KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN
27-11-2007
Beantwoording vragen over brief Argos-uitzendingen
Vraagsteller: Vaste commissies voor Defensie en Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR ´s Gravenhage
Datum 27 november 2007
Ons kenmerk HDAB2007007032135
Onderwerp Schriftelijke vragen over brief Argos-uitzendingen
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissies voor Defensie en
voor Buitenlandse Zaken over mijn brief van 9 november 2007 over de Argos-uitzendingen
(Kamerstuk 27 925 nr. 276). Deze vragen werden ingezonden op 20 november 2007 onder
kenmerk 07-DEF-B-018.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
E. van Middelkoop
Pagina 1/17
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van de vaste commissies voor Defensie en voor
Buitenlandse Zaken over de brief van 9 november 2007 over de Argos-uitzendingen
(Kamerstuk 27 925 nr. 276), ingezonden 20 november 2007, kenmerk 07-DEF-B-018.
1. (eerste deel)
Wat is uw reactie op de in het evaluatieverslag van de Nederlandse deelname aan
International Security Assistance Force (ISAF) in 2002 op de website van het
Nederlands Instituut voor Militaire Historie 1opgenomen stelling: "Een enkele keer
werd het detachement van het Korps Commandotroepen (KCT) ingezet voor taken die
buiten het mandaat vielen. Zo vertrok op 27 maart 2002 een KCT-
beveiligingsdetachement met vijf voertuigen en een ambulance (totaal twintig
militairen) als onderdeel van een ISAF-hulpkonvooi naar een circa 200 kilometer
noordelijk gelegen gebied waar zich twee aardbevingen en zware naschokken hadden
voorgedaan."?
Het evaluatieverslag is correct. Op basis van Veiligheidsraadresolutie 1386 bestond het
ISAF-mandaat uit het assisteren van de Afghaanse interim-autoriteiten bij het handhaven van
de veiligheid in Kabul en omgeving. Het verlenen van humanitaire hulp, binnen of buiten dit
gebied, behoorde niet tot het mandaat. Na de aardbevingsramp van eind maart 2002 echter
hebben buitenlandse militairen van verschillende landen hulp verleend in de getroffen regio.
Dit gebeurde op verzoek van de Afghaanse autoriteiten. Het ministerie van Defensie in Den
Haag heeft toestemming gegeven voor de inzet van de Nederlandse militairen, en deze inzet
is aan de Kamer gemeld in de brief van 28 maart 2002 (Kamerstuk 27 925 nr. 53).
1. (tweede deel)
Bij welke andere gelegenheden is er daarnaast buiten het ISAF-mandaatsgebied
opgetreden? Waarom is de Kamer wél geïnformeerd over de inzet na de aardbeving,
maar niet over andere gevallen?
1 (http://www.nimh.nl/korea_tot_kabul/index.html)
Pagina 2/17
Ministerie van Defensie
4.
Is er van inzet van Nederlandse militairen buiten Kabul en omgeving alleen sprake
geweest na nationale goedkeuring, zoals werd gesteld in het kwartaalrapport over de
tenuitvoerlegging van het mandaat van ISAF in de periode 10 februari tot en met 10 mei
2003 (TK 27925, nr. 93)?
5.
Waarom wordt in de evaluatie van de Nederlandse deelneming aan ISAF van december
2001 tot en met augustus 2003 (TK 27925, nr. 135) niet ingegaan op de inzet van
Nederlandse militairen buiten het mandaatgebied van ISAF?
8.
Is het waar dat Nederlandse ISAF-troepen hebben meegedaan aan operatie Galaxy om
een bomaanslag te verijdelen, zoals de weergave van een toelichting van uw ministerie
tijdens de Argos-uitzending van 19 oktober 2007 zegt? Is het waar dat uw ambtenaren
tegenover Argos verklaarden dat deze operatie plaatsvond op 17 mei 2002? Wat is uw
reactie op het beargumenteerde commentaar van Argos dat operatie Galaxy, afgaand
op de foto's van Argos van deze operatie van 27 en 28 mei 2002, op een andere datum
moet hebben plaatsgevonden? Op welke data en op welke locatie(s) werd deze
operatie voorbereid en uitgevoerd? Bevinden deze locaties zich buiten het toenmalige
ISAF-mandaatgebied waar alleen Operatie Enduring Freedom (OEF) actief was?
15. (tweede deel)
Zijn er meer gevallen geweest waarbij Nederlandse troepen buiten hun mandaatgebied
opereerden? Zo ja, waarom is de Kamer daarover niet ingelicht? Was de minister op de
hoogte van deze operatie(s)?
34.
Hoe vaak gebeurde het destijds dat (verkennings)operaties buiten ISAF-gebied werden
uitgevoerd?
In 2002 zijn er in totaal drie gevallen geweest van operationeel optreden buiten het ISAF-
verantwoordelijkheidsgebied. Dit betrof achtereenvolgens:
- de hierboven genoemde humanitaire noodhulp na de aardbevingsramp van eind
maart 2002;
- de verkenningsopdracht van 17 mei 2002 waarop ik ben ingegaan in mijn brief van 9
november 2007 (Kamerstuk 27 925 nr. 276);
Pagina 3/17
Ministerie van Defensie
- de operatie Galaxy van 27 tot 30 mei 2002, die is beschreven in de Argos-uitzending
van 19 oktober jongstleden.
In het antwoord op vraag 11 e.v. is ingegaan op de bergtrainingen buiten het ISAF-
verantwoordelijkheidsgebied. Het betrof hier geen operationele inzet.
De operatie Galaxy liep van 27 tot 30 mei 2002 en had tot doel het onderscheppen van een
bomauto. Door Nederlandse militairen is als onderdeel van deze operatie ten zuiden van het
ISAF-verantwoordelijkheidsgebied een waarnemingspost bemand. Een en ander viel binnen
het mandaat van ISAF aangezien het hier ging om het beschermen van de eigen ISAF-
eenheden en de ISAF-missie, zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 2 e.v.. De operatie
is voorbereid op de ISAF-basis Camp Warehouse in Kabul. In het antwoord op vraag 11 e.v.
is ingegaan op de woordvoering richting Argos.
Ten aanzien van optreden buiten het ISAF-operatiegebied was door de chef Defensiestaf
(CDS) bepaald dat in dergelijke gevallen vooraf nationale toestemming moest worden
gegeven. Bij de humanitaire noodhulp van eind maart 2002 en de operatie Galaxy van eind
mei 2002 is dit ook gebeurd. In beide gevallen is de minister vooraf ingelicht. In het antwoord
op vraag 17 e.v. is nader ingegaan op de verkenningsopdracht van 17 mei 2002.
Evaluatieverslagen en Kamerbrieven geven een algemeen beeld van het verloop van
bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties. Het zijn geen gedetailleerde opsommingen van
afzonderlijke gevallen van operationele inzet. De Kamer is steeds uitvoerig en naar behoren
geïnformeerd over het verloop van de ISAF-operatie.
2.
Is het waar dat het ISAF-mandaatsgebied begin 2002, bij resolutie 1386 van de VN-
veiligheidsraad, duidelijk beperkt was tot Kabul en omgeving? Gold deze geografische
beperking ook ten aanzien van (lange afstands)verkenningen door speciale eenheden?
15. (derde deel)
Met welke Rules of Engagement (ROE) waren de Nederlandse militairen op pad? Hoe
verhielden deze operaties zich tot OEF? Werden dergelijke operaties afgestemd, en
met wie?
Pagina 4/17
Ministerie van Defensie
16.
Wat betekent het in juridische zin als Nederlandse militairen buiten hun mandaat en
mandaatgebied opereren? Wat zouden de consequenties geweest zijn als Nederlandse
militairen buiten het mandaat en mandaatgebied verwond of gedood zouden zijn, of als
zij zelf geweld hadden gebruikt, of gewonden en/of doden hadden gemaakt? Aan wie,
en hoe zou in dat geval melding moeten worden gedaan?
28.
Wat is de juridische betekenis van het feit dat Nederlandse commando's een operatie
uitvoerden buiten het toenmalige ISAF-gebied?
30.
Wat waren de ROE's waarmee Nederlandse militairen buiten het mandaatgebied op
pad werden gestuurd?
Er moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen het mandaatgebied van ISAF, het
statusgebied van ISAF, het verantwoordelijkheidsgebied van ISAF en het operatiegebied van
de multinationale brigade te Kabul (KMNB). Het mandaatgebied van ISAF werd in resolutie
1386 omschreven als Kabul en omgeving, waarbij het woord "omgeving" opzettelijk
onbepaald was. Daarmee werd de mogelijkheid geschapen dit ISAF-gebied gaandeweg uit te
breiden. Omdat ook bij het aan- en afreizen naar Kabul de status van ISAF-personeel
duidelijk moest zijn, is in de Military Technical Agreement waarin de statusovereenkomst
tussen ISAF en de Afghaanse regering is opgenomen, bepaald dat die statusregeling in heel
Afghanistan geldt en dat ISAF in heel Afghanistan vrijheid van bewegen heeft. Het
statusgebied van ISAF is dan ook heel Afghanistan.
