Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Wilders over de veroordeling tot zes maanden celstraf en 200
zweepslagen van een slachtoffer van een groepsverkrachting. Deze vragen werden
ingezonden op 20 november 2007 met kenmerk 2070805130.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken, op vragen van het
lid Wilders
(PVV) over de veroordeling in
Saoedi Arabie van een slachtoffer van een groepsverkrachting
tot zes maanden celstraf en 200 zweepslagen.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'Slachtoffer verkrachting krijgt celstraf' 1)
en 'Qatif court convicts rape victim? 2) Klopt dit bericht?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de afschuw over het feit dat een vrouw die door zeven mannen
veertienmaal werd verkracht door de rechtbank in het Saoedische Qatif werd
veroordeeld tot 90 zweepslagen omdat zij zich in een auto bevond met een man die
niet tot haar familie behoorde, alsmede over het feit dat de straf in tweede
instantie door het Hoger Gerechtshof in Qatif werd verzwaard tot zelfs zes
maanden celstraf en 200 zweepslagen omdat zij via de media aandacht had gevraagd
voor haar zaak? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat hier sprake is van barbaarse islamitische wetgeving? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord
Het toepassen van lijfstraffen als zweepslagen vormt een schending van het
recht op lichamelijke integriteit en is in strijd met het verbod op wrede,
onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing, zoals neergelegd in
verschillende internationale mensenrechtenverdragen. Nederland veroordeelt
dergelijke straffen daarom ten stelligst.
Vraag 4
Is het waar dat, zoals de advocaat van het slachtoffer heeft
aangegeven, het Hoger Gerechtshof van oordeel is dat de schuld van de
verkrachting primair bij het slachtoffer ligt? 3) Zo ja, verwerpt u deze
opvatting van het Saoedische Hoger Gerechtshof te Qatif?
Antwoord
Het is in Saoedi-Arabië verboden voor vrouwen om alleen in het gezelschap te
verkeren van een man met wie zij geen familierelatie hebben. Dit kan in de ogen
van de Nederlandse regering echter nimmer een grond vormen om de schuld van een
verkrachting (deels) bij het slachtoffer te leggen en laat onverlet de
verantwoordelijkheid van de desbetreffende overheid om de veiligheid van vrouwen
zo goed mogelijk te waarborgen.
Vraag 5
Bent u bereid te bevorderen dat op korte termijn in EU-verband een démarche
ten aanzien van Saoedi-Arabië zal plaatsvinden waarin deze specifieke kwestie en
de slechte mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië in het algemeen aan de orde
worden gesteld? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het Voorzitterschap heeft op 22 november jl. aan de EU-partners voorgesteld
een demarche uit te voeren op basis van de EU- richtlijnen over marteling en
wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing 4). Nederland
heeft dit voorstel krachtig ondersteund.
Inmiddels werd op 25 november door het Portugese Voorzitterschap namens de EU
een démarche uitgevoerd bij het Saoedische Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Daarbij werd de grote bezorgdheid van de EU overgebracht over het vonnis van de
rechtbank in Qatif en aangedrongen op het niet uitvoeren van de straf van
zweepslagen, aangezien deze strijdig is met de internationale
mensenrechtenverplichtingen van Saoedi-Arabië.
De Saoedische ambassadeur werd op 27 november ontboden op het ministerie van
Buitenlandse Zaken. Tijdens het gesprek met de ambassadeur op hoog ambtelijk
niveau werd de grote zorg van de Nederlandse regering uitgesproken naar
aanleiding van het vonnis en werd gewezen op het belang van de universaliteit
van mensenrechten. Onderstreept werd dat reserves op basis van traditie, religie
en cultuur haaks stonden op de universele verklaring van de rechten van de mens.
Vraag 6
Deelt u de mening dat Saoedi-Arabië niets te zoeken heeft in de
VN-Mensenrechtenraad? Gaat u trachten te voorkomen dat Saoedi-Arabië opnieuw in
deze raad wordt verkozen? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het is voor de geloofwaardigheid van de Raad van groot belang dat landen waar
de mensenrechten systematisch en op grote schaal worden geschonden geen lid
zijn. Nederland is er derhalve sterk voorstander van dat de uitkomst van het
landenexamen de zogenaamde universal period review - een
doorslaggevende rol speelt bij de kandidaatstelling en verkiezing van landen als
lid van de Raad.
Vraag 7
Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?
Antwoord
Uw vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
1)
http://www.refdag.nl/artikel/1322941/Slachtoffer+verkrachting+krijgt+celstraf.html(http://nl.sitestat.com/minbuza/minbuza/s?www.refdag.nl.artikel.1322941.slachtofferverkrachtingkrijgtcelstraf.html&ns_type=clickout&ns_url=http://www.refdag.nl/artikel/1322941/Slachtoffer+verkrachting+krijgt+celstraf.html)
2)
http://www.arabnews.com/?page=1
§ion=0&article=103556&d=15&m=11&y=2007(http://nl#sitestat#com/minbuza/minbuza/s?www#arabnews#com&ns_type=clickout&ns_url=http://www.arabnews.com/?page=1§ion=0&article=103556&d=15&m=11&y=2007)
3)
http://www.arabnews.com/?page=1
§ion=0&article=103685&d=18&m=11&y=2007(http://nl#sitestat#com/minbuza/minbuza/s?www#arabnews#com&ns_type=clickout&ns_url=http://www.arabnews.com/?page=1§ion=0&article=103685&d=18&m=11&y=2007)
4) http://ec.europa.eu/external_relations/human_rights/guidelines/index.htm
Ministerie van Buitenlandse Zaken