Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie Werk en Inkomen

Juridische zaken

De Staatssecretaris van Sociale Zaken Postbus 11563 en Werkgelegenheid 2502 AN Den Haag De heer ing. A. Aboutaleb Prinses Beatrixlaan 82 Postbus 90801 2595 AL Den Haag 2509 LV DEN HAAG Telefoon (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45 www.iwiweb.nl

Contactpersoon Datum Doorkiesnummer Uw kenmerk UB/S/2007/12795/16-04-2007 E-mail Ons kenmerk 2007/2390 Onderwerp 1028/193
T-toets amvb in het kader van eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

Geachte heer Aboutaleb,

In uw bovenaangehaalde brief vraagt u de inspectie het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit SUWI in verband met eenmalige gegevensuitvraag aan burgers en intrekking van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten te toetsen op toezichtbaarheid. De uitgevoerde toets geeft aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.

consequenties voor het toezicht op de gegevensuitwisseling tussen Suwi-organisaties

Het voorgestelde artikel 5.22 van het Besluit SUWI bevat voorschriften over de beveiliging van de gegevensuitwisseling tegen inbreuken op de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijk- heid. De gebruikers (CWI, UWV, SVB en colleges van burgemeester en wethouders) en het IB dragen zorg voor die beveiliging en dienen ieder in een beveiligingsplan aan te geven hoe zij daaraan invulling geven. Op grond van het derde lid worden bij ministeriële regeling regels gesteld ten aanzien van de beveiliging.

In de huidige situatie is de beveiliging op overeenkomstige wijze geregeld in artikel 6.4 van de Regeling SUWI voor de Suwinetpartijen (CWI, UWV, burgemeester en wethouders en het IB). Daarbij is artikel 5.22 van de Regeling SUWI van overeenkomstige toepassing verklaard op het gebruik en de inrichting van Suwinet. Hierdoor zijn de Suwinetpartijen tevens verplicht zich jaarlijks te verantwoorden over de waarborgen voor beschikbaarheid, integriteit, vertrouwelijk- heid en controleerbaarheid van de uitwisseling van gegevens via Suwinet. Die verantwoording dient vergezeld te gaan van een oordeel en een rapport van bevindingen van een EDP-auditor. De normen waaraan de uitwisseling van gegevens via Suwinet moeten voldoen zijn opgenomen in bijlage XIV bij de Regeling SUWI, en zijn door de ketenpartijen nader uitgewerkt in een verantwoordingsrichtlijn en een normenkader.

De Inspectie Werk en Inkomen draagt door haar toezicht bij aan het doeltreffend functioneren van het stelsel van werk en inkomen. IWI is de onafhankelijke toezichthouder voor de minister van SZW.

Ons kenmerk 2007/2390

In het voorliggende ontwerpbesluit komt een verantwoordingsplicht niet voor. Wel is in para- graaf 3.4 van de nota van toelichting aangegeven, dat de organisaties als onderdeel van de jaar- lijkse verantwoording over de gegevensverwerking tevens rapporteren over het gebruik, de inrichting en de beveiliging van Suwinet1, voor zover dit binnen hun verantwoordelijkheids- domein valt. Hieruit concludeert de inspectie dat het wel de bedoeling is dat de organisaties zich blijven verantwoorden over de gegevensuitwisseling. Zoals gezegd, schrijft het besluit dat echter niet voor en wordt over de wijze waarop dit moet worden gerealiseerd evenmin iets ge- zegd.

Ten behoeve van de toezichtbaarheid op de gegevensuitwisseling, hecht de inspectie aan het continueren van de huidige voorschriften, zodat de partijen verantwoording afleggen over de opzet en werking van de maatregelen en procedures, gericht op het waarborgen van een exclu- sieve, integere, beschikbare en vooral controleerbare gegevensuitwisseling en waarbij de ver- antwoordingsrapportage wordt vergezeld van een oordeel en rapportage van een EDP-auditor.

De inspectie tekent hierbij aan dat in de huidige situatie de bepalingen over de verantwoording en het oordeel en rapport van bevindingen van een EDP-auditor daarover, formeel ook gelden voor de colleges van burgemeester en wethouders. Als gevolg van de gewijzigde wetgeving met betrekking tot de verantwoording door de colleges, zijn deze bepalingen in de praktijk ech- ter zonder betekenis. De verantwoording van het college aan de Raad vindt plaats op basis van de Gemeentewet. Deze verantwoording, aangevuld met een beperkte bijlage ten behoeve van het financieel beheer door de minister, geldt ook als verantwoording aan de minister (single audit/single information). Hierin is op geen enkele wijze voorzien in de verantwoording over de (beveiliging van de) gegevensuitwisseling. Het is gewenst hiermee rekening te houden bij het verder uitwerken van de verantwoordingsbepalingen.

De inspectie geeft u in overweging de verantwoording over de gegevensuitwisseling met in- achtneming van het vorenstaande te regelen in het ontwerpbesluit, dan wel, indien het de be- doeling is de verantwoording te regelen in de Regeling SUWI, dit in de toelichting te vermel- den.

In uw bovenaangehaalde brief geeft u aan dat er een bijlage Beveiliging elektronische voorzie- ningen zal worden uitgewerkt, en dat deze bijlage de opvolger is van Bijlage XIV bij de Rege- ling SUWI. Hoe deze bijlage er uit gaat zien is op dit moment nog onduidelijk. Evenmin is duidelijk op welke manier uitvoeringsorganisaties, gemeenten en eventueel ook partijen van buiten het SUWI-domein met toegang tot het Digitaal Klantdossier gebruik zullen maken van deze bijlage. De inhoud van de bijlage is in de eerste plaats van belang voor de wijze waarop


1 Zoals in de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel E, is aangegeven is het begrip Suwinet vervangen door 'elektronische voorzieningen'. Het verdient aanbeveling de tekst van paragraaf 3.4 daarop aan te passen.


2/6

Ons kenmerk 2007/2390
de organisaties de beveiliging inrichten. Daarnaast is deze van cruciaal belang voor de mate van diepgang van de verantwoording en daarmee voor de mogelijkheden voor IWI om gebruik te maken van deze verantwoordingsinformatie bij het toezicht op de gegevensuitwisseling. Ge- let hierop verzoekt de inspectie u deze bijlage voor een toezichtbaarheidstoets voor te leggen.

toezicht op de gegevensuitwisseling met derden

Artikel 5.23 van het ontwerpbesluit maakt het mogelijk de 'elektronische voorzieningen' ook te gebruiken voor gegevensuitwisseling met derden. Daarvoor dient op grond van het eerste lid overeenstemming te worden bereikt tussen de verantwoordelijke in de zin van de Wet be- scherming persoonsgegevens (Wbp) en één van de gebruikers voor zover die tot de gegevens- verstrekking of het opvragen van de gegevens bevoegd is. Onder gebruikers wordt verstaan (artikel 1.1, onderdeel 2, van het ontwerpbesluit): de CWI, het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders. Hieruit volgt dat de derde altijd tevens de verantwoordelijke is. Aangezien dit artikel ziet op gegevensuitwisseling en gezien de definitie van de verantwoor- delijke in de Wbp (de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursor- gaan dat, alleen of te zamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt), meent de inspectie dat deze formulering niet juist is. De inspectie geeft u in overweging de formulering aan te passen.

Op grond van artikel 5.23 kunnen de elektronische voorzieningen ook worden gebruikt voor de gegevensuitwisseling tussen gebruikers en andere instanties of personen indien er overeen- stemming is bereikt over zaken als regelmaat en wijze van verstrekking van gegevens. In de artikelsgewijze toelichting bij dit artikel is aangegeven dat dit kan worden vastgelegd in een overeenkomst. De inspectie vraagt zich af of deze beleidsruimte is beoogd. Uit de formulering van het tweede lid, waarin wordt verwezen naar "de overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid", kan immers worden opgemaakt dat het sluiten van een overeenkomst de regel is. Daarbij ver- dient het ook voor de toezichtbaarheid de voorkeur dat de overeenstemming wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. De inspectie geeft u in overweging de tekst van de artikels- gewijze toelichting aan te passen.

toezicht op het Inlichtingenbureau

Het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten wordt ingetrokken (artikel II van ontwerpbesluit). De bepalingen uit dat besluit worden voor zover relevant opgenomen in het Besluit SUWI en nader uitgewerkt in de Regeling SUWI. De inspectie stelt vast dat het huidige artikel 9 uit dit besluit, waarin budget, jaarplan, kwartaalverslagen, jaarverslag, jaarrekening en accountants- verklaring worden geregeld, ongewijzigd wordt overgenomen in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. Daarmee wordt aan een belangrijke randvoorwaarde voor het toezicht door de inspectie op het Inlichtingenbureau voldaan.


3/6

Ons kenmerk 2007/2390
Blijkens artikel 4.2 van de nota van toelichting is met de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen voor IB beoogd ruimte te bieden voor ondersteuning van andere beleidsvel- den dan de uitvoering van werk en inkomen door gemeenten. De taakomschrijving van het IB in het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten wordt hierop aangepast, aldus de nota van toelich- ting.2 Ook in de laatste alinea van paragraaf 4.3 van de nota van toelichting wordt ingegaan op deze andere taken: "Zoals aangegeven is het IB gerechtigd om andere taken ten behoeve van gemeenten uit te voeren, dan die voortvloeien uit de Wet SUWI. Deze worden beschreven in het jaarplan IB. Met dit besluit worden voorwaarden voor de uitoefening hiervan vastgelegd."

De inspectie vraagt zich allereerst af of artikel 63 van de Wet SUWI, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen, voldoende basis biedt voor regelgeving over dergelijke andere taken van het IB. In dit artikel is immers slechts bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld voor de taken, de financiering en het beheer van het Inlichtingenbureau bij de toepassing van de in artikel 62 van de Wet SUWI genoemde wetten (dat zijn de WWB, de IOAW en de IOAZ). De inspectie geeft u in overweging deze wettelijke grondslag nader te bezien en zo nodig aan te passen.

Verder merkt de inspectie op dat in het voorliggende ontwerpbesluit geen bepalingen zijn op- genomen betreffende de voorwaarden voor het verrichten van andere taken door het IB. Dit impliceert dat het de inspectie niet mogelijk is te beoordelen of, en zo ja, welke consequenties dit heeft voor het toezicht op het Inlichtingenbureau. Het IB kan ook nu al, op grond van artikel 2, tweede lid, van het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten, andere taken vervullen indien de Minister daarvoor schriftelijk toestemming geeft. Daarbij is artikel 3.1, eerste lid, van het Be- sluit SUWI van overeenkomstige toepassing, waardoor bij het verlenen van toestemming onder meer wordt beoordeeld of de taakuitoefening van de inspectie voldoende is gewaarborgd. De inspectie geeft u in overweging, als de wettelijke grondslag daarvoor voldoende ruimte biedt, de voorwaarden voor het verrichten van andere taken alsnog op te nemen in het Besluit SUWI en daarbij artikel 3.1, eerste lid, van het Besluit SUWI van overeenkomstige toepassing te ver- klaren.

relatie met Wbp

In het voorgestelde artikel 5.24 van het Besluit SUWI wordt bepaald dat het IB bewerker is in de zin van de Wbp voor het verwerken van gegevens die bij of krachtens enige wet door tus- senkomst van het IB aan of door colleges van burgemeester en wethouders worden verstrekt. Onder 'bewerker' in de zin van de Wbp wordt verstaan: degene die ten behoeve van de verant- woordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder rechtstreeks aan zijn gezag te zijn onderwor-

2 In deze zin in de nota van toelichting dient 'in het Besluit Inlichtingenbureau gemeenten' te worden geschrapt. Dit besluit wordt namelijk niet aangepast, maar geschrapt.