Het verantwoordelijkheidsgebied van ISAF (Area of Responsibility, AOR) is het gebied
waarvan ISAF en de Afghaanse autoriteiten in de Military Technical Agreement zijn
overeengekomen dat ISAF bevoegd is daar operationele activiteiten te ontplooien. Tot slot is
voor de multinationale brigade KMNB in Kabul op operationele gronden een bepaald gebied
binnen de ISAF AOR aangeduid als operatiegebied.
In de loop van 2002 bleek het noodzakelijk om buiten de grenzen van het KMNB-
operatiegebied, maar binnen het verantwoordelijkheidsgebied van ISAF verkenningen uit te
voeren. Deze noodzaak was onder andere ontstaan door raketaanvallen van tegenstanders.
Pagina 5/17
Ministerie van Defensie
De vermoedelijke afvuurlocaties lagen buiten de grenzen van het KMNB-gebied, maar binnen
het ISAF verantwoordelijkheidsgebied. De commandant van KMNB heeft bepaald dat voor
verkenningen buiten zijn gebied, die immers als onderdeel van de ISAF-taak en in het kader
van de force protection van ISAF werden uitgevoerd, de ISAF Rules of Engagement (ROE)
van toepassing waren. Nederlandse militairen hebben deelgenomen aan verkenningen op
locaties buiten het KMNB-operatiegebied maar binnen de ISAF AOR.
Het stelsel zoals hierboven omschreven heeft tot gevolg dat optreden van de Nederlandse
ISAF-militairen buiten de geografische grenzen van het KMNB-operatiegebied of zelfs buiten
het ISAF-verantwoordelijkheidsgebied, niet tot gevolg had dat zij daarmee buiten het ISAF-
mandaatgebied traden. Alle ISAF-regelingen, ROE en statusafspraken waren en bleven
integraal op hen van toepassing.
Bij de verkenningsopdracht van 17 mei is daarom geen juridische kwestie aan de orde.
3.
Onder wiens operationele commando stonden de Nederlandse militairen van het KCT?
Van de Nederlandse compagniescommandant of van de commandant van de Kabul
Multinational Brigade?
Het KCT-peloton was in 2002 ingedeeld bij de Nederlandse luchtmobiele compagnie. Deze
compagnie maakte deel uit van de Duits-Nederlandse eenheid. Vanaf april 2002 stond het
KCT-peloton ter beschikking van de commandant van KMNB voor het uitvoeren van
opdrachten. De KCT'ers werden vanaf februari 2003 organisatorisch ingedeeld bij het Duits-
Nederlandse ISAF-hoofdkwartier.
6.
Is het waar dat er vanuit Defensie Voorlichting naar de redactie van Argos toe
bevestigd is dat er sprake geweest zou zijn van inzet van Nederlandse militairen in
verband met een vermeende dreiging van een bomauto tegen de in voorbereiding
zijnde Loya Jirga in Kabul, en dat de Observation Post hiervoor 25 kilometer zuid van
de ISAF-grens is ingezet, om zo voldoende reactietijd te creëren om deze aanslag te
verijdelen? Is er sprake geweest van zulke inzet?
Pagina 6/17
Ministerie van Defensie
12.
Kunt u een overzicht geven van de contacten die u met de redactie van Argos hebt
gehad?
14.
Is het waar dat Argos op 10 september 2007 contact met u heeft opgenomen? Waarom
heeft u toen niet afdoende geantwoord, temeer daar uit uw brief van 9 november blijkt
dat Nederlandse militairen weldegelijk geopereerd hebben buiten het ISAF-mandaat
gebied? Waarom kon u dat toen niet melden aan de redactie van Argos en aan de
Kamer?
19.
Kunt u toelichten wat u bedoelt met de zin: "Na afloop is bij het Nederlandse ISAF-
detachement de uitvoering van dergelijke opdrachten nauwgezet geëvalueerd.", terwijl
het ministerie in de email van 16 oktober aan Argos nog schreef: "Het KCT is niet
ingezet buiten de ISAF AOR met uitzondering van bovengenoemde inzet in het kader
van het humanitaire hulpkonvooi."?
47.
Heeft de nadere informatie die nu ook aan de Kamer is verstrekt tevens geleid tot een
gewijzigde opstelling van de betreffende Argos-journalisten? Zijn zij bereid om een
rectificatie wereldkundig te maken?
Argos heeft voorafgaand aan de uitzendingen vragen voorgelegd aan Defensie. Het is
moeilijk om in korte tijd dossiers te lichten en gebeurtenissen nauwkeurig te reconstrueren die
vijf jaar geleden hebben plaatsgehad, zeker als de aanwijzingen die worden gegeven globaal
of onjuist zijn. Pas vlak voor de uitzendingen werden de vragen en aanwijzingen van Argos
concreter. Inmiddels zijn de door Argos aangeduide gebeurtenissen, voor zover die ten
minste werkelijk hebben plaatsgehad, zorgvuldig gereconstrueerd. De resultaten heb ik in
mijn brief van 9 november 2007 (Kamerstuk 27 925 nr. 276) met u gedeeld.
