Raad van State




Uitspraken in de media

Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:

mr. Sabine Heijstek-van Leussen (070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00)

mr. Daniël Tempelman (070 - 426 48 12 / 06 - 23 31 75 06)

De mediagevoelige zaken van deze week zijn:

(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer
klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200607948/1
(Milieuvergunning voor baggerspeciedepot in de Ingensche Waarden
in Buren)
Uitspraak over de milieuvergunning die het college van
gedeputeerde staten van Gelderland en de staatssecretaris van
Verkeer en Waterstaat hebben verleend voor een baggerspeciedepot
in de Ingensche Waarden in de gemeente Buren. De vergunning is
verleend aan het bedrijf De Ingensche Waarden B.V. dat op de
voormalige zandwinlocatie in de uiterwaarden bij Ingen, bagger wil
storten. Onder andere de Stichting Milieuwerkgroep Buren, de
PvdA-afdeling gemeente Buren en Milieustichting Red de Betuwe
verzetten zich tegen de vergunning. Zij vrezen dat het storten van
bagger leidt tot vervuiling van het grondwater en het
oppervlaktewater. Volgens hen is dit onder meer in strijd met de
Europese Grondwaterrichtlijn (Richtlijn 80/68/EEG). De zaak is op
27 augustus van dit jaar op zitting behandeld. Zie eveneens de
uitspraak van de Raad van State in zaaknummer 200608060/1 die de
Raad van State eveneens op 5 december 2007 openbaar heeft gemaakt.
Die zaak gaat over de vergunning op grond van de Wet
verontreiniging oppervlaktewateren aan het bedrijf is verleend
voor de stort van de bagger.

* 200608060/1
(Vergunning Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor
baggerspeciedepot in de Ingensche Waarden in Buren)
Uitspraak over de vergunning die het college van gedeputeerde
staten van Gelderland en de staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat hebben verleend voor een baggerspeciedepot in de
Ingensche Waarden in de gemeente Buren. Het gaat om een vergunning
op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Deze
vergunning is verleend aan het bedrijf De Ingensche Waarden B.V.
dat op de voormalige zandwinlocatie in de uiterwaarden bij Ingen,
bagger wil storten. De Milieustichting Red de Betuwe verzet zich
tegen de vergunning. Zij vreest dat het storten van bagger een
vervuiling van het grondwater en het oppervlaktewater tot gevolg
heeft. De zaak is op 27 augustus van dit jaar op zitting
behandeld. Zie eveneens de uitspraak van de Raad van State in
zaaknummer 200607948/1 die de Raad van State eveneens op 5
december 2007 openbaar heeft gemaakt. Die zaak gaat over de
milieuvergunning aan het bedrijf is verleend voor de stort van de
bagger.

* 200609224/1
(Afwijzing door de minister van BZK om aan de SGP voor 2006
subsidie op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen te
verlenen)
Uitspraak over de afwijzing door de minister van BZK van het
verzoek van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) om subsidie
op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen (Wspp) voor
het jaar 2006 te verlenen. De minister heeft hiermee gevolg
gegeven aan een uitspraak van de civiele kamer van de rechtbank in
Den Haag. Die had in september 2005 geoordeeld naar aanleiding van
een beroep van onder meer de Stichting Proefprocessenfonds Clara
Wichmann dat de Staat in strijd handelt met artikel 7 van het
Vrouwenverdrag indien subsidie wordt verleend aan de SGP. Daarom
heeft de rechtbank toen bevolen dat de minister voortaan artikel 2
van de Wspp buiten toepassing moet laten wanneer de SGP om
subsidie verzoekt. In dit artikel is kort gezegd bepaald dat de
minister van BZK subsidie kan verstrekken aan een politieke partij
indien aan een aantal voorwaarden is voldaan. Hoewel de SGP aan
deze voorwaarden voldoet, mag de minister dus geen subsidie
verlenen. Onder meer de SGP en de Vereniging SGP-jongeren zijn
tegen de afwijzing van de subsidie-aanvraag door de minister in
beroep gekomen bij de bestuursrechter van de rechtbank in Den
Haag. De rechtbank heeft in november 2006 hun beroep tegen de
afwijzing ongegrond verklaard, omdat zij het met de minister eens
is dat hij niet anders kon dan de subsidieaanvraag te weigeren,
omdat hij anders zelf onrechtmatig zou handelen. De SGP is het
niet met deze uitspraak eens en is in hoger beroep gekomen bij de
Raad van State. De Clara Wichmann Stichting en meerdere andere
stichtingen, zoals onder meer de FNV Vrouwenbond en de Nederlandse
Vereniging voor Vrouwenrechten, hebben zich in deze zaak als
derde-belanghebbende aangemeld. De zaak is op 24 september van dit
jaar op zitting behandeld.

* 200700167/1
(Bestemmingsplan "1e Herziening N201-zone" van de gemeente
Aalsmeer)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde
staten van Noord-Holland van het bestemmingsplan "1e Herziening
N201-zone" van de gemeente Aalsmeer. Het plan heeft betrekking op
het tracé van de omgelegde N201 voor zover dat is gelegen in de
gemeente Aalsmeer. Het tracé maakt onderdeel uit van het
Masterplan N201+ dat voorziet in de verlegging van de N201 vanaf
de rijksweg A4 tot voorbij Amstelhoek. Een aanzienlijke groep
inwoners van Aalsmeer komt tegen het goedkeuringsbesluit in beroep
bij de Raad van State. Zij vrezen met name voor zware
geluidsoverlast als gevolg van de weg. In dat verband zijn zij van
mening dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de geluidseffecten
van de weg. Ook voeren zij aan dat de luchtkwaliteit verslechtert
door de komst van de weg. De zaak is op 26 oktober van dit jaar op
zitting behandeld. Zie ook de uitspraak in zaak 200700281/1 die de
Raad van State eveneens op 5 december 2007 openbaar heeft gemaakt.
Die zaak gaat over het bestemmingsplan "N201-zone" van de gemeente
Aalsmeer.

* 200700281/1
(Bestemmingsplan "N201-zone" van de gemeente Aalsmeer)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde
staten van Noord-Holland van het bestemmingsplan "N201-zone" van
de gemeente Aalsmeer. Dit plan heeft tot doel om de leefbaarheid
en de bereikbaarheid van het gebied rondom de N201 in de gemeente
te verbeteren. Het gaat om een verouderd glastuinbouwgebied en het
plan voorziet in een nieuw, mede op glastuinbouw gericht
bedrijventerrein. Tegen dit goedkeuringsbesluit komen meerdere
inwoners van Aalsmeer in beroep bij de Raad van State. De zaak is
op 26 oktober van dit jaar op zitting behandeld. Zie ook de
uitspraak in zaak 200700167/1 die de Raad van State eveneens op 5
december 2007 openbaar heeft gemaakt. Die zaak gaat over het
bestemmingsplan "1e Herziening N201-zone" van de gemeente
Aalsmeer.

* 200702139/1
(Boete voor slijterij Dirck III in Hoofddorp vanwege verkoop
sterke drank aan jongeren)
Uitspraak over de boete die de minister van VWS heeft opgelegd aan
slijterijketen Dirck III in Hoofddorp vanwege overtreding van het
verbod om geen sterke drank te verstrekken aan jongeren die nog
geen 18 jaar oud waren. De boete is opgelegd naar aanleiding van
een controle van de Voedsel en Waren Autoriteit in de slijterij
van Dirck III aan het Burgemeester van Stamplein in Hoofddorp.
Volgens de minister was Dirck III verplicht twee jongeren te
vragen naar hun identiteitsbewijs, om vast te kunnen stellen of
zij de vereiste leeftijd hadden. De slijterij heeft dit nagelaten.
Dirck III bestrijdt de boete omdat zij vindt dat de betreffende
jongeren niet onmiskenbaar te jong waren om sterke drank te kopen
en stelt dat de waarnemingen door de controleambtenaren niet
gebaseerd waren op objectieve criteria. De rechtbank in Haarlem
heeft in dit argument van de slijterij reden gezien het beroep van
Dirck III tegen de boete gegrond te verklaren en heeft het besluit
vernietigd en herroepen. Tegen deze uitspraak komt de Voedsel en
Waren Autoriteit, namens de minister, in hoger beroep bij de Raad
van State. Zij stelt onder meer dat de waarneming van een
controleambtenaar als betrouwbaar mag worden gezien en dat geen
sprake is van een inschatting, maar van een zogenoemde directe
waarneming. De zaak is op 30 augustus 2007 van dit jaar op zitting
behandeld. Zie ook de uitspraak in zaaknummer 200702146/1 die de
Raad van State eveneens op 5 december 2007 openbaar heeft gemaakt.
Die zaak gaat over een soortgelijke boete die de minister aan
Dirck III heeft opgelegd.

* 200702146/1
(Boete voor slijterij Dirck III in Hilversum vanwege verkoop
alcoholhoudende drank aan jongeren)
Uitspraak over de boete die de minister van VWS heeft opgelegd aan
slijterijketen Dirck III in Hoofddorp vanwege overtreding van het
verbod om alcoholhoudende drank te verstrekken aan jongeren die
nog geen 16 jaar oud waren. De boete is opgelegd naar aanleiding
van een controle van de Voedsel en Waren Autoriteit in de
slijterij van Dirck III in de kelder van winkelcentrum
'Hilvertshof' in Hilversum. Volgens de minister was Dirck III
verplicht een jongen te vragen naar zijn identiteitsbewijs, om
vast te kunnen stellen of hij de vereiste leeftijd had. De
slijterij heeft dit nagelaten. Dirck III bestrijdt de boetes omdat
zij vindt dat de betreffende jongen niet onmiskenbaar te jong was
om alcoholhoudende drank te kopen en stelt dat de waarnemingen
door de controleambtenaren niet gebaseerd waren op objectieve
criteria. De rechtbank in Haarlem heeft in dit argument van de
slijterij reden gezien het beroep van Dirck III tegen de boete
gegrond te verklaren en heeft het besluit vernietigd en herroepen.
Tegen deze uitspraak komt de Voedsel en Waren Autoriteit, namens
de minister, in hoger beroep bij de Raad van State. Zij stelt
onder meer dat de waarneming van een controleambtenaar als
betrouwbaar mag worden gezien en dat geen sprake is van een
inschatting, maar van een zogenoemde directe waarneming. De zaak
is op 30 augustus 2007 van dit jaar op zitting behandeld. Zie ook
de uitspraak in zaaknummer 200702139/1 die de Raad van State
eveneens op 5 december 2007 openbaar heeft gemaakt. Die zaak gaat
over een soortgelijke boete die de minister aan Dirck III heeft
opgelegd.