Nieuwe aanpak luchtonderzoek voor aanleg wegen
Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft voor wegenprojecten een uniforme aanpak ontwikkeld waarmee de omvang van het gebied wordt bepaald waar onderzoek wordt gedaan naar effecten op de luchtkwaliteit. Dit naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State inzake het Tracébesluit A4 Burgerveen - Leiden. Hiermee kan Eurlings in de kkomende periode weer besluiten nemen over de wegenprojecten. De nieuwe aanpak voor gebiedsafbakening ten behoeve van luchtonderzoek combineert een statistische modelmatige benadering met een zogenaamd 'expert judgement'. Dit betekent dat een team van onafhankelijke deskundigen per project een advies geeft over de gekozen omvang van het onderzoeksgebied. Hiermee verwacht de minister tegemoet te komen aan de juridische eisen aan de onderbouwing van de omvang van het luchtonderzoeksgebied. Eurlings vindt het een grote stap vooruit omdat voorheen bij projecten op verschillende manieren de omvang van het onderzoeksgebied werd bepaald. In de nieuwe werkwijze wordt ook beter rekening gehouden met onzekerheden in modeluitkomsten. De nieuwe aanpak wordt toegepast op alle planstudies voor wegenprojecten.
De ontwikkeling van de nieuwe aanpak is zorgvuldig, maar gezien de complexiteit in betrekkelijk korte tijd tot stand gekomen. Met de statistische modelmatige benadering wordt een gebied bepaald, waarbinnen het verschil in verkeersintensiteiten zonder en met het project nog als significant wordt beschouwd. Binnen dit gebied wordt dan het luchtonderzoek uitgevoerd. Onafhankelijke deskundigen hebben deze methodiek verder aangescherpt. Mede op basis van adviezen van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) en het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) is gekozen voor een combinatie van de statistische benadering en 'expert judgment'. Het advies van de deskundigen kan er vervolgens toe leiden dat 1) een planstudie voldoet aan de nieuwe aanpak, zodat voortvarend toegewerkt kan worden naar besluitvorming, of 2) er aanvullend luchtonderzoek nodig is, dat minimaal drie maanden in beslag neemt. De verwachting is dat dit laatste voor een merendeel van de projecten het geval is.
Er wordt nu gewerkt aan een gedetailleerdere planning per project. Hierbij spelen twee factoren een rol. Allereerst kan niet voor alle wegenstudies gelijktijdig een luchtonderzoek worden gedaan, omdat de beschikbare capaciteit bij de onderzoekbureaus die zulke onderzoeken kunnen uitvoeren niet onbeperkt is. Daarnaast wordt per project onderzocht of bepaalde al uitgevoerde onderzoeken moeten worden geactualiseerd. Op dit moment worden de consequenties van deze procedurele vertraging voor de oplevering van de projecten in kaart gebracht.
Voor dit moment is op basis van de huidige stand van de wetenschap de best mogelijke aanpak ontwikkeld. Er blijft echter nog wel spanning bestaan tussen de mate van nauwkeurigheid van wat door de rechtspraktijk voor besluitvorming wordt vereist en de mate van detail die de wetenschap kan leveren via modellen. Minister Eurlings heeft de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten daarom gevraagd ook aandacht te besteden aan de voor besluitvorming benodigde beslisinformatie en het detailniveau daarvan.
Noot aan redacties (
Ministerie van Verkeer en Waterstaat