Gerechtelijke organisatie

Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep in de zaak van een tot levenslang veroordeelde

's-Gravenhage, 4 december 2007 - De Hoge Raad heeft op 4 december 2007 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een man die wordt verdacht van een moord, van drie pogingen tot moord en van grof geweld tegen dieren. Het hof Arnhem heeft op 13 juni 2006 die feiten bewezen verklaard en de verdachte veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf (zie rechtspraak.nl, LJN AX7374).

De verdachte heeft cassatieberoep ingesteld tegen die uitspraak. Namens de verdachte heeft mr. H.J.M. van Denderen, advocaat in Hengelo, geklaagd over de strafoplegging en over de motivering daarvan. Hij stelt dat het hof met een tijdelijke gevangenisstraf had behoren te volstaan en met TBS omdat de verdachte niet onbehandelbaar zou zijn.

Bij conclusie van 25 september 2007 heeft advocaat-generaal mr. A.M. Machielse de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen.
Het hof had geoordeeld dat de verdachte "een levensgroot gevaar" vormt voor de samenleving indien hij op vrije voeten komt zonder effectief te zijn behandeld. Een zodanige behandeling is volgens het hof echter niet meer aan de orde omdat de verdachte al gedurende zestien en een half jaar in het kader van een ter beschikkingstelling werd behandeld en een aantal van de hoogst ernstige delicten is gepleegd tijdens die behandeling. Bovendien heeft hij zelf aangegeven van een dergelijke behandeling alleen maar slechter te zijn geworden. Uit een oogpunt van maatschappijbeveiliging en vergelding is de opgelegde straf volgens de Hoge Raad dan ook niet onbegrijpelijk.
Gevolg van deze uitspraak is dat de door het hof uitgesproken veroordeling onherroepelijk is geworden.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 4 december 2007. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.

Den Haag, 4 december 2007
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236

LJ Nummer

BB6351

Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 4 december 2007 Naar boven