4/6

Ons kenmerk 2007/2390
pen (artikel 1, aanhef en onderdeel e, van de Wbp). Op grond van het voorgestelde artikel 5.20 van het Besluit SUWI wordt in het Gegevensregister SUWI geregeld wie de verantwoordelijke is in de zin van de Wbp. In de nota van toelichting wordt op een aantal plaatsen ingegaan op de relatie van de voorgestelde wijzigingen met de Wbp. Zo wordt er in in paragraaf 3.4 van de nota van toelichting aandacht geschonken aan de relatie met artikel 13 van de Wbp.

Er wordt evenwel niet ingegaan op de verplichtingen van de verantwoordelijke en de bewerker, respectievelijk op de vraag wie van deze partijen aansprakelijk is bij eventuele schade (artike- len 14, 15 en 49 van de Wbp) in relatie tot de artikelen 62 en 63 van de Wet SUWI en het Be- sluit SUWI, zoals deze komen te luiden na de wijzigingen in verband met de eenmalige gege- vensuitvraag. In de artikelsgewijze toelichting op het voorgestelde artikel 5.24 Besluit SUWI wordt slechts aangegeven dat de bewerker gegevens verwerkt overeenkomstig de instructies van de verantwoordelijke. Hierbij wordt niet expliciet gesproken over een contractuele relatie (overeenkomst of andere rechtshandeling waardoor een verbintenis ontstaat als bedoeld in arti- kel 14 Wbp) tussen de verantwoordelijke en de bewerker. Ook in paragraaf 4.3 van de nota van toelichting, waarin wordt ingegaan op het toezicht op het IB door de inspectie, de Algemene Rekenkamer en het College bescherming persoonsgegevens, wordt geen aandacht besteed aan de relatie met de rol van de 'verantwoordelijke' ten opzichte van de bewerker, c.q. het IB. Om misverstanden ter zake te voorkomen geeft de inspectie u in overweging om in de toelichting bij het voorgestelde artikel 5.24 en met betrekking tot het toezicht specifiek aandacht te beste- den aan de relatie met de artikelen 14, 15 en 49 van de Wbp.

bekendmaking bijlage II

In bijlage II bij het Besluit SUWI worden de gegevens vermeld die niet worden verkregen van uitkeringsgerechtigden, alsmede de bron waaruit deze gegevens afkomstig zijn (zie het voorge- stelde artikel 5.2a van het Besluit SUWI). Dit, aldus de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel C, om het voor uitvoeringsorganen, werkgevers en burgers inzichtelijk te maken welke gegevens voor meervoudig gebruik beschikbaar zijn. Uit het slotformulier van het ont- werpbesluit volgt evenwel dat deze bijlage niet wordt gepubliceerd in het Staatsblad, maar ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen- heid. Dit impliceert dat deze bijlage met name voor de doelgroepen werkgevers en burgers minder goed toegankelijk zal zijn. Hoewel deze wijze van publiceren voor de toezichtbaarheid van de eenmalige gegevensuitvraag geen verschil maakt, meent de inspectie er toch goed aan te doen u in overweging te geven, ook bijlage II te publiceren in het Staatsblad. De toegankelijk- heid en kenbaarheid voor werkgevers en burgers wordt daardoor vergroot, hetgeen ook de ef- fectiviteit van de eenmalige gegevensuitvraag ten goede kan komen.

Het ontwerpbesluit en de daarbij behorende nota van toelichting geven de inspectie verder aan- leiding tot het maken van enige technische opmerkingen. Deze opmerkingen zijn opgenomen in de bijlage bij deze brief.

5/6

Ons kenmerk 2007/2390

Ik vertrouw erop u hiermee van dienst te zijn en verzoek u mij, overeenkomstig de afspraken zoals die zijn neergelegd in het Protocol SG-IG IWI 2004, schriftelijk te informeren of, en zo ja tot welke aanpassingen de resultaten van de uitgevoerde Toezichtbaarheidstoets aanleiding hebben gegeven.

Hoogachtend,
Inspecteur-generaal

(Mw. mr.drs. C. Kervezee)

Bijl.
St/Wo

6/6