Conferentie Zoet Flakkee groot succes
Ontpoldering Zuiderdieppolder kan niet doorgaan
STELLENDAM, 20071201 -- Belangstelling was er in ieder geval. Ruim 300 mensen bezochten vrijdagmiddag de conferentie van Werkgroep Zoet Flakkee, over de noodzaak van zoet water en landbouw in de Zuiderdieppolder, te Stellendam. Onder hen waren zo'n 40 landelijke, provinciale en lokale politici. Vooraf brachten zij een werkbezoek aan de Zuiderdieppolder, om de kwaliteit van de gronden en de florerende fauna te aanschouwen.
Er bestaan plannen vanuit projectbureau DeltaNatuur om de huidige Zuiderdieppolders, gelegen aan de noordkant van Goeree-Overflakkee, om te vormen tot een brak getijdengebied. Tegen deze plannen is veel weerstand onder de lokale bevolking. Daarom organiseerde Werkgroep Zoet Flakkee deze conferentie.
Ad Koppejan, lid van de Tweede Kamer voor het CDA, beet als eerste spreker de spits af. Hij wilde vooral niet vertellen hoe het moet: `Dit moet door de lokale overheid in alle vrijheid worden gedaan. Hierbij moet geen sprake zijn van zachte dwang, doordat wordt gedreigd met intrekken van vergunningen van bijvoorbeeld ruimtelijke ordeningprojecten.' Volgens hem kunnen landbouw, natuur en recreatie prima samengaan. `Maar nu is landbouw wel heel goed voor de economie, bovendien is er een enorme vraag naar voedsel. We moeten zuinig zijn op onze akkerbouwgronden.'
F.H. Haanstra, voorzitter van LTO-Noord provincie Zuid-Holland, sloot hier bij aan. De landbouw bevindt zich volgens hem op een keerpunt: `Van een dumpmarkt zijn we nu weer op een vraaggerichte markt gekomen. Voedsel wordt schaars. Het ING-rapport van afgelopen maandag laat zien dat duurzame landbouw nodig is. Bovendien: iedere hectare landbouwgrond die in Nederland wordt ingeleverd, betekent elders vier nieuwe hectares landbouwgrond, omdat in Nederland nu eenmaal hoogproductief wordt gewerkt.' Bij het democratisch gehalte van DeltaNatuur had Haanstra veel vragen. Als LTO zijn zij vanaf het begin betrokken geweest bij de planvorming. Keer op keer bleek dat DeltaNatuur zich niet aan de afspraken hield. Zo werd bijvoorbeeld het idee van vrijwillig afstaan van gronden verlaten zodra bleek dat boeren niet mee wilden werken. Dat laatste komt volgens Haanstra door de kruideniersmentaliteit van de overheid.
Als ingevoerde in de watersystemen van Flakkee sprak J. van Nieuwenhuyzen. Het waterschap is ook bij de plannen betrokken, omdat de waterhuishouding op Flakkee moet worden aangepast naar aanleiding van de Kader Richtlijn Water. Van Nieuwenhuyzen betoogde, anders dan het WSHD beweert, dit heel goed mogelijk is zonder het zout maken van het Zuiderdiep. Bovendien is het duurzamer. De laatste spreker, de lokaal zeer bekende P. Heerschap, vertelde in het Flakkeese dialect een verhaal over de natuurbeleving vroeger. Natuur was iets waarin je vrij was en wat niet kunstmatig werd aangelegd. Flakkee heeft volgens hem geen behoefte aan nieuwe prikkeldraadnatuur.
In de discussie na de lezingen werden diverse andere aspecten belicht. Een gepensioneerd arts wees op het gevaar van de malariamug die goed gedijt in een brak getijdengebied. Een andere vragensteller poneerde dat door schaalvergroting het landschap nu in handen was van enkele boeren, die geen oog hebben voor natuurbeheer en veel gewasbeschermingsmiddelen lozen in het oppervlaktewater. Koppejan reageerde hierop door te stellen dat het fout is om landbouw en natuur als elkaars vijanden te zien, zij moeten juist samenwerken. Door de houding van veel natuurorganisaties treedt er echter polarisatie op.
Een groot gedeelte van de discussie had betrekking op de vraag wie verantwoordelijk was voor het besluit om zoveel nieuwe natuur te creëren. Bij gemeenteraadsleden heerst het idee dat zij een aanwijzing krijgen van de provincie indien zij niet instemmen met de plannen; volgens statenlid Fröling (CU) is het een rijksbesluit dat zij moeten uitvoeren, terwijl Koppejan en EU-parlementariër Visser (CDA) beiden opmerkten dat de streek zelf moet kunnen beslissen over het wel of niet doorgaan én de invulling van de plannen. Uiteindelijk werd duidelijk dat het rijk ruim tien jaar geleden heeft besloten tot de vorming van een aantal hectares nieuwe natuur, maar dat de provincie verantwoordelijk is voor de invulling van deze plannen.
Afrondend vroeg dagvoorzitter A. Verhorst aan de vier sprekers of zij dachten dat de Zuiderdieppolders zouden veranderen in een brak getijdengebied. Unaniem antwoordden zij van niet. De Werkgroep heeft haar conferentie dus niet voor niets georganiseerd en hoopt dat de politiek haar beslissingen zal heroverwegen.
Werkgroep Zoet Flakkee