Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08
Persbericht SERV
Hoe werkbaar is zelfstandig ondernemen?
Eerste Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers
Brussel, 29 november 2007
Zelfstandige ondernemers hebben een boeiende maar tegelijk vermoeiende activiteit. Zelfstandig ondernemen is motiverend en biedt heel wat kansen om bij te leren maar de combinatie met het privéleven is vaak niet evident. Een aanzienlijk aantal zelfstandige ondernemers kampt bovendien met problemen op het vlak van psychische vermoeidheid. Deze resultaten blijken uit de werkbaarheidsenquête die STV-Innovatie & Arbeid, een onderzoekscel binnen de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in het voorjaar 2007 voorlegde aan 6000 Vlaamse zelfstandigen.
Welbevinden, leermogelijkheden, psychische vermoeidheid en werk-privé balans Voor meer dan negen op tien zelfstandige ondernemers geldt dat de werksituatie niet problematisch is op het vlak van het welbevinden (91,8%) en de leermogelijkheden in het werk (94,4%) en voor iets meer dan zes op tien zelfstandige ondernemers geldt dat de werksituatie niet problematisch is op het vlak van de psychische vermoeidheid (63,3%) en de werk-privé-balans (65,5%). Het is duidelijk dat de werkbaarheidsproblematiek van de zelfstandige ondernemers zich vooral situeert op het vlak van psychische vermoeidheid (36,7% is problematisch en 13% acuut problematisch vermoeid) en werk-privé-balans (voor 34,5% problematisch en voor 10,9% acuut problematisch).
Tabel 1 Werkbaarheidsindicatoren zelfstandige ondernemers, Vlaanderen 2007
Leeswijzer: acuut problematisch is een subgroep binnen de categorie problematisch, maar wordt gepercenteerd op de totale populatie
We kunnen de vier werkbaarheidsaspecten ook gezamenlijk bekijken. We spreken over werkbaar werk wanneer aan vier voorwaarden voldaan wordt: het werk is motiverend, biedt voldoende leermogelijkheden, blijft in balans met het gezins- en sociaal leven en men wordt er niet overspannen (psychisch vermoeid) door. Als we deze voorwaarden toepassen voor de zelfstandige ondernemers dan kunnen we berekenen dat 47,7% van de Vlaamse zelfstandige ondernemers in 2007 werkbaar werk heeft. Omgekeerd betekent dit dat 52,3% van de zelfstandige ondernemers met één of meerdere werkbaarheidsproblemen geconfronteerd wordt.
Werkdruk, emotionele belasting, taakvariatie en (fysieke) arbeidsomstandigheden Werkbaar werk krijgt vorm in een context waarin verschillende factoren een rol spelen. De werkbaarheidsenquête neemt er vier onder de loep: de werkdruk, de emotionele belasting, de afwisseling in het werk (taakvariatie) en de (fysieke) arbeidsomstandigheden.
Tabel 2 Risico-indicatoren zelfstandige ondernemers, Vlaanderen 2007
Leeswijzer: acuut problematisch is een subgroep binnen de categorie problematisch, maar wordt gepercenteerd op de totale populatie
Het risico waar het grootste deel van de zelfstandige ondernemers mee geconfronteerd wordt is de werkdruk, voor 46,6% is die problematisch en voor 17,6% zelfs acuut problematisch. Voor een aanzienlijke groep ondernemers is het werk ook emotioneel belastend (28,8%) en zijn de (fysieke) arbeidsomstandigheden zwaar (17,2%). De overgrote meerderheid (92,1%) heeft wel voldoende afwisselend werk (taakvariatie).
Vrouwelijke ondernemers, starters, werkbaarheid en groei De steekproefgrootte laat toe om ook werkbaarheidsgegevens te berekenen voor diverse deelgroepen (man/vrouw, leeftijdsgroepen, ondernemingsdimensie, sector,...). Zo blijkt o.a. dat verhoudingsgewijs meer vrouwelijke ondernemers, dan zelfstandigen van het mannelijk geslacht, routinematig werk ('taakvariatie problematisch') hebben. Daar tegenover staat dat (verhoudingsgewijs) minder vrouwen dan mannen bij de zelfstandige ondernemers met een hoge werkdruk of belastende arbeidsomstandigheden geconfronteerd worden. De werk-privé-balans is voor beide geslachten in dezelfde mate problematisch.
Het werkbaarheidsprofiel van de startende zelfstandige ondernemers (minder dan 3 jaar actief als zelfstandige) wijkt weinig af van dat van ondernemers met een langere staat van dienst. Positief is dat een kleiner aandeel van de startende ondernemers met een hoge werkdruk geconfronteerd wordt (35,5% tegenover gemiddeld 46,6%) en ook een kleiner aandeel emotioneel belastend werk heeft (23,3% tegenover 28,8%). Ten slotte ligt de werkbaarheidsgraad bij zelfstandige ondernemers die een groei van de activiteiten voorzien, hoger dan deze bij ondernemers die in de nabije toekomst hun zelfstandige activiteit zullen verminderen of stop zetten. (49,6% t.o.v. 39,7%)
Samengevat kunnen we stellen dat 9 op 10 van de Vlaamse zelfstandige ondernemers gemotiveerd aan de slag is en voldoende leermogelijkheden vindt in de zelfstandige activiteit. Voor een grote groep zelfstandige ondernemers is het werk evenwel erg belastend (zowel in kwantitatief als emotioneel opzicht), waardoor deze met psychische vermoeidheidsklachten te maken krijgen en het werk moeilijk in evenwicht kunnen brengen met het privé/sociaal leven.
De SERV ontwikkelde de Vlaamse werkbaarheidsmonitor, een meetsysteem voor de opvolging van de in het Pact van Vilvoorde gemaakte beleidsafspraken. In 2004 en 2007 werden metingen georganiseerd bij Vlaamse werknemers. Omdat de Lissabon-doelstelling betrekking heeft op alle werkenden, dus ook zelfstandigen, en omdat het aanmoedigen van 'ondernemerschap' ook rekening moet kunnen houden met een werkbare arbeidssituatie voor de zelfstandige ondernemer is een versie van werkbaarheidsmonitor op punt gesteld voor zelfstandige ondernemers. In het voorjaar 2007 kregen 6.000 zelfstandige ondernemers (wonend in het Vlaams Gewest) de vragenlijst 'welzijn en stress bij zelfstandige ondernemers' toegestuurd. Met de resultaten van deze enquête wordt het werkbaarheidsprofiel van de zelfstandige ondernemer in Vlaanderen in kaart gebracht.
Het uitgebreid