abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
4 december 2007 3
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGP-2007/9191 -
Onderwerp
voortgangsrapportage aanpak passages stoptonend sein (STS)
Geachte voorzitter,
Conform de toezegging van mijn ambtsvoorganger in het Algemeen Overleg over ATB
en ERTMS van 7 februari 2007 ontvangt u hier bij de rapportage "STS-passages 2006
Analyse en resultaten over de periode 2002 2006"(zie bijlage 1). Tevens is de
reactie1 van de spoorbranche op deze rapportage bijgevoegd (zie bijlage 2).
Daarnaast is de "Voortgangsrapportage Passages Stoptonend Sein (STS), 31-10-
2007"2 van de spoorbranche bijgevoegd (zie bijlage 3).
De ontwikkelingen met betrekking tot STS-passages in 2006 zijn niet positief. Het
totale aantal STS-passages in 2006 ligt 8% hoger dan in het referentiejaar 2003. Het
met deze STS-passages gepaard gaande risico ontwikkelde zich in 2006 negatief,
hoewel het aantal STS-passages met een (ernstig) potentieel risico niet afwijkt van
voorafgaande jaren. De spoorbranche zet zich in om in 2009 het aantal met de helft
en het risico met driekwart te reduceren in vergelijking met 2003.
De huidige negatieve ontwikkeling met betrekking tot STS-passages baart mij zorgen.
De ontwikkelingen van 2006 geven aan dat hiervoor nog het nodige moet gebeuren.
Omdat veiligheid hoog op mijn agenda staat, zal mijn departement hier nog
nadrukkelijker aandacht aan geven. De spoorbranche onderschrijft de analyse en
conclusies van de voortgangsrapportage. Ik ben dan ook blij dat de spoorbranche een
1 "Reactie Stuurgroep op rapportage "STS-passages 2006" van IVW", kenmerk Z-
062802/BVD/briefminv&w/20723827, 12 november 2007
2 kenmerk Z-062802/BVD/voortgangSTS/20723829, 12 november 2007
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGP-2007/9191
aantal extra acties in gang heeft gezet om het aantal STS-passages terug te dringen. Ik
zal de spoorbranche bovendien vragen mij aan te geven welk effect de conclusies over
de implementatie van ATB Verbeterde versie hebben en welke eventueel noodzakelijke
beheersmaatregelen genomen kunnen worden om er naar te streven dat de
doelstellingen voor de reductie van het aantal STS-passages en de daaraan verbonden
risico's tijdig gerealiseerd zullen worden. Daarnaast zal mijn departement in overleg
met de spoorbranche extra aandacht geven aan het opleidingstraject van machinisten.
Ik zal in de komende tijd de ontwikkeling van de STS-passages, de in gang gezette
maatregelen en in het bijzonder de implementatie van ATB Verbeterde versie
nauwlettend volgen en u na het tweede kwartaal van 2008 daaromtrent informeren.
De stijging van het aantal STS-passages doet zich onder meer voor bij het
goederenvervoer en bij vervoerders verantwoordelijk voor een specifiek deel van het
vervoerproces (bijvoorbeeld het rangeren). Hoewel de risico's van STS-passages bij
goederenvervoerders niet hoger zijn dan bij reizigersvervoerders ligt het aantal STS-
passages bij goederenvervoerders relatief gezien beduidend hoger, ook als
gecorrigeerd wordt voor "rangeerbewegingen". Ook het hoge aantal STS-passages
dat bij recidive seinen voorkomt en het hoge aandeel van STS-passages gemaakt door
leeg materieeltreinen vraagt blijvende aandacht.
Niet alle soorten STS-passages zijn even risicovol. De gehanteerde
risicobeoordelingsmethode geeft informatie over de risico's van STS-passages. De
spoorbranche moet deze gebruiken bij de evaluatie en eventuele bijstelling van de
door haar in gang gezette maatregelen. De Inspectie zal hierop toezien. Uit de
rapportage blijkt onder andere dat de risico's van STS-passages van treinen die bij een
geel of rood sein vertrekken aanzienlijk hoger zijn dan die van andere STS-passages op
een emplacement. Ook blijkt dat STS-passages bij het uitrijden naar de vrije baan
(waar sporen samenkomen) risicovoller zijn dan die bij binnenkomst vanaf de vrije
baan (waar sporen zich vertakken).
Het spoorverkeer groeit op dit moment sterk. Het aantal treinen neemt de komende
jaren verder toe. Daar staat tegenover dat de komende tijd een steeds groter deel van
het goederenvervoer over de Betuweroute zal worden afgewerkt. Op deze lijn is het
ERTMS systeem geïnstalleerd, dat een veel kleinere kans op STS-passage kent dan het
elders gebruikte ATB-Eerste Generatie systeem. Per saldo leiden deze ontwikkelingen
naar verwachting tot een autonoom gelijkblijvend niveau van STS-passages. De
inspanningen die de spoorbranche levert zullen de komende jaren meer effect moeten
hebben. De technische maatregel waar zeer veel van wordt verwacht, de introductie
van ATB Verbeterde versie, zal vanaf 2009 meetbaar zijn.
