KNMG
KNMG-leden ondervraagd over alternatieve geneeswijzen
'Artsen moeten handelen op basis van wetenschap'
Donderdagmiddag 29 november organiseert de KNMG in Utrecht een discussiebijeenkomst over alternatieve geneeswijzen. Voorafgaand aan deze bijeenkomst hield de KNMG een ledenpeiling onder een representatieve steekproef van haar achterban. De resultaten van de ledenpeiling worden op de discussiebijeenkomst gepresenteerd en kunnen aanleiding geven tot herziening van het KNMG-standpunt over alternatieve geneeswijzen.
Uitkomsten ledenpeiling
De steekproef is gehouden onder 1933 artsen, waarvan er 779 de vragenlijst hebben ingevuld (dit is een respons van 40,3%).
Opvallend is dat de overgrote meerderheid van de artsen (90%) meent dat het handelen van artsen een wetenschappelijk fundament moet hebben. Artsen moeten dus geen behandelingen toepassen waarvan het nut niet wetenschappelijk is aangetoond. Verder meent 85% van de artsen dat patiënten te weinig kritisch zijn naar alternatieve genezers. Tegelijkertijd steken veel artsen de hand ook in eigen boezem: 66% van de ondervraagden denkt dat patiënten naar alternatieve genezers gaan omdat de reguliere geneeskunde te weinig oog heeft voor de patiënt als persoon, of omdat patiënten teleurgesteld zijn in de reguliere zorg. Dit laatste denkt 72% van de artsen.
Ruim tweederde van de ondervraagden (67%) vindt het goed dat de KNMG een genuanceerd standpunt over alternatieve geneeswijzen inneemt. Ruim veertig procent (43%) vindt dat de KNMG een brug zou moeten slaan tussen reguliere en alternatieve artsen. Maar 43% vindt ook dat de KNMG dit juist niet moet doen.