Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070804740

Antwoorden op de vragen van het lid Dezentjé-Hamming (VVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over homo-emancipatie op bijzondere scholen. (Ingezonden 13 november 2007)


1 Vraag
Bent u correct geciteerd in het artikel waarin u uitspraken doet over homo-emancipatie op bijzondere scholen? 1) Zo niet, op welke punten wordt afgeweken van uw uitspraken? Antwoord:
Ja.


2 Vraag
Waarom kunt u scholen wel verplichten de evolutieleer van Darwin te behandelen, aandacht te besteden aan burgerschap, de stelling van Pythagoras op te nemen in de eindtermen, maar scholen niet verplichten het onderwerp homoseksualiteit aan de orde te laten stellen? Antwoord:
In de kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs is wettelijk vastgelegd wat alle leerlingen op alle scholen moeten leren. In deze kerndoelen is wel degelijk aandacht voor de thematiek. Zo staat in kerndoel 44 dat `de leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen.' Kerndoel 34 is eveneens relevant. Hierin staat dat `de leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.' Het is aan de scholen zelf om te beslissen hoe zij deze wettelijke eisen vertalen in concrete onderwijsprogramma's.

Verder luidt één van de eindtermen biologie voor havo, dat `leerlingen een beargumenteerde mening moeten kunnen geven over aspecten van seksualiteit, hetero- en homoseksualiteit, erfelijk en cultureel bepaalde verschillen tussen man en vrouw en seksueel geweld'. Ook hier geldt dat het ook aan de scholen zelf is om te beslissen hoe ze precies invulling geven aan de uitwerking van deze eindtermen en welke thema's bij de invulling hiervan aan de orde komen. Zie ook het antwoord op vraag 5.


3 Vraag
Deelt u de mening dat homoseksuele jongeren er recht op hebben optimaal beschermd te worden en dat de overheid daar een rol in heeft?
Antwoord:
Ja.


4 Vraag
Deelt u de mening dat het bespreekbaar maken van homoseksualiteit noodzakelijk is om wederzijds begrip en acceptatie te kweken? Zo ja, vindt u dat de school daarin een belangrijke rol kan spelen?

Antwoord:
Ja.


5 Vraag

Indien u het belang van de rol van de school onderschrijft, bent u dan bereid maatregelen te nemen die scholen verplichten aandacht te besteden aan het onderwerp homoseksualiteit, conform de verplichting die voor alle scholen geldt om aandacht te besteden aan burgerschapsvorming?

Antwoord:
Ik acht dit niet noodzakelijk. In kerndoelen en eindtermen is aandacht voor de thematiek; scholen mogen vervolgens zelf bepalen hoe zij die kerndoelen en eindtermen verder invullen. Wél heb ik in de nota lesbisch- en homo-emancipatiebeleid: "Gewoon homo zijn" aangegeven dat scholen gehouden zijn om bij het thema `veilige school' ook aandacht te besteden aan de veiligheid van homoseksuele leerlingen en leraren. Verder heb ik ook andere maatregelen aangekondigd die scholen ertoe moeten brengen meer aandacht te besteden aan de sociale acceptatie van homoseksualiteit, zoals bijvoorbeeld: een handreiking voor scholen, steun aan een `homo & hetero' onderwijsalliantie, project de Roze Olifant.


1) Reformatorisch Dagblad, 9 november 2007