Gerechtshof Arnhem


Gemeente Steenwijkerland krijgt kavel ecowoning terug

Bij arrest van 27 november 2007 van het gerechtshof Arnhem heeft de appellant in de zogenaamde âecowoning-zaakâ vrijwel geheel ongelijk gekregen. Hij moet nu de woning afbreken en de grond terugverkopen aan de gemeente Steenwijkerland. Volgens het hof kan appellant zich niet beroepen op overmacht en had hij, in plaats van door te gaan met bouwen, de grond medio 2005 aan de gemeente moeten terugleveren toen alleen nog maar het (houten) casco van de woning was gebouwd.

Inhoud van de zaak
In het kader van gronduitgifte in een nieuwbouwwijk koopt appellant van de gemeente Steenwijkerland een stuk grond waarop hij een woning mag bouwen. Hij krijgt daarvoor, net als de andere kopers, een bouwtermijn van twee jaren. Overschrijding van die bouwtermijn leidt volgens de koopovereenkomst tot ontbinding en teruglevering. Appellant heeft gekozen voor het bouwen van een zogenaamde ecowoning; dit is een woning die niet alleen zeer energiezuinig is maar ook voornamelijk gebouwd wordt met hergebruikt (tweedehands) materiaal. Appellant bouwt de woning zelf en in zijn eentje. Zijn woning had in maart 2005 klaar moeten zijn, maar dat is hem door allerlei omstandigheden niet gelukt.

Appellant is een jaar later gestart met de bouw en heeft de woning (pas) aan de gemeente gereed gemeld in december 2006; dat is dus ruim 18 maanden later dan appellant en de gemeente waren overeengekomen. De gemeente heeft nà het sluiten van de koopovereenkomst en vóór de aanvang van de bouw al overleg gehad met appellant over de haalbaarheid van zijn bouwplan en hem de mogelijkheid geboden om het perceel aan de gemeente terug te verkopen. Op dit voorstel is appellant niet ingegaan.

Bij de rechtbank
Toen de woning in maart 2005 bij lange na niet gereed was, heeft de gemeente de koopovereenkomst met appellant ontbonden en moest appellant de grond, zonder bouwwerk, terugleveren. De gemeente had er geen vertrouwen in dat het bouwwerk binnen afzienbare tijd af zou komen en weigerde daarom ook verlenging van de bouwtermijn. Omdat appellant de grond niet wilde terugverkopen, is de gemeente in juli 2005 een procedure gestart tegen hem; appellant is gedurende de rechtbankprocedure doorgegaan met bouwen. De gemeente kreeg gelijk van de rechtbank bij vonnis van 17 mei 2006: appellant moest de grond terugverkopen aan de gemeente, zonder bouwwerk er op en mét betaling van de contractuele boetes. Daarmee was appellant het niet eens en hij is in hoger beroep gegaan; in de periode dat het hoger beroep liep is hij doorgegaan met bouwen.

Het hoger beroep
Bij arrest van 27 november 2007 van het gerechtshof Arnhem heeft appellant vrijwel geheel ongelijk gekregen. Hij moet nu de woning afbreken en de grond terugleveren aan de gemeente. Volgens het hof kan appellant zich niet beroepen op overmacht en had hij, in plaats van door te gaan met bouwen, de grond medio 2005 aan de gemeente moeten terugleveren toen alleen nog maar het (houten) casco van de woning was gebouwd.

Daarnaast heeft een gemeente die grond uitgeeft er belang bij dat de kopers zich houden aan de contractuele bouwtermijn, mede om de overlast aan omwonenden te beperken. Er zijn diverse klachten geweest van omwonenden. Omdat appellant zich niet gehouden heeft aan de contractuele bouwtermijn, hij zich niet kan beroepen op overmacht en er bovendien (steeds) voor gekozen heeft om door te gaan met bouwen ondanks de juridische procedure met de gemeente, kan de koopovereenkomst ontbonden worden wegens wanprestatie.

Ontbinding heeft voor appellant weliswaar verstrekkende gevolgen, maar de feiten en omstandigheden van deze zaak rechtvaardigen ontbinding van de koopovereenkomst mét haar gevolgen. Daarnaast is appellant de contractuele boete van 10% van de koopsom verschuldigd, maar de contractuele dagboete (die thans ongeveer gelijk is aan de koopsom van de grond) matigt het hof tot nihil.

LJ Nummer

BB8630

Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 27 november 2007 Naar boven