Jeugd en Gezin: Rouvoet maakt afspraken over aanpak overbodige bureaucratie
Maandag 3 december 2007, nummer 59
Rouvoet maakt afspraken over aanpak overbodige bureaucratie
'Minder papier en meer hulp.' Dat is de inzet van minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin en vier provincies en de stadsregio Rotterdam. Rijk en provincies zetten zich ervoor in om de ervaren regeldruk met 25 procent te verminderen in de periode tot 2011. Rouvoet, de vier gedeputeerden Van Noord-Brabant, Overijssel, Utrecht, Zuid-Holland en de portefeuillehouder van Rotterdam hebben daartoe maandag 3 december 2008 een samenwerkingsafspraak ondertekend.
Volgens minister Rouvoet delen het rijk en de provincies een gezamenlijke ambitie; de ervaren regeldruk in de jeugdzorg verminderen. 'Minder regeldruk zorgt ervoor dat er meer tijd is voor het daadwerkelijk verlenen van hulp. Dat motiveert de hulpverleners. Kinderen en ouders zullen dat merken in de bejegening, de snelheid en de zorgvuldigheid door de zorgverleners', zei hij tijdens de bijeenkomst.
Rouvoet zet er van zijn kant op in dat de indicatiestelling voor de jeugdzorg wordt vereenvoudigd. De eis dat er na 13 weken een herindicatie moet worden gesteld, is vervallen. Ook wordt de regelgeving aangepast, waardoor de duur en omvang van de behandeling niet langer in de indicatie hoeft te worden meegenomen. Gedragswetenschappers wil hij alleen nog bij de indicatiestelling inzetten als dat echt nodig is.
Door minder en gerichter informatie op te vragen aan de hulpverleners, verwacht hij verder de belasting voor hulpverleners te verminderen. De eigen bijdrageregeling voor kinderen in de jeugdzorg gaat Rouvoet afschaffen. Met de sector is afgesproken dat alle formulieren van het bureau Jeugdzorg binnen twee jaar begrijpelijk zullen zijn voor de cliënten. Verder kondigde de minister aan dat de ervaren regeldruk zal worden gemeten, en dat in 2011 opnieuw een meting zal worden gedaan zodat het verschil zichtbaar wordt.
Ook stelt Rouvoet een meldpunt voor professionals in. Zij kunnen daar de in hun ogen overbodige regels aanmelden. De provincies en Rotterdam zullen ook hun bijdrage leveren om de doelstelling van 25% minder regeldruk te bereiken. Zij zullen ook onderling informatie over de vermindering van de regeldruk uitwisselen, over de geboekte voortgang, over succesvolle en minder succesvolle ervaringen.
-0-0-0-