P E R S B E R I C H T
27-11-2007
SER Overijssel pleit vooor inspirerende visie op de toekomst van
Overijssel in de Omgevingsvisie
De provincie kan alleen een sturende rol vervullen in de ruimtelijke ordening als ze een
inspirerende visie op de toekomst van Overijssel ontwikkelt. Met de nieuwe Wet op de
Ruimtelijke Ordening zal de provincie in het vervolg haar invloed vooral in het voortraject van
de planvorming moeten uitoefenen en veel minder via controle achteraf zoals nu het geval is.
In een advies aan Gedeputeerde Staten wijst SER Overijssel erop dat alleen een duurzaam
economisch perspectief welvaart mogelijk maakt en tegelijkertijd de ruimte biedt voor
investeringen in kostbare maatregelen op het gebied van een duurzame leefomgeving en van
natuurbeheer, -behoud en ontwikkeling. De sociaal-economische ontwikkeling zal daarom
naast de wettelijk verplichte onderwerpen een belangrijk uitgangspunt moeten zijn voor de
opstelling van de Omgevingsvisie.
In het advies wordt verder voorgesteld om naar analogie van de A 1 corridor ook voor de A 28, RW 35
en de N 34 als belangrijke ontwikkelingsassen een integrale ontwikkelingsvisie op te stellen. SER
Overijssel wijst er daarbij op mobiliteit en ontwikkelingsassen in grote mate bepalend zijn voor de
economische ontwikkeling van Overijssel en voor de afstemming tussen werken, wonen,
duurzaamheid en landschappelijke ontwikkeling.
Samen met de gemeenten zal de provincie er voor moeten zorgen dat er ook op middellange termijn
voldoende aanbod is van goed geoutilleerde en goed ontsloten bedrijventerreinen met voldoende
differentiatie. Onderlinge afstemming tussen gemeenten bij de planning van bedrijventerreinen is
daarbij van essentieel belang om te voorkomen dat er een tekort of overschot aan bepaalde soorten
bedrijventerreinen ontstaat. De Omgevingsvisie zal daarvoor de basis moeten bieden.
Tenslotte heeft SER Overijssel er voor gepleit dat er ook een concreet uitvoeringsplan inclusief
investeringsschema wordt opgesteld voor de Omgevingsvisie.
---
Informatie voor de pers: drs. H. Kloosterboer secretaris SER Overijssel tel: (038) 499 74 04
---- --
Aan Gedeputeerde Staten van Overijssel
t.a.v. mevr. drs. C. Abbenhues
Postbus 10078
8000 GB Zwolle
Ons nummer: S 1828 Datum: 27 november 2007
Onderwerp: Startnotie Omgevingsvisie Overijssel
Geachte mevrouw Abbenhues,
SER Overijssel heeft met belangstelling kennis genomen van de "Startnotitie Omgevingsvisie
Overijssel". Wij zien de opstelling van de Omgevingsvisie als één van de belangrijkste processen
in deze Collegeperiode. In de Omgevingsvisie worden immers de grote lijnen uitgezet van het
provinciale beleid voor de komende tien jaar in het fyieke domein. Gezien het belang van dit
onderwerp hebben wij ter voorbereiding van deze reactie op 9 november jl. een workshop
georganiseerd. Wij zijn van mening dat bij de uitwerking van de Omgevingsvisie de volgende
uitgangspunten in acht genomen moeten worden:
1e Slechts een duurzaam economisch perspectief maakt welvaart mogelijk en biedt tegelijkertijd
de ruimte voor investeringen in kostbare maatregelen op het gebied van een duurzame
leefomgeving en van natuurbeheer, -behoud en ontwikkeling. De sociaal-economische
ontwikkeling zal daarom naast de wettelijk verplichte onderwerpen een belangrijk
uitgangspunt moeten zijn bij de opstelling van de Omgevingsvisie.
2e De provincie kan alleen een sturende rol vervullen als ze inspirerende visies ontwikkelt op de
toekomst van Overijssel. Onder de nieuwe WRO zal de provincie haar invloed vooral in het
voortraject van de planvorming moeten uitoefenen en veel minder via controle achteraf. Om
die rol goed te kunnen vervullen zijn inspirerende visies onontbeerlijk. Deze visies zouden
zich moeten richten op het gestelde bij de punten 3, 4 en 5 van deze brief.
3e In de Omgevingsvisie zal het uitgangspunt moeten zijn dat Overijssel onderdeel is van een
groter geheel. De relatie met het Noorden, Gelderland en in het bijzonder de schakel tussen
West Nederland en Centraal Europa is daarbij van belang. De provincie moet een
internationaal wervende uitstraling nastreven, mede om hoog gekwalificeerd personeel te
kunnen aantrekken en vasthouden.
4e Wij stellen voor, dat er naar analogie van de A 1 corridor ook voor de A 28, RW 35 en de
N 34 als belangrijke ontwikkelingsassen een integrale ontwikkelingsvisie wordt opgesteld.
Mobiliteit en ontwikkelingsassen zijn in grote mate bepalend voor de economische
ontwikkeling van Overijssel en voor de afstemming tussen werken, wonen, duurzaamheid en
landschappelijke ontwikkeling.
5e Samen met de gemeenten zal de provincie er voor moeten zorgen dat er ook op middellange
termijn voldoende aanbod is van goed geoutilleerde en goed ontsloten bedrijventerreinen met
voldoende differentiatie. Onderlinge afstemming tussen gemeenten bij de planning van
bedrijventerreinen is daarbij van essentieel belang om te voorkomen dat er een tekort of
overschot aan bepaalde soorten bedrijventerreinen ontstaat. De Omgevingsvisie zal hiervoor
de basis moeten bieden. De provincie zal daarin de waarborgen moeten scheppen voor
provinciaal ingrijpen, wanneer gemeenten op dit punt gezamenlijk niet adequaat opereren.
6e De kwaliteit van een eventueel op te stellen provinciale verordening zal moeten liggen in de
selectiviteit. Anders wordt de beoogde stroomlijning van het nieuwe stelsel bij de start alweer
teniet gedaan.
7e Een Omgevingsvisie zonder concreet uitvoeringsplan heeft weinig betekenis. De belangrijkste
voornemens moeten in een Actieplan worden opgenomen inclusief investeringsschema.
SER Overijssel ziet de opstelling van de Omgevingsvisie als een goede kans voor het College om
in samenwerking met de diverse partners te komen tot een inspirerende basis voor ruimtelijke
ontwikkeling. Wij willen daar als SER Overijssel graag een bijdrage aan leveren.
Met vriendelijke groet,
ing. N.J. Sjerps
vice-voorzitter SER Overijssel
---- --
Provincie Overijssel