europa opnieuw de strijdbijl opgraven, tenminste, als ik de brief van vorige week daarover goed interpreteer.

Toch is een van de grote vragen voor mijn fractie of het mogelijk is om het natuurherstel door middel van ontpoldering los te koppelen van het ratificeren van de Scheldeverdragen.

Mijn fractie heeft alle begrip voor de overwegingen van het kabinet om aan te dringen op snelle ratificatie, dat daarmee recht wordt gedaan aan de relatie met Vlaanderen en dat verdieping van de Westerschelde snel nodig is. Deze verdieping levert niet alleen voordelen op voor Antwerpen, maar ook voor Vlissingen en Terneuzen. De Kamer heeft aan de parlementaire advocaat gevraagd of loskoppeling mogelijk is. Ik vertaal zijn antwoord en de vele alternatieven zo dat je kunt ratificeren en tegelijk een voorbehoud kunt maken bij de artikelen over natuurherstel. Is een dergelijk voorbehoud inderdaad mogelijk? Kan de minister daarop reageren?

Het doel van de ontpoldering is natuurherstel, zoals door het kabinet wordt omschreven in de nota naar aanleiding van het (nader) verslag. Over dat natuurherstel is wel het een en ander te zeggen, maar ik laat het bij de opmerking dat het kenmerk van estuariene natuur is dat er opslibbing plaatsvindt, zodat zich over vijftien jaar weer de vraag voordoet om te verwerven voor estuariene natuur. Mijn fractie is van mening dat er geen alternatief is. Kiezen voor ontpolderen betekent kiezen voor onderhoud van estuariene natuur en dus een keer in de zoveel tijd afplaggen of andere opties kiezen.

Bij het zoeken naar alternatieven is ook gekeken naar het Verdronken Land van Saeftinghe, maar dit heeft alles overwegende niet de voorkeur van de commissie-Maljers. De kritiek is voornamelijk gericht op de kosten die het vervuilde slib met zich brengt. Dat vind ik een niet helemaal eerlijk argument. Als wij overgaan tot ontpolderen, zal daarvoor behoorlijk wat grond verzet moeten worden. Dan komt eeuwenlang bemest cultuurland direct in aanraking met de zee en zal het uitspoelen van nutriënten een negatieve bijdrage aan de kwaliteit van het water leveren. Ik ga er vanuit dat wij niet zo ver afgraven dat er geen uitspoeling meer kan plaatsvinden. Dan duurt het opslibben ook heel erg lang. Er zijn vanmorgen nog meer alternatieven genoemd in de petities die voor deze vergadering zijn aangeboden, waaraan collega's ook al hebben gerefereerd.

De fractie van de ChristenUnie staat erom bekend hart te hebben voor het milieu en eraan te willen bijdragen dat Nederland als welvarend land een positieve bijdrage levert aan het milieu en onze natuur in plaats van welvaart ten koste te laten gaan van ons milieu. Er moet sprake zijn van een zorgvuldige balans, met oog voor economische, maatschappelijke belangen en menselijke gevoelens. Dat is onze invulling van het begrip rentmeesterschap en dat gaat wat verder dan alleen maar zeggen: zoekt en gij zult vinden of Tom Poes, verzin een list.

Ik denk dat wij steeds ruimte moeten hebben om tegenover de bezwaren die aan ontpolderen zijn verbonden, te zoeken naar alternatieven voor de 300 ha van de Hedwigepolder. Door een deel van het Verdronken Land van Saeftinghe af te plaggen of op een andere manier te verlagen, zou de niet meer werkende estuariene natuur zijn oorspronkelijke functie terugkrijgen. Door dit aan te vullen met andere projecten, elders in Zeeland, kan Nederland laten zien dat het ons ernst is met natuurherstel. Daarvan zijn vanmorgen voorbeelden genoemd.

De fractie van de ChristenUnie is zich bewust van de noodzaak om tot ratificering over te gaan en van de verantwoordelijkheid die zij draagt. Ik ben mij ervan bewust wat ontpolderen doet met de Zeeuwse ziel. Daarom blijf ik zoeken naar mogelijkheden om recht te doen aan eerdere uitspraken van deze Kamer over het voorkomen van gedwongen ontpoldering. Toch willen wij niet makkelijk en goedkoop weglopen voor onze verantwoordelijkheid om de consequenties die voortvloeien uit het ratificeren serieus te nemen. Ik vraag de bewindspersonen of goedkeuring onder voorbehoud mogelijk is, waarbij reële alternatieven voor ontpoldering en uitbreiding van de natuur, zoals in de verdragen besloten ligt, deel uitmaken van de beraadslaging.