Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 december 2007

Vragen van het lid Gill'ard (PvdA), Koser Kaya (D66) en van Miltenburg (VVD) aan de staatssecretaris van VWS

over het wegvallen van de subsidie voor medische en seksuele hulpverlening verleend door de bestaande Rutgershuizen.


1. Klopt het dat de bestaande Rutgershuizen niet meer gesubsidieerd worden door het ministerie van VWS?{1}


2. Zijn er plannen ontwikkeld om de afbouw van deze huizen te regelen? Zo ja, hoe ziet het afbouwtraject eruit? Zo nee, waarom is dit niet geregeld?


3. Erkent u dat bij deze huizen veel expertise is opgebouwd in de afgelopen 30 jaar ten aanzien van seksuele hulpverlening en voorlichting? Zo ja, waarom heeft u besloten deze expertise niet meer in te zetten?


4. Hoe onderbouwt u uw keuze om 25-plussers niet meer in aanmerking te laten komen voor gesubsidieerde seksuele hulpverlening, terwijl 60 procent van de hulpvraag aan de Rutgershuizen en abortusklinieken voortkomt uit deze 25-plussers groep?


5. Is het de verwachting dat de eerstelijns seksuele hulpverlening voor de 25-plussers via de huisarts en de gespecialiseerde zorg (urologen, seksuologen, psychologen etc) goedkoper is dan de eerstelijns seksuele hulpverlening via de Rutgershuizen? Kan de staatssecretaris een berekening meesturen waaruit blijkt dat de eerstelijns seksuele hulpverlening via de laagdrempelige, anonieme, toegankelijke Rutgershuizen niet goedkoper is dan seksuele hulpverlening via de huisarts?


6. Hoeveel procent van de seksuele hulpvragen bij de huisartsen wordt doorverwezen naar de gespecialiseerde ziekenhuis zorg (urologen, seksuologen, psychologen)?


7. Op welke wijze organiseert de overheid preventie van zwangerschap wanneer alleen individuele zorgtrajecten worden vergoed en er geen subsidie meer is voor algemene voorlichting en preventie?


8. Bent u bekend met de problemen die PretermRutgers in Den Haag door het wegvallen van deze subsidie zal ondervinden ten aanzien van de nieuwe huisvesting van de kliniek waarvoor zij jarenlange contractuele afspraken hebben gemaakt?


9. Waarom verwacht u dat de PretermRutgers-kliniek in Den Haag de gevolgen van het wegvallen van de subsidie voor seksuologische hulpverlening zelf kan opvangen? Betekent dit dat de kliniek geen voorlichting en andere seksuele hulpverlening mag en/of kan verlenen of betekent dit dat de hulp die de kliniek biedt volledig door de hulpzoekende zelf moet worden betaald? Als dit laatste het geval is, betekent dit dan het einde van een laagdrempelig, anonieme, en toegankelijke seksuele hulpverlening?


10. Bent u van mening dat de overheid deze problemen niet op de PretermRutgers zou moeten afschuiven? Zo ja, wat gaat u daar aan doen. Zo nee, waarom doet u niets?


11. Is het de bedoeling dat de GGD met de te ontvangen subsidie hulpverleningstrajecten inkoopt bij de Rutgershuizen?


12. Bent u van mening dat in een open seksuele samenleving als de onze, seksuele hulpverlening, preventie en abortushulpverlening naast elkaar een plaats moeten blijven hebben?


13. Kan de evaluatie van de Rutgershuizen naar de Kamer worden gestuurd conform de toezegging van de vorige staatssecretaris van VWS? Wanneer kunnen wij deze evaluatie verwachten?


14. Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden in verband met het beëindigen van de subsidie per 1 januari 2008?

{1} Brief met uw Kenmerk PG/ZP 2.805.770

­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl