De Veiligheidsregio: óók als iedere seconde telt
TILBURG, 30 november 2007
Om de samenwerking tussen de hulpdiensten en de gemeenten te
verbeteren, zijn in 2005 zogenaamde Veiligheidsregios opgericht. Tot
nog toe heeft de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant vooral
achter de schermen gewerkt, maar de eerste vruchten van de
samenwerking zijn inmiddels zo rijp dat de burger ze kan gaan plukken.
We zijn er voor de burger. Die moet op ons kunnen rekenen als de nood
aan de man is. Niet alleen in rampensituaties, maar ook daarbuiten.
Ruud Vreeman (burgemeester van Tilburg en voorzitter Veiligheidsregio
Midden- en West-Brabant) laat er geen misverstanden over bestaan.
Natuurlijk zijn de Veiligheidsregios indertijd door de minister
opgericht voor de samenwerking bij rampen en crises. Daar is de nieuwe
wet, die in conceptvorm gereed is, ook op gericht. Maar wij willen
méér. We hebben elkaar in de afgelopen jaren beter leren kennen. Ik
ben nu 10 jaar burgemeester en heb gemerkt dat er in die periode veel
meer vanzelfsprekendheid is gekomen in de samenwerking tussen
brandweer, politie en medische hulpverlening zowel onderling als in de
contacten met de gemeenten. We weten elkaar steeds beter en sneller te
vinden. Ik vind het leuk en interessant dat we daardoor in staat zijn
met elkaar slimme, concrete oplossingen te vinden voor praktische
vraagstukken, zoals de schaarste van ambulances.
Jan Wassenaar (lid Veiligheidsdirectie Midden- en West-Brabant) maakt
het concreet: Binnen de Veiligheidsdirectie is besloten dat in de loop
van 2008 alle politieautos in Midden- en West-Brabant worden voorzien
van een zogenaamde AED een automatische externe defibrillator, voor de
behandeling van een hartstilstand. Er zijn nu eenmaal meer
politieautos dan ambulances op straat. Juist in situaties dat elke
seconde telt, kan deze oplossing het verschil betekenen tussen leven
en dood. Uit onderzoek is gebleken dat bijvoorbeeld in Baarle-Nassau,
waar sinds september 2005 leden van de vrijwillige brandweer met
soortelijke apparatuur werken, door de snelle inzet écht levens zijn
gered.
De vraag of politiemensen wel voldoende in staat zijn vakkundig met
dergelijke apparatuur om te gaan, beantwoordt Jan Wassenaar met een
glimlach: Die televisiereclame van een verzekeringsmaatschappij, ja
Leuke spot, maar in het echt volstrekt onmogelijk. De moderne
apparatuur is zo beveiligd dat die niet eens werkt als er nog sprake
is van een hartslag. De burger kan volstrekt gerust zijn: dit apparaat
kan alleen maar levens rédden. En bovendien: er is altijd
ambulancepersoneel beschikbaar. Als de politie bij een melding als
eerste ter plaatse is, gaat zij al aan de slag met de hulpverlening,
maar kan ze via de portofoon continu overleggen met de verpleegkundige
in de aanrijdende ambulances. Zodra deze ter plaatse zijn, nemen zij
de medische hulpverlening over. De politie assisteert eventueel nog en
zorgt ervoor dat het medische personeel haar werk veilig kan doen. Pas
als het slachtoffer stabiel is, pakt de politie haar volledige
politietaak weer op.
Uiteraard is het essentieel dat de politie op de hoogte wordt gesteld
van alle 112-meldingen, waarbij sprake is van een reanimatie, vervolgt
Jan Wassenaar. Dat levert nog wel eens discussie op, omdat in de
huidige richtlijnen staat dat de medische specialist in de meldkamer
zelf de inschatting moet maken of de politie wel of niet op de hoogte
wordt gesteld. Privacywetgeving speelt daarbij onder meer een rol.
Binnen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant vinden wij het
echter onacceptabel dat de ruim 90% van de mensen, die niets voor de
politie te verbergen heeft letterlijk het slachtoffer zou worden van
de enkeling, die geen politie ter plaatse wil hebben. Er zijn
voorbeelden te over, die aantonen hoe belangrijk het is dat de politie
direct wordt gealarmeerd. Onlangs werd 112 gebeld, omdat iemand in
zijn woning onwel was geworden. Op grond van de richtlijn werden wel
twee ambulances gestuurd, maar werd de politie niet gealarmeerd. Toen
de ambulance arriveerde, was de onwel geworden man inmiddels buiten
bewustzijn en was de politie alsnog nodig om de voordeur te forceren.
Zo gaan kostbare minuten verloren. En natuurlijk komen er direct
ambulances in actie als een winkelende vrouw in een warenhuis onwel
wordt. Maar de kans is niet denkbeeldig dat juist op dat moment een
politie-eenheid in de buurt aanwezig is om een aangehouden winkeldief
mee naar het bureau te nemen. Door de inzet van die politiemensen
kunnen dan kostbare minuten gewonnen worden. Persoonlijk geloof ik er
ook niet zo in dat dit privacyprobleem voor de slachtoffers zélf echt
vaak aan de orde is. Als twee criminelen ruzie hebben en de een de
ander mishandelt, willen ze er misschien liever geen politie bij. Maar
dan is het in het belang van de veiligheid van verpleegkundigen weer
volstrekt onwenselijk wanneer in een dergelijke situatie geen
politieassistentie aanwezig zou zijn.
Ruud Vreeman maakt duidelijk dat dit initiatief slechts één voorbeeld
is van vele ambities in de samenwerking. We zijn in Nederland één van
de voorlopers als het gaat om de zogenaamde geïntegreerde meldkamer.
We werken toe naar een systeem, waarin de medewerkers van de GMK, die
de 112-meldingen aannemen, voor alle disciplines werken dus niet óf
voor de politie, óf voor de brandweer, maar voor allebei.
Maar er zijn nog veel meer praktische voordelen van intensievere
samenwerking denkbaar. Ruud Vreeman: Steeds vaker klinkt de roep om
meer rood op straat: ook de brandweer wil meer naar de mensen toe. Als
de brandweer mensen bezoekt in het kader van brandveiligheid van hun
woning en kijkt naar de aanwezigheid van rookmelders, kan hij toch net
zo goed ook eens kritisch naar het hang- en sluitwerk kijken en
verwijzen naar het Politiekeurmerk Veilig Wonen? Binnen de
Veiligheidsregio liggen nog prachtige uitdagingen in het verschiet.
Auteur: Unit Communicatie
Politie Midden- en West Brabant