Om de doelstellingen voor de reductie van het aantal STS-passages en de daaraan
verbonden risico's te kunnen bereiken heeft de spoorbranche de volgende extra acties
in gang gezet:
1. Door de Inspectie is onlangs geconstateerd dat er onvoldoende samenhang
bestaat tussen de uit te voeren acties van de vervoerders binnen het
machinistenprogramma. De spoorbranche heeft daarom besloten dat vanuit de
vervoerders een projectleider wordt benoemd voor het opzetten van een
---
VenW/DGP-2007/9191
eenduidig programma bij alle vervoerders. Deze projectleider wordt op korte
termijn aangesteld, zodat er vanaf begin 2008 bij alle vervoerders een
aantoonbare intensivering van het machinistenprogramma zal plaatsvinden.
2. Nog dit jaar zal NS Reizigers het onderzoek waarom leeg materieel vaak betrokken
is bij STS-passages afronden. Bij dit onderzoek wordt tevens externe
veiligheidskundige expertise betrokken.
3. ProRail zal na elke nieuwe STS-passage, samen met de betrokken vervoerder,
nader onderzoek uitvoeren. Dergelijk onderzoek zal als standaard maatregel in de
staande organisatie geborgd worden.
4. Er zal nader onderzoek worden uitgevoerd naar de achterliggende oorzaken van
STS-passages bij zogenaamde recidive seinen. Dit onderzoek zal in het tweede
kwartaal van 2008 worden afgerond.
5. Het aantal STS-passages is bij goederenvervoerders relatief groter dan bij
reizigersvervoerders. Een projectleider vanuit de goederenvervoerders zal
onderzoeken of hier aanwijsbare oorzaken voor zijn en, zo ja, of er maatregelen
ondernomen kunnen worden om dit aantal terug te dringen. Dit onderzoek zal in
het tweede kwartaal van 2008 worden afgerond.
6. De zogenaamde technische STS-passages vormen een bijzondere categorie. Hierbij
is er weliswaar sprake van een storing in het beveiligingssysteem, maar zonder
direct veiligheidsrisico. Dergelijke STS-passages kunnen echter mogelijk wel
invloed hebben op het gedrag en verwachtingspatroon van machinisten. Hierop
zal een nadere analyse uitgevoerd worden, die in het tweede kwartaal van 2008
gereed zal zijn.
7. De rapportage van de Inspectie concludeert onder andere dat in 2006 significant
veel meer STS-passages hebben plaatsgevonden door zogenaamde doorrollende
treinen dan gemiddeld in de periode 2002-2005. Onderzocht zal worden waarom
dergelijke STS-passages vaker voorkomen. Dit onderzoek zal gereed zijn in het
tweede kwartaal van 2008.
Zoals hierboven aangegeven wordt een belangrijke bijdrage aan de reductie van het
aantal STS-passages en de daaraan verbonden risico's verwacht van de implementatie
van ATB Verbeterde versie. Gezien dit aanzienlijke belang heeft de spoorbranche een
analyse naar de tijdige haalbaarheid hiervan laten uitvoeren door het bureau Horvat
en Partners. De spoorbranche schrijft in de "Voortgangsrapportage Passages
Stoptonend Sein (STS), 31-10-2007" dat zij op basis hiervan tot de volgende
hoofdconclusies komt:
1. De aanpassingen in de infrastructuur (1000 seinen) zijn haalbaar vóór 1 januari
2009.
2. Het materieel dat door middel van software aanpassingen geschikt gemaakt moet
worden voor ATB Verbeterde versie (1300 treinen) kan vóór 1 januari 2009 gereed
zijn.
3. Het materieel dat bovendien hardware aanpassingen vergt (450 treinen) kan niet
volledig gereed zijn vóór 1 januari 2009. Horvat en Partners verwacht dat deze
aanpassingen pas medio 2009 gereed zullen zijn.
---
VenW/DGP-2007/9191
Tenslotte informeer ik u dat ik op 14 november 2007 samen met mijn collega van
VROM afspraken heb gemaakt met de bestuurders uit de provincies Noord-Brabant,
Limburg en Zuid-Holland over de implementatie van ATB Verbeterde versie op de
meest risicovolle locaties in Zuid-Nederland en Zuid-Holland, mede in verband met het
vervoer van gevaarlijke stoffen. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan de
hierboven genoemde doelstellingen voor de reductie van het aantal STS-passages en
de daaraan verbonden risico's. Mijn departement heeft inmiddels aan ProRail
gevraagd om de realisatie hiervan voortvarend op te pakken. In aanvulling op de
hierboven genoemde 1000 seinen zal overigens ook op andere plaatsen waar
gevaarlijke stoffen vervoerd worden ATB Verbeterde versie toegepast worden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
Bijlagen:
1. rapportage "STS-passages 2006 Analyse en resultaten over de periode 2002
2006", 20 september 2007, versie 1.10
2. brief "Reactie Stuurgroep op rapportage "STS-passages 2006" van IVW", 12
november 2007, kenmerk Z-062802/BVD/briefminv&w/20723827
3. brief "Voortgangsrapportage Passages Stoptonend Sein (STS), 31-10-2007", 12
november 2007, kenmerk Z-062802/BVD/voortgangSTS/20723829 en
bijbehorende rapportage (versie 5.0)
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat