Persbericht
0711.004
Den Haag, dinsdag 27 november 2007
Alleen grootschalige stap naar kilometerbeprijzing effectief
Nederland stevent af op een totaal verkeersinfarct.
Kilometerbeprijzing wordt alom gezien als een probaat middel om de
files structureel terug te dringen. Alleen snelle invoering van de
kilometerbeprijzing kan een verkeersinfarct nog voorkomen. Om het
effect van kilometerbeprijzing aan te tonen en daarmee het
maatschappelijk draagvlak te versterken, is het noodzakelijk de eerste
stap op weg naar een landelijke invoering grootschalig uit te voeren.
Om deze eerste stap te zetten zijn circa 280 duizend automobilisten
nodig die vrijwillig deelnemen en een beloning krijgen voor het niet
rijden in de spits. Dit pleidooi hield Martin van Pernis,
bestuursvoorzitter van Siemens Nederland, bij de presentatie van de
jaarresultaten van de onderneming.
Van Pernis baseert zijn stelling onder meer op de ervaringen die
Siemens heeft opgedaan tijdens een uitgebreide proef in Seattle. Daar
bleek dat - bij 700 duizend geregistreerde ritten - maar liefst 62
procent van de automobilisten minder is gaan rijden nadat de
beprijzing was ingevoerd. Vergelijkbare resultaten werden geboekt in
een latere proef in Nederland, tussen Zoetermeer en Den Haag in het
najaar van 2006, waarbij automobilisten werden beloond voor het mijden
van de spits. Van de totale groep deelnemers verdween één op de vijf
autos uit de spits (twintig procent).
Dagelijks rijden gemiddeld 375 duizend autos via de snelwegen de
randstad in, tussen zes en tien uur s ochtends. Om een merkbaar effect
te hebben zullen dagelijks 56 duizend automobilisten de spits moeten
mijden. Uitgaande van het percentage van twintig procent in de Haagse
proef, zijn voor het uitvoeren van de eerste stap in de randstad zon
280 duizend deelnemers nodