Partij voor de Dieren
29-11-2007
Partij voor de Dieren wil stop lobby minister voor toelating
gengewassen in Europa
In het kielzog van de lobby van de veevoerindustrie zoekt Minister
Verburg steun bij de Europese Commissie voor een versnelde
versoepeling van het verbod op de toelating van gengewassen in
Nederland en Europa. Inmiddels lijkt EU Landbouwcommissaris Fisher
Boel ook te voelen voor een versoepeling als de Voedsel en
Warenautoriteit van de Europese Unie (EFSA) geen bezwaren heeft. De
Partij voor de Dieren heeft vandaag opheldering gevraagd aan de
ministers van LNV en VROM omdat de Kamer geen mandaat heeft gegeven
voor de lobby van de minister om het toelatingsbeleid voor gengewassen
te versoepelen.
Het belangrijkste argument van minister Verburg voor versoepeling is
dat de veevoerprijzen zijn gestegen en dat varkensvlees duurder wordt
wanneer de sector geen gebruik kan maken van genetisch gemodificeerde
maïs en soja. De Partij voor de Dieren vindt het ongepast dat de
minister zich inzet voor de belangen van de veevoerindustrie en geen
rekening houdt met de wens van burgers om in Europa geen gengewassen
toe te staan. De partij wil de minister daarom aanspreken op haar
verantwoordelijkheid om in het belang van een duurzame samenleving
vast te blijven houden aan de nultolerantie op gengewassen.
Nederland is de grootste doorvoerhaven van Europa voor veevoer en een
van de grootste producenten van varkensvlees. De economische belangen
van de Nederlandse bio-industrie zijn groot waardoor de wensen van
burgers op de achtergrond dreigen te raken. De gevolgen van
gengewassen zijn nauwelijks te overzien, niet te controleren en niet
meer terug te draaien. Duidelijk is al wel dat het genetisch
manipuleren van gewassen grote gevaren met zich mee kan brengen zoals
bodemvervuiling, het verlies van biodiversiteit en de grote
afhankelijkheid van kwetsbare boeren van multinationals zoals
Monsanto.
De angst voor stijgende vleesprijzen en een dalende vraag naar vlees
kan wat de Partij voor de Dieren betreft geen argument zijn voor het
toelaten van genetisch gemanipuleerde gewassen. Daarbij komt dat
duizenden tonnen varkensvlees al maandenlang met Europese steun in
koelcellen ligt opgeslagen als gevolg van overproductie. Om van het
vlees af te komen heeft landbouwcommissaris Fisher Boel deze week
besloten grote subsidies te verstrekken voor de export van
varkensvlees. De sector kan zijn vlees dus met gemeenschapsgeld tegen
spotprijzen dumpen op de wereldmarkt, waar kleine boeren in arme delen
van de wereld de dupe van worden. Deze boeren kunnen niet concurreren
tegen de lage prijzen van het gedumpte vlees en vele kleine
familiebedrijfjes gaan hierdoor failliet.
De Partij voor de Dieren vindt dat de Nederlandse regering moet
handelen vanuit het voorzorgsprincipe, en dat de Europese Commissie
zich moet inzetten voor een duurzame veehouderij in Europa. Dit is ook
het uitgangspunt van het nieuwe landbouwbeleid dat de Europese
Commissie wil inzetten met de Health Check van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid die wordt uitgevoerd. Het streven is een landbouw die
wordt beloond voor maatschappelijke taken en waarbij niet-duurzame en
dieronvriendelijke productie wordt ontmoedigd. Het is duidelijk dat
exportsubsidies en het toestaan van de import van GGO gewassen voor
goedkoop veevoer daar geen plaats in hebben.