Brussel, 28 november 2007
Antitrust: Commissie legt vlakglasproducenten een boete van 486.9 miljoen
euro op wegens prijskartel
De Europese Commissie heeft voor een totaalbedrag van 486 900 000 euro
geldboeten opgelegd aan de ondernemingen Asahi, Guardian, Pilkington en
Saint-Gobain omdat zij prijsverhogingen en andere zakelijke voorwaarden voor
de verkoop van vlakglas in de EER hebben gecoördineerd en daarmee het verbod
op kartels en mededingingsbeperkende gedragingen van het EG-Verdrag en de
EER-Overeenkomst (artikel 81 van het EG-Verdrag en artikel 53 van de
EER-Overeenkomst) hebben overtreden. Vlakglas wordt gebruikt voor ramen,
glazen deuren en spiegels. Tussen begin 2004 en begin 2005 slaagden Asahi,
Guardian, Pilkington en Saint-Gobain erin de prijzen te verhogen of te
stabiliseren door middel van een reeks bijeenkomsten en andere onwettige
contacten. De zaak is een initiatief van de Commissie zelf. Dit is de tweede
zaak waarin de Commissie haar nieuwe richtsnoeren uit 2006 (zie IP/06/857 en
MEMO/06/256) voor de berekening van de boeten heeft gebruikt (voor de eerste
zaak, zie IP/07/1725).
"De Commissie zal niet toestaan dat ondernemingen consumenten en
afnemers bedriegen door prijzen te bepalen en hun de voordelen van de
interne markt te onthouden. Gelukkig werd dit kartel door de Commissie
ontdekt met de hulp van de nationale mededingingsautoriteiten in het
kader van het Europese Mededingingsnetwerk (European Competition
Network). Deze zaak vormt een duidelijk voorbeeld van de voordelen van
nauwere samenwerking tussen de Commissie en de nationale
mededingingsautoriteiten" verklaarde Commissaris voor Concurrentie
Neelie Kroes.
De Commissie begon dit onderzoek op eigen initiatief op basis van
marktinformatie die door verscheidene nationale
mededingingsautoriteiten was verstrekt, waaruit de uitstekende
samenwerking met het Europese Mededingingsnetwerk blijkt. In februari
en maart 2005 werden onaangekondigde inspecties verricht in de
kantoren van de Europese dochterondernemingen van Asahi en Guardian
evenals in de kantoren van Pilkington, Saint-Gobain en de Europese
Vereniging van vlakglasproducenten (GEPVP).Tussen de twee
inspectierondes dienden Asahi en haar Europese dochteronderneming
Glaverbel (onlangs omgedoopt tot "AGC Flat Glass Europe") een verzoek
in op grond van de clementieregeling van 2002. Zij werkten met de
Commissie samen en verschaften aanvullende bewijsstukken.
Het kartel
Het kartel betrof vlakglas voor de bouwsector. Hiertoe behoort gewoon
"floatglas", glas met een laag emissievermogen (d.w.z. glas, gecoat
met een microscopisch dun laagje metaal of metaaloxide ter verbetering
van de isolerende eigenschappen ervan), gelaagd glas en onbewerkt
spiegelglas. In 2004 beliepen de verkopen van deze ondernemingen aan
onafhankelijke afnemers in de EER in totaal 1 700 miljoen euro. De
voornaamste afnemers van vlakglas voor de bouwsector zijn
glasverwerkende ondernemingen, die het glas verwerken tot
eindproducten, zoals ramen met dubbele beglazing, hittebestendig glas
en spiegels, producten die gewoonlijk in grote gebouwen worden
gebruikt maar ook in particuliere woningen en appartementen.
Asahi, Guardian, Pilkington en Saint-Gobain, die tezamen een aandeel
van ten minste 80% van de vlakglasmarkt in de EER hebben,
organiseerden meermalen prijsverhogingen en stelden minimumprijzen en
andere commerciële voorwaarden vast met het doel de prijzen te
verhogen dan wel te stabiliseren. Zij controleerden tevens de
tenuitvoerlegging van de overeengekomen prijsverhogingen.
Het ontdekte bewijsmateriaal bevat gedetailleerde beschrijvingen van
verscheidene bijeenkomsten in restaurants en hotels in verschillende
Europese landen, waarop Asahi, Guardian, Pilkington en Saint-Gobain
beslisten over de omvang en het tijdstip van prijsverhogingen (en
tevens welke onderneming het voortouw zou nemen), streefprijzen,
minimumprijzen en/of de uitwisseling van gevoelige commerciële
informatie.
Geldboeten
Dit is de tweede kartelbeschikking van de Commissie waarin de
richtsnoeren voor de berekening van geldboeten van 2006 ten uitvoer
worden gelegd (zie IP/06/857 en MEMO/06/256). Bij de nieuwe methode
komen de algemene economische betekenis van de inbreuk evenals het
aandeel van elke betrokken onderneming beter in de geldboete tot
uiting.
Naam en vestigingsplaats van de onderneming
Geldboete*
(euro)
Asahi (Japan)
65 000 000
Guardian (VS)
148 000 000
Pilkington (VK)
140 000 000
Saint-Gobain (Frankrijk)
133 900 000
TOTAAL
486 900 000
(*) rechtspersonen binnen de onderneming kunnen hoofdelijk
aansprakelijk worden gesteld voor de volledige opgelegde boete of een
deel daarvan.
Vordering tot schadevergoeding
Personen of ondernemingen die schade hebben ondervonden van het
mededingingsbeperkende gedrag zoals in deze zaak beschreven, kunnen
voor de nationale rechter schadevergoeding eisen. Zij kunnen de
bekendgemaakte beschikking gebruiken als bewijs dat de betrokken
gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en onwettig was. Er kan
schadevergoeding worden verleend, zonder dat deze wordt verminderd
omdat de Commissie reeds een geldboete heeft opgelegd. Er is een
Groenboek over private handhaving uitgebracht (zie IP/05/1634 en
MEMO/05/489).
Voor nadere informatie over het optreden van de Commissie tegen
kartels, zie MEMO/07/520.
European Union