Defensie heeft voorafgaand aan de uitzendingen nadrukkelijk gevraagd om inzage in het
bewijsmateriaal van Argos. Men bleek hier pas toe bereid na de uitzendingen van 17 en 19
oktober jongstleden. Er zijn vervolgens twee gesprekken geweest tussen Defensie en Argos.
In het eerste gesprek heeft Argos twee rapporten overhandigd. Bovendien heeft Argos een
aantal foto's getoond, maar deze werden niet overhandigd.
Pagina 7/17
Ministerie van Defensie
In het tweede gesprek is Defensie ingegaan op het materiaal dat Argos in het eerste gesprek
had aangedragen. Met onderbouwing en inzage in stukken zijn de beweringen van Argos
weerlegd. Argos heeft tot op heden niet op de inhoud van het tweede gesprek gereageerd.
Wel heeft Argos een kopie van de bewijsstukken gevraagd.
7.
Wat is uw reactie op de verklaringen van Sean Naylor, een gerenommeerde
verslaggever van de Army Times, in de Argos-uitzending van 17 oktober 2007 dat hij
meermalen Nederlandse militairen buiten hun mandaatgebied in actie heeft gezien,
zowel op de basis van Kandahar als tijdens operatie Anaconda?
Wat is uw reactie op de verklaring van Sean Naylor in dezelfde Argos-uitzending over
operatie Anaconda dat "The Dutch were involved in the outer ring of security and they
were to monitor possible escape routes for the Al Qaida fighters there"?
13.
Waarom gebruikt u de zinsnede `op dit moment'? Weet u een moment denkbaar dat u
wel op de uitspraken in het plenair debat van 16 juni 2004 moet terugkomen, daar u op
`dit moment geen aanleiding ziet'?
20.
Beschikt u (inmiddels) over het `After Action Report' van Task Force 58? Bent u bereid
de Kamer dit rapport (desgewenst vertrouwelijk) ter beschikking te stellen? Zo neen,
waarom niet?
21
Hoe lang duurt het voordat de Amerikaanse autoriteiten `een specifieke en
gedetailleerde toelichting' over het rapport geven?
22.
Zijn de twee Amerikaanse publicaties over Task Force K-Bar (inmiddels) in uw bezit?
Bent u bereid de Kamer dit rapport (desgewenst vertrouwelijk) ter beschikking te
stellen? Zo neen, waarom niet?
23.
Waarom gebruikt u het woord `vooralsnog' in de zinsnede "Ik hecht vooralsnog weinig
waarde aan deze publicaties"? Onder welke omstandigheden houdt u het voor
mogelijk op uw oordeel terug te komen?
Pagina 8/17
Ministerie van Defensie
35.
Bent u bereid "de specifieke en gedetailleerde toelichting" die van Amerikaanse zijde
zal worden verstrekt ook aan de Kamer door te geven?
38.
Kunt u bevestigen dat het rapport dat in de Argos-uitzending wordt genoemd het
officiële, inmiddels gedeclassificeerde, After Action Report van Task Force 58 van het
Amerikaanse leger betreft, dat in het kader van Operation Enduring Freedom in de
periode najaar 2001- voorjaar 2002 in Afghanistan actief was?
39.
Wat is er precies onjuist aan de informatie in het After Action Report van de
Amerikaanse Task Force 58 volgens het Pentagon en waarom?
40.
Hoe verklaart u dat de opsteller van het After Action Report, majoor Michael Mahaney,
expliciet bevestigt dat de informatie in het rapport correct is, en dat het Pentagon
vervolgens na navraag van de Nederlandse ambassade in Washington stelt dat de
informatie over Nederlandse troepen onjuist is? Hoe verklaart u dat het mailcontact
tussen Argos en Mahaney onderbroken wordt door de directeur Voorlichting van de
Amerikaanse mariniers, met de mededeling: "Na enige discussie aan onze kant hebben
wij besloten dat deze vragen het beste beantwoord kunnen worden door de
Nederlandse strijdkrachten. Het is niet aan ons om namens hen te spreken."?
Van het TF58-rapport is mij slechts bekend dat tekstdelen daarvan die worden aangeduid als
"niet-geclassificeerde documenten" op een particuliere website zijn te vinden. Verder heeft de
Nederlandse ambassade in Washington een mededeling van het Pentagon ontvangen dat
het rapport onjuiste informatie bevat over Nederlandse troepen. Na deze mededeling is bij
het Pentagon een gedetailleerd verzoek om informatie ingediend naar de achtergronden van
het TF58-rapport, alsmede de twee andere rapporten van de Amerikaanse marine die ik in
mijn brief van 9 november jl. heb genoemd.
