gezondheid te verbeteren
Voorlichting essentieel om seksuele gezondheid te verbeteren
Toespraak, 30 november 2007
Gezien het belang voor volksgezondheid en maatschappij heb ik extra
aandacht voor de seksuele gezondheid van jongeren. We moeten jongeren
weerbaar maken. Met begeleiding, maar niet paternalistisch. We hebben
ten aanzien van vrijzinnigheid onze trots te verdedigen. Seksuele
vrijheid en zelfbeschikking is een groot goed, zei staatssecretaris
Bussemaker ter gelegenheid van het 11e Soa-aids-hiv congres
Koninklijke Hoogheid, geachte aanwezigen,
Wie de baas is, doet er niet toe. Wat de baas doet, daar gaat het om.
Leiderschap moet immers voortkomen uit de behoefte van mensen die er
door beïnvloed zullen worden. En als het om een grote groep mensen
gaat, met verschillende behoeften, dan voldoet één grote roerganger
niet. Dan is het nodig om op verschillende niveaus leiders te hebben.
Seksuele gezondheid is van belang voor alle mensen. Daarom kan de
overheid voor dit brede en soms gevoelige onderwerp nooit die ene
leider zijn. Een heel netwerk van organisaties houdt zich bezig met de
bevordering van seksuele gezondheid en specifiek de soa-bestrijding.
Gemeenten, GGD'en, scholen, huisartsen, NGO's en de centrale overheid:
allemaal kunnen ze op hun eigen wijze een belangrijke bijdrage leveren
aan de preventie en hulpverlening. Ze zullen daarbij allemaal visie
moeten tonen; inspireren, tot daden aanzetten en het gezichtsveld
verruimen.
Hoe dat uit kan pakken, kunnen we al goed zien bij de preventie en
hulpverlening bij HIV-SOA. De soa-cijfers lijken te stabiliseren .
Specifieke risicogroepen worden apart benaderd. Toch heeft de
soa-bestrijding nog steeds onze volle aandacht nodig. Bepaalde
problemen zijn hardnekkig. Alle partijen die ik zojuist heb genoemd
nemen daarvoor de verantwoordelijkheid. Dat is buitengewoon
belangrijk.
Wij als overheid vertalen onze bijdrage onder andere in het Centrum
Infectieziektebestrijding. Dit centrum zal de preventieprogramma's aan
blijven sturen die gericht zijn op de kwetsbare groepen jongeren,
homoseksuele mannen, migranten, prostituees en prostituanten,
druggebruikers en hiv-geïnfecteerde mensen. Ook de coördinatie van de
aanvullende curatieve soa-bestrijding ligt bij het Centrum voor
Infectieziektebestrijding.
Met de extra investering voor de soa-bestrijding hebben acht GGD'en
ervoor gezorgd, dat de toegang tot de hulpverlening anoniem is, en
daardoor laagdrempeliger is geworden. Effectief testen op soa bij
risicogroepen is de basis. De financiering is daarbij afhankelijk van
het aantal gevonden infecties. Eind volgend jaar gaan we deze nieuwe
aanpak van de soa-poliklinieken evalueren.
VWS hoopt ook in het volgende jaar inzicht te krijgen in de eerste
resultaten van de pilot die we opgezet hebben voor chlamydiascreening.
Chlamydia is nog steeds de meest voorkomende soa, vooral onder jonge
mensen. Deze soa moet met kracht bestreden worden.
Ik vind dat binnen de soa-bestrijding in Nederland goede initiatieven
lopen. Maar enige bescheidenheid is wel op z'n plaats, als we het
afzetten tegen de jubilerende aidsbestrijding. De Nederlandse
aidsbestrijding bestaat al weer 25 jaar: van de onderkenning van het
virus in 1982 tot stabilisering van de pandemie in de laatste jaren:
de aidsbestrijding heeft het allemaal meegemaakt. Ook in letterlijke
zin: mede-gemaakt. Ik zou hier dan ook al die mensen die zich voor de
aidsbestrijding hebben ingezet, willen bedanken voor hun geweldige
inzet gedurende die kwarteeuw.
Maar er is alle reden om meteen weer onze blik te verbreden. Want in
diezelfde 25 jaar is er een nieuwe generatie opgegroeid. Een generatie
die seksualiteit aan het ontdekken is en ook verreweg het meest te
maken krijgt met de schaduwkanten. Niet alleen met HIV/SOA, maar
bijvoorbeeld ook ongewenste zwangerschappen en seksueel geweld.
Deze problemen met de seksuele gezondheid moeten we zo veel mogelijk
voorkomen. Allereerst zijn mensen natuurlijk zelf de baas als het om
hun seksuele gezondheid gaat. De meeste mensen kunnen gelukkig goed
omgaan met de verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag.
Maar bij jongvolwassenen ligt dat iets anders. Seksualiteit wordt op
die leeftijd een onvermijdelijk onderdeel van je leven. Het is fijn,
spannend en intiem, maar ook vaak moeilijk bespreekbaar en soms nog
met vele taboes omgeven. Die problemen gelden voor de jongvolwassenen
zelf én voor hun omgeving.
De behoeften van deze mensen vraagt om leiderschap. Van u als
professional, maar primair van ouders en van de gemeenschap. En gezien
het belang voor volksgezondheid en maatschappij heb ook ik extra
aandacht voor de seksuele gezondheid van jongeren. We moeten jongeren
weerbaar maken. Met begeleiding, maar niet paternalistisch. We hebben
ten aanzien van vrijzinnigheid onze trots te verdedigen. Seksuele
vrijheid en zelfbeschikking is een groot goed.
De afgelopen jaren is er al het een en ander gebeurd om deze
ontwikkeling in gang te zetten. Zo hebben SOA AIDS Nederland en de
Rutgers Nisso Groep het onderzoek `Seks onder je 25e' uitgevoerd, waar
een actieplan voor de komende jaren uit voort gekomen is. VWS heeft
naar aanleiding van dit actieplan het ZonMw-programma `Seksuele
gezondheid van de jeugd' opgestart. Dit programma richt zich op
preventieve acties en onderzoek voor de SOA-bestrijding, maar óók op
het gebied van de bestrijding van ongewenste zwangerschappen en
seksueel geweld.
Het programma werkt bijvoorbeeld aan de vernieuwing en ontwikkeling
van methoden die niet alleen over seksualiteit gaan, maar ook steeds
meer over `life skills'. Het programma bekijkt ook hoe coördinatie in
het veld beter kan als het gaat om de seksuele gezondheid. Voor
soa/hiv is dit al gebeurd. Inzicht in oorzaken van seksueel gedrag is
belangrijk om problemen zoals soa en seksueel geweld te voorkomen. De
perceptie van het eigen gedrag is ook belangrijk. Ontsporingen zoals
de breezerseks halen natuurlijk de kranten. Maar die kwalificatie
`ontsporing' wordt niet gemaakt door jongeren om wie het gaat. Voor
dit soort vraagstukken moeten we de komende tijd aandacht hebben.
`Seksuele gezondheid van de jeugd' werkt al toe naar een geïntegreerde
aanpak van seksuele gezondheid. De acht GGD'en van de aanvullende
curatieve soa-bestrijding gaan ook op het bredere terrein van seksuele
gezondheid een belangrijke coördinerende rol spelen. Dat ligt voor de
hand: zo koppel je meteen de SOA-zorg en het bredere veld van seksuele
gezondheid.
De afgelopen jaren hebben drie regio's al geoefend met geïntegreerde
spreekuren voor SOA, anticonceptie en seksualiteit. Het gaat om het
`Sense'-project, de centra voor seksuele gezondheid. Voorbouwend op
deze pilot beginnen we in 2008 met de aanvullende
eerstelijns-seksualiteitshulpverlening voor jongeren tot 25 jaar,
gecoördineerd door de acht regionale GGD'en. We investeren in
laagdrempelige en anonieme voorzieningen; een voortzetting van de oude
Rutgershuizen.
Met deze anonieme en laagdrempelige voorzieningen voor informatie en
advies over seksualiteit hoop ik de seksuele gezondheid van jongeren
te bevorderen. Ik ben blij dat alle betrokken partijen dit zelfde doel
voor ogen hebben. We staan voor de uitdaging deze voorziening op een
goede manier te introduceren in Nederland.
Verder hebben we ook oog voor specifieke onderwerpen, want die grote
groep jongeren is natuurlijk erg divers. Denk daarbij aan
tienerzwangerschappen en SOA bij Antilliaanse en Surinaamse jongeren.
En islamitische jongens die vaker dan anderen seksueel geweld plegen.
Het Kabinet wil één miljoen euro (per jaar) investeren in seksuele
voorlichting gericht op allochtone groepen. Ik ben bezig hiervoor een
plan van aanpak te ontwikkelen en ik verwacht dit in het voorjaar van
2008 klaar te hebben.
Zo'n geïntegreerde aanpak van seksuele gezondheid doet een groot
beroep op gedeelde verantwoordelijkheden, opgedeeld leiderschap. Op
mijn eigen ministerie, waar ik nauw samenwerk met minister Rouvoet die
jeugd in zijn portefeuille heeft en met minister Klink die
infectieziektebestrijding in zijn portefeuille heeft. En binnen de
rijksoverheid, waar ik bijvoorbeeld samen met staatssecretaris van
Bijsterveldt van onderwijs wil kijken hoe de seksuele vorming op
scholen beter kan.
En met die scholen zij we meteen weer bij al die andere partijen van
wie we leiderschap mogen verwachten. Want, de overheid kan het niet
alleen. Jullie allemaal hier in de zaal, jullie moeten het doen. Als
kliniek, als NGO, als abortuskliniek, als ouder, als lid van de
gemeenschap. Wij zijn allemaal leiders.
Mijn wens is: ga door met jullie goede werk. En denk mee. Vorm een
beeld van hoe we dat hele gebied van seksuele gezondheid zo goed
mogelijk kunnen bestrijken. Kijk naar wat deze jongeren en
jongvolwassenen nodig hebben. En toon leiderschap.
Dank u wel
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport