Ministerraad
november
Kabinet: zwangerschapsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen
Persbericht | 30-11-2007
Vrouwelijke zelfstandigen krijgen een wettelijk recht op een
zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken. De
hoogte van de uitkering uit de Zelfstandig en Zwanger-regeling
(ZEZ-regeling) hangt af van de inkomsten van de zelfstandige in het
jaar voor de uitkering wordt uitgekeerd. De uitkering bedraagt
maximaal het wettelijk minimumloon (1.317 euro bruto per maand). Dit
heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister Donner van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De belangrijkste reden om tot deze regeling te komen is de bescherming
van moeder en kind. Veel vrouwelijke zelfstandigen maken geen gebruik
van de bestaande mogelijkheid om zich te verzekeren tegen
inkomensverlies door zwangerschap en bevalling. Deze verzekering kent
een aantal beperkingen. De verzekering is alleen af te sluiten in
combinatie met een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook kennen veel
verzekeraars een wachttijd van twee jaar. De nieuwe regeling
vermindert de financiële noodzaak voor zelfstandigen om tijdens de
zwangerschap lange tijd door te werken en na de bevalling weer snel te
beginnen. Eerder heeft de rechter vastgesteld dat de regering op grond
van internationale verplichtingen geen plicht heeft om met een
regeling te komen voor zwangere zelfstandigen. De regeling geldt ook
voor de meewerkende echtgenoot van een zelfstandige. De wet wordt
uitgevoerd door de UWV en betaald uit de algemene middelen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. De beoogde invoeringsdatum
is 1 juli 2008.