De twee rapporten van het opleidingscommando van de Amerikaanse marine (Naval
Education and Training Command) waarin melding wordt gemaakt van TF K-Bar, zijn
openbare publicaties. Ze zijn te vinden op de website van dit opleidingscommando.
Pagina 9/17
Ministerie van Defensie
Totdat uit het antwoord van Pentagon zou blijken dat de informatie over TF58 en TF K-Bar
juist is, hetgeen mij niet bijzonder waarschijnlijk lijkt, hecht ik weinig waarde aan deze
informatie en zie ik geen reden terug te komen op wat mijn ambtsvoorganger in juni 2004 aan
de Kamer heeft gemeld. Het beantwoorden van het Nederlandse verzoek kan nog enige tijd
vergen. Het is overigens niet aan mij om in te gaan op het Amerikaanse voorlichtingsbeleid
met betrekking tot het rapport van TF58.
De Amerikaanse journalist die in de Argos-uitzending aan het woord is gelaten, heeft in zijn
boek over de gebeurtenissen van begin 2002 in Afghanistan geen melding gemaakt van
Nederlandse troepen. Het is niet aan mij te speculeren waarom hij dit ruim vijf jaar na dato
alsnog doet.
9.
Wat is uw reactie op de verklaring van bronnen van Argos in de uitzending van 19
oktober 2007 dat kleine groepen commando's in 2002 diverse operaties uitvoerden
buiten het toen geldige ISAF-mandaatgebied, en de expliciet genoemde data?
10.
Kunt u de volgende, door Argos genoemde operaties, bevestigen dan wel ontkennen:
17 en 18 mei 2002 (inlichtingenoperatie op de weg van Kabul via Jalalabad naar
Pakistan); 17 tot 20 juni 2002 (inlichtingenoperatie in de bergen in het district
Paghman); 9 en 10 augustus 2002 (inlichtingenoperatie in hetzelfde gebied in
Paghman); 2 en 3 september (inlichtingenoperatie in hetzelfde gebied in Paghman); 3
en 4 september 2002 (directe actie tegen Taliban vlakbij Mayda, uren rijden ten westen
van het ISAF-gebied); 21 en 22 september 2002 (inlichtingenoperatie in het zelfde
gebied in Mayda)? Kunt u deze operaties tevens toelichten?
Ik merk op dat Argos geen melding maakte van inlichtingenoperaties in het district Paghman,
maar van inlichtingenoperaties in een provincie Paghman die zich zou bevinden "op de weg
van Kabul naar Jalalabad" en "tientallen kilometers buiten Kabul". Er is echter in Afghanistan
geen provincie Paghman. Uit de omschrijving wordt duidelijk dat de provincie Laghman wordt
bedoeld.
Pagina 10/17
Ministerie van Defensie
In de provincie Laghman zijn in het geheel geen operaties uitgevoerd. In het deel van het
district Paghman ten westen van de hoofdstad Kabul dat binnen het toenmalige ISAF-
verantwoordelijkheidsgebied viel, zijn reguliere ISAF-patrouilles uitgevoerd, bijvoorbeeld op 9
augustus 2002. In de beantwoording van vraag 17 e.v. wordt ingegaan op de
verkenningsopdracht van 17 mei 2002. Op 18 mei 2002 is er geen operationele inzet
geweest. Op 2 september 2002 en op 23 september 2002 zijn er eendaagse bergtrainingen
gehouden in het district Paghman. In de beantwoording van vraag 11 e.v. wordt nader
ingegaan op de bergtrainingen.
Het is Defensie onbekend welk gebied in Afghanistan wordt bedoeld met Mayda. Ook
navraag bij Argos heeft geen duidelijkheid opgeleverd. Nederlandse militairen hebben in
2002 geen "directe actie" ondernomen tegen de Taliban in Mayda of enig ander deel van
Afghanistan. Ook is er in Mayda, waar dit gebied zich ook mag bevinden, geen
inlichtingenoperatie geweest.
11.
Is het waar dat een woordvoerder van uw ministerie de
inlichtingen/verkenningsoperatie van Commandotroepencompagnie 104 op 17 en 18
juli 2002 in de uitzending van 19 oktober 2007 kwalificeert als een "bergtraining"? Is
het waar dat de commandant van ISAF deze activiteiten op een gegeven moment heeft
verboden? Zo ja, waarom en wanneer werden die activiteiten verboden?
27.
Hoe vaak zijn er bergtrainingen gehouden tijdens de ISAF uitzending van 2001 - 2002?
Waar zijn die trainingen uitgevoerd?
41.
Bevonden de bergtrainingen die door Nederlandse militairen in het district Paghman
gehouden zijn zich binnen het ISAF-mandaatsgebied?
48.
Klopt het dat het district Paghman waar, zoals u schrijft in uw brief van 9 november
2007, de Nederlandse militairen "een aantal bergtrainingen" hebben gehouden, buiten
het toenmalige mandaatgebied van ISAF lag waar alleen OEF actief was?
Pagina 11/17
Ministerie van Defensie
In juli en september 2002 zijn in totaal drie bergtrainingen gehouden in het district Paghman
ten westen van de hoofdstad Kabul. Het betrof hier geen operationele inzet. Het district
Paghman lag deels binnen het toenmalige ISAF-verantwoordelijkheidsgebied. De locatie van
de trainingen was ongeveer vijf kilometer buiten dit gebied. In de zomer van 2002 voerden
niet-Nederlandse ISAF-militairen ook dergelijke trainingen uit, maar dan in een gebied ver
buiten het ISAF-verantwoordelijkheidsgebied. De ISAF-leiding heeft de trainingen van deze
niet-Nederlandse militairen verboden.
De Nederlandse trainingen in het Paghman-district zijn niet verboden. Toen de commandant
van het tweede KCT-detachement (april-augustus) hoorde van het besluit van de ISAF-
leiding heeft hij de bergtrainingen niettemin gestaakt. De commandant van het derde
detachement (augustus-november) heeft in september twee trainingen in het Paghman-
district uitgevoerd, met toestemming van de ISAF-leiding.
15. (eerste deel)
Is het waar dat Argos volgens u in slechts twee gevallen ondersteunend materiaal
aangedragen voor gevallen waarbij Nederlandse troepen zijn ingezet voor OEF?
Bevestigt u hiermee dat Nederlandse troepen daadwerkelijk twee maal zijn ingezet
voor OEF? Was het ene geval de verkenningstocht van 17 mei 2002 naar de Surobi-
dam? Wat was het andere geval?
Het eerste geval van veronderstelde inzet voor de operatie Enduring Freedom was de
aanwezigheid van Nederlandse grondtroepen in Kandahar, eind 2001 en begin 2002. Een
dergelijke inzet is er niet geweest. Argos heeft hierbij gewezen op het TF58-rapport en één
van de twee rapporten van de Amerikaanse marine. In het antwoord op vraag 7 e.v. ga ik in
op deze rapporten. Het tweede geval betrof de zogenaamde inlichtingenoperatie op de weg
van Kabul via Jalalabad naar Pakistan op 17 en 18 mei 2002. Hiervan heeft Argos foto's laten
zien. Deze betroffen in werkelijkheid de verkenningsopdracht naar de Surobi-dam voor ISAF
op 17 mei 2002. Hierop wordt ingegaan in het antwoord op vraag 17 e.v..
Pagina 12/17
Ministerie van Defensie
15. (tweede deel)
Zijn er meer gevallen geweest waarbij Nederlandse troepen buiten hun mandaatgebied
opereerden? Zo ja, waarom is de Kamer daarover niet ingelicht? Was de minister op de
hoogte van deze operatie(s)?
Zie het antwoord op vraag 1 e.v..
15. (derde deel)
Met welke Rules of Engagement (ROE) waren de Nederlandse militairen op pad? Hoe
verhielden deze operaties zich tot OEF? Werden dergelijke operaties afgestemd, en
met wie?
Zie het antwoord op vraag 2 e.v..
17.
Is de Kamer op enig moment geïnformeerd over de verkenningsopdracht op 17 mei
2002, met als doel de Surobi-dam, die dertig kilometer buiten het mandaatgebied lag,
en waarbij de Nederlandse militairen zich ongeveer tien kilometer buiten het ISAF-
gebied hebben begeven?
18.
Kunt u een toelichting geven op wat bedoeld wordt met de zin: "Na afloop is bij het
Nederlandse ISAF-detachement de uitvoering van dergelijke opdrachten nauwgezet
geëvalueerd"? Was er sprake van meer verkenningsopdrachten buiten het ISAF-
gebied?
24.
Welke operatie vond plaats op 17 mei 2002? Was dat operatie Jalalabad? Zo neen,
welke operatie was het dan, en wat was het doel? Wat was het doel van de verkenning
en waarom moest de operatie worden afgebroken?
25.
Is het waar dat het bevel voor de operatie mondeling is gegeven? Waarom worden
deze bevelen mondeling gegeven? Hoe vaak komt het voor dat bevelen mondeling
worden gegeven?
Pagina 13/17
Ministerie van Defensie
26.
