Gemeente Utrecht
Actuele vragen over de Veemarkt
Namens de VVD
In de brief van 14 november is de commissie V&B geïnformeerd van het besluit van het College om tot beëindiging van de Utrechtse veemarkt voor schapen en runderen. Een besluit dat voor de betreffende veehandelaren die door dit besluit getroffen worden uit de lucht komt vallen. De briefwisseling, mailwisseling en gesprekken tussen de gemeente en de werkgroep van veehandelaren geven een beeld van inconsistentie en grote onduidelijkheid over mogelijke afspraken. De veehandelaren hebben nu zelf het initiatief genomen om een veemarkt te exploiteren, maar deze week wachten ze nog steeds op uitsluitsel over of ze nu wel of niet in de veemarkthal terecht kunnen. Ook voor de raad komen deze ontwikkelingen uit de lucht vallen: we hebben niet eerder van het college gehoord dat er een voornemen was de veemarkt te beëindigen.
Vragen aan college:
1. Klopt het dat sinds de positieve verwachtingen in 2001 t.b.v. toenmalige investeringen in de veemarkt nooit een marktonderzoek of haalbaarheidsstudie naar levensvatbare voortzetting van de veemarkten is gedaan? Waarom niet?
2. Is het college bereid om een zelfstandige marktorganisatie de voldoende tijd te geven om een eigen veemarktorganisatie op te zetten, indien die levensvatbaar te exploiteren is?
3. Is het college bereid om hiervoor de veemarkt nog 3 maanden te organiseren in de veemarkthal, wat nodig is gezien het gebrek aan ruimte en voorzieningen die men nu in Bunnik heeft?
4. Is het college bereid die zelfstandige veemarktorganisatie een huurcontract aan te bieden zolang de veemarkthal nog niet afgebroken wordt?
5. Is het college bereid mee te werken aan een alternatieve locatie voor de geprivatiseerde veemarkt, bijvoorbeeld door te overleggen met buurgemeenten of de provincie?
6. Beschouwt het college de veemarkt nog steeds als een van de gebruikers van de veemarkt, die een rol speelt in het proces van het verplaatsen van de veemarkt activiteiten?
---- --
Actuele motie: Inspraakbijsluiter bij stadsplannen.
De Gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 29 november 2007,
Constateert,
. Te vaak dat bewoners zich overvallen voelen middels een stadsplan over bouw-, sloop- of velplannen in hun buurt,
. Dat de inhoud van deze stadsplannen vaak geredigeerd zijn als waren het voldongen feiten, waaraan niets meer te veranderen valt,
. Dat bewoners(groepen) zeer veel tijd en energie moeten steken in het achterhalen van informatie, zoals zoeken naar de procedures, contactpersonen, ambtenaren en waar kan ik mijn bezwaren kwijt,
Overweegt,
. Dat de manier waarop communicatie en inspraak nu verloopt vaak onbevredigend is en de raad daar teveel en te vaak over spreekt,
. Dat dit al een heel eind kan verbeteren door bij het stadsplan aan te geven in welk stadium de planvorming is, welk traject er procedureel nog doorlopen wordt en waar en bij wie men zich kan wenden voor informatie en bezwaren/zienswijzen, waarbij vooral duidelijk moet worden of en wanneer en hoe bewoners en belanghebbenden nog invloed kunnen hebben in het proces,
Roept het college op,
Een inspraakbijsluiter op te stellen als standaard onderdeel van stadsplannen waarin planstadium, betrokken partijen, contactadressen ambtelijk en politiek, het proces en inspraakmomenten duidelijk worden aangegeven en deze bijsluiter(s) ter beoordeling voor te leggen aan de raad
En gaat over tot de orde van de dag
---- --