Rapport commissie Stedelijke Distributie
Toespraak | 26-11-2007 | Den Haag | Minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Meneer Janse de Jonge, ik dank u hartelijk voor uw rapport. Alle
complimenten voor de commissie die door intensieve contacten erin is
geslaagd om de partijen die zich hiermee bezighouden tot samenwerking
te krijgen.
Dat is ook de strekking van uw advies: stedelijke distributie kan
alleen verbeterd worden door samenwerking tussen álle partijen die bij
de bevoorrading een rol spelen. Die partijen zouden ook gek zijn als
ze zich daar niet voor inzetten: voor alle betrokkenen is er in
principe winst te behalen. De detaillist hoeft geen nee te verkopen,
de verladers en transporteurs kunnen door innovatie en bundeling van
krachten meer kwaliteit bieden en de kosten, emissies en congestie
verminderen door efficiëntere benutting van voertuigen. Want voor een
beter bereikbaar Nederland gaat het niet alleen om extra
infrastructuur of introductie van beprijzing, maar ook om samenwerking
gericht op meer efficiënte logistiek.
Stedelijke distributie lijkt vaak nog soepel te verlopen omdat het de
vervoerders nog steeds redelijk goed lukt om, ondanks venstertijden en
milieuzones, de bevoorrading tijdig te realiseren. Maar het wordt wel
steeds lastiger. Ook door verbreding van het assortiment aan
producten, de snellere omlooptijd van collecties en trends zoals just
In time-logisitiek. Bovendien zijn de genoemde maatregelen lang niet
altijd optimaal voor het milieu en congestie. Daarom moeten we met
kracht doorgaan op de ingeslagen weg.
Bij dit onderwerp is er van tijd tot tijd een roep voor meer centrale
regie. Ik ben daar terughoudend in. De praktijk laat zien dat gekozen
oplossingen van stad tot stad anders zijn. Dat is ook logisch.
Knelpunten en mogelijkheden zijn lokaal verschillend. Wel merk ik op
dat het proces van samenwerking nog lang niet overal goed van de grond
is gekomen. Vandaar ook dat de stimulerende en voorlichtende rol van
de commissie moet worden voortgezet. De commissie ziet daar een rol
voor de provincies en stadsregio's. De ervaring leert dat dit een goed
schaalniveau is om kennis op te bouwen en processen aan te jagen.
De digitale kaart van stedelijke distributie is veelzeggend. In één
oogopslag is te zien hoe ver steden, stadsgewesten en provincies
gevorderd zijn bij het organiseren van stedelijke distributie. Dat
lijkt een beetje op `naming and shaming' zoals dat ook bij het
programma Urgentieprogramma Randstad gebeurt, waarin overigens ook
goederenvervoer aan bod komt. De gemeente Den Haag staat er goed op,
met een groene kleur ten teken dat er afspraken zijn gemaakt. Mijn
complimenten. En die gelden ook voor Leeuwarden, Heerenveen, Enschede,
Amsterdam, Utrecht, Breda en Tilburg. De meeste steden en provincies
zijn oranje op de kaart. Ze stellen zich actief op, maar hebben nog
geen afspraken gemaakt. En sommige steden zijn rood, omdat de
samenwerking daar nog niet van de grond is gekomen.
Kortom, er is nog veel te doen. Daarbij zou een vaste instantie goed
van pas komen. Die kan kennis verzamelen en verspreiden en kan helpen
bij het opzetten van efficiënte en duurzame stadsdistributie. Bij die
instantie kan ook de bemiddelende rol van de commissie voortgezet
worden. Die instantie zou een persoon à la de OV-ambassadeur kunnen
zijn, of een autoriteit stedelijke distributie. Daar ga ik graag over
in gesprek met alle partijen. Van alle verantwoordelijke spelers -
bedrijfsleven en overheid - verwacht ik een actieve betrokkenheid. We
kunnen ons geen vrijblijvende attitude veroorloven. Desnoods zal ik
niet schromen om vanuit mijn rijksverantwoordelijkheid eventuele
patstellingen te doorbreken. Gezien de goede resultaten in een
groeiend aantal steden, ga ik er vanuit dat in alle andere steden
bedrijfsleven en overheden ook zelf hun verantwoordelijkheid nemen en
goede afspraken maken.
Dames en heren,
Deze reactie is nog niet mijn eindoordeel want daarvoor wil ik het
rapport eerst grondig kunnen bestuderen. Stedelijke distributie is een
echt samenwerkingsdossier en het is dan ook logisch dat we met
provincies, stadsregio's, gemeenten en het bedrijfsleven de komende
stappen gaan zetten. Onder andere in het Nationaal Mobiliteitsberaad
en het Overlegorgaan Goederenvervoer kunnen we nadenken hoe we de
essentiële rol van de bevoorrading van Nederland versterken en
blijvend zeker stellen. Die input zal ik gebruiken om komend voorjaar
een kabinetsreactie op dit rapport te geven.
Helder is dat we de ingeslagen weg van samenwerking tussen
detaillisten, vervoerders, verladers en gemeenten met kracht moeten
voortzetten. Duidelijk is ook dat dit proces gevoed en gedragen moet
worden door alle partijen, van Rijks- tot straatniveau. Zo kunnen we
de winst voor mens, economie en milieu verzilveren. Zodat het licht
van rood op groen springt, als u begrijpt wat ik bedoel.
Dank u wel.
Verwante onderwerpen
* Goederenvervoer weg
* Minister
Ministerie van Verkeer en Waterstaat