Waarom hebt u niet eerder aan de Kamer gemeld dat deze operatie buiten het mandaat
gebied werd gehouden? Is het nog vaker voorgekomen dat verkenningsoperaties
buiten het mandaatgebied werden gehouden? Kunt u dat toelichten?
29.
Was er bij dergelijke operaties, bijvoorbeeld bij de `Operatie Jalalabad' op 17 mei 2002,
een (Amerikaanse) back-up vanuit de lucht (met helikopters of bijvoorbeeld een AC-
130)?
31.
Waren bij de operatie op 17 mei 2002 ook militairen van een of meerdere andere landen
betrokken?
32.
Waarom werd deze operatie vroegtijdig afgebroken?
33.
Gingen niet-Nederlandse militairen verder dan "de groep Nederlandse militairen"?
36.
Hoe moet het gegeven worden beoordeeld dat Nederlandse militairen zich op 17 mei
2002 ongeveer tien kilometer buiten het ISAF-gebied hebben begeven?
37.
Waartoe leidde de nauwgezette evaluatie van opdrachten zoals de opdracht in mei
2002 om een verkenning uit te voeren met als doel de Surobi-dam?
42.
Wat was de relatie van de verkenningstocht op 17 mei 2002 naar de Surobi-dam buiten
het ISAF-gebied met operatie Enduring Freedom aangezien de verkenning plaatsvond
in OEF-gebied? Waarom is de Kamer hierover niet ingelicht? Waarom werd de tocht
tien kilometer buiten het gebied afgebroken, voor het bereiken van de dam? Wat was
de conclusie van de evaluatie "van dergelijke opdrachten" (p.3) door het Nederlandse
ISAF-detachement? Waren er nog meer opdrachten buiten het ISAF-mandaatgebied?
43.
Kunt u bevestigen dat de Argos-uitzending over de operatie van 17-18 mei 2002 enkel
en alleen van dezelfde locatie op weg naar de Surobi-dam richting Jalalabad spreekt
als waarover u in uw brief schrijft? Ziet u aanleiding om de aanname in uw brief van 9
november, dat de Argos-journalisten in hun uitzendingen suggereren dat Nederlandse
Pagina 14/17
Ministerie van Defensie
troepen zich nabij de Pakistaanse grens bevonden, te nuanceren? Kunt u bevestigen
dat de bewuste plek, waarvan een na de Argos-uitzending speciaal afgereisde militair
de foto's met GPS coördinaten heeft opgestuurd "om te bewijzen dat dit toch echt een
controlepost aan de rand van Kabul is", zoals u heeft aangegeven tijdens uw toespraak
tijdens het Argos-jubileum op 9 november 2007, dezelfde plek is die in de Argos-
uitzendingen wordt beschreven als de Mahipar Pas, in het OEF-gebied ten oosten van
de stad, aan het eind van de vlakte van Kabul, aan het begin van de Kabul Gorge, op
destijds ca. 20-30 minuten rijden afstand vanaf de laatste ISAF-controlepost?
In de Argos-uitzending van 19 oktober jl. werd over de veronderstelde `operatie Jalalabad'
gezegd: "17 en 18 mei 2002, inlichtingenoperatie op de weg van Kabul via Jalalabad naar
Pakistan". Ik kan dit niet anders opvatten als dat Nederlandse commando's tot in het
grensgebied met Pakistan zouden zijn geweest.
In werkelijkheid is er nooit sprake geweest van een `operatie Jalalabad'. In de ochtend van 17
mei 2002 zijn op het KMNB-hoofdkwartier door een KMNB-stafofficier twee mondelinge
opdrachten verstrekt aan de commandant van het KCT-detachement. Het mondeling
verstrekken van opdrachten is op de operationele en tactische niveaus een gebruikelijke
procedure. Indien nodig en mogelijk worden mondelinge bevelsuitgiftes vergezeld van
schriftelijke instructies. Dit is echter onder andere afhankelijk van de beschikbare tijd voor het
besluitvormingsproces, de resterende tijd tot de uitvoering van de opdracht en de complexiteit
van de opdracht.
De eerste opdracht van KMNB was in de ochtend van 17 mei 2002 een onderzoek uit te
voeren naar berichten over explosies binnen het ISAF-gebied ten noordoosten van Kabul.
Daarnaast heeft de KCT-commandant opdracht gekregen om 's middags een verkenning uit
te voeren naar de kwetsbaarheid van de Surobi-dam. De elektriciteitsvoorziening van Kabul is
in belangrijke mate afhankelijk van deze dam. Een aanslag zou grote gevolgen kunnen
hebben voor Kabul en daarmee voor de ISAF-missie. In de loop van de middag bleek dat het
door verkeersopstoppingen niet mogelijk was de opdracht binnen de beschikbare tijd uit te
voeren. Daarop is besloten de verkenningsopdracht af te breken. Gedurende beide
opdrachten maakten een Afghaanse tolk en een Duitse militaire explosievenexpert steeds
Pagina 15/17
Ministerie van Defensie
deel uit van de groep. Van ondersteuning door Amerikaanse luchtstrijdkrachten is geen
sprake geweest.
Bij terugkeer van de opdrachten heeft de commandant van het KCT-detachement nog
dezelfde avond verslag uitgebracht aan de leiding van KMNB en aan de Nederlandse
vertegenwoordiger van de chef Defensiestaf bij ISAF (Senior National Representative, SNR).
Deze heeft de opdracht en de informatie-uitwisseling daarover geëvalueerd met de leiding
van KMNB en met het ISAF-detachement. Daarbij is afgesproken dat de SNR in ieder geval
bij optreden buiten het ISAF-verantwoordelijkheidsgebied van tevoren diende te worden
ingelicht opdat de opdracht ook in Den Haag zou kunnen worden beoordeeld. Daarmee was
de zaak afgedaan. De SNR heeft deze evaluatie naar mijn mening terecht uitgevoerd.
In de Argos-uitzending van 19 oktober zijn verschillende foto's beschreven die op 17 mei
2002 zijn gemaakt. De locatie van de foto van de controlepost is door een geïnterviewde
persoon juist beschreven als "het begin van de Kabul Gorge". Deze controlepost van de
Afghaanse politie aan de oostzijde van Kabul was de zogenaamde East Gate van Kabul en
lag enkele kilometers ten westen van de Mahipar-pas, binnen de ISAF AOR. Een soortgelijke,
of dezelfde, foto echter is in de uitzending van Een Vandaag van 30 oktober door twee
andere geïnterviewden omschreven als de grensovergang met Pakistan. Dit is niet juist.
Verder is in de Argos-uitzending van 19 oktober een foto beschreven van drie Nederlandse
militaire jeeps. De locatie van deze foto is ten onrechte omschreven als "dichtbij Laghman,
van de weg van Kabul naar Jalalabad af, zo'n 120 km van Kabul". In werkelijkheid is de foto
enkele kilometers ten noordoosten van Kabul genomen, binnen de ISAF AOR, tijdens het
onderzoek naar de berichten over explosies.
Zie voor het informeren van de Kamer het antwoord op vraag 1 e.v..
44.
Hoe verklaart u dat de commando's die zich voorbereiden op een gesprek met minister
de Grave melden ze dat bepaalde informatie niet willen geven aan de minister (zoals
vermeld op het papier), en dat deze informatie vervolgens blijkbaar toevalligerwijs uit
tijdgebrek niet wordt gegeven?
Pagina 16/17
Ministerie van Defensie
Zoals uiteengezet in mijn brief van 9 november jl. was er geen sprake van dat de betrokken
militairen belangrijke zaken voor de minister wilden verzwijgen. Het papier is het resultaat van
een brainstormsessie van KCT-militairen over hun inbreng tijdens de briefing van de minister.
Gezien de beperkte tijd konden niet alle aspecten van de missie worden behandeld. Ook
hoefden de KCT'ers niet alle aspecten te behandelen omdat die tijdens de briefing door
andere militairen aan de orde zouden worden gesteld. De gebruikte informele formuleringen
op het papier moeten worden gezien in het licht van het feit dat het hier ging om een
brainstormsessie.
45.
Is er een verslag gemaakt van het gesprek met minister de Grave? Zo ja, bent u bereid
dat verslag aan de Kamer (desnoods vertrouwelijk) ter beschikking te stellen?
De minister van Defensie heeft tijdens zijn bezoek onder meer gesprekken gevoerd met de
Afghaanse minister van Defensie en met de Britse commandant van ISAF. Hiervan zijn
verslagen gemaakt. Van het gesprek met de Nederlandse militairen is voor zover bekend
geen verslag gemaakt.
46.
Waar en wanneer werd er met de Amerikanen voorgeoefend voor het geval van
extractie?
Vanaf eind maart 2002 tot eind juli 2002 is regelmatig, met een frequentie van ongeveer
éénmaal per maand, het extractieplan beoefend. Dit had betrekking op twee routes van Kabul
naar de vliegbasis Bagram. Dit vooroefenen bestond uit het betrekken van posities en het
verkennen van de geplande evacuatieroutes. De samenwerking met de Amerikanen bestond
uit het afstemmen van Amerikaanse luchtsteun op het grondoptreden. De Nederlandse
Forward Air Controllers coördineerden deze samenwerking.
Pagina 17/17
---- --
Ministerie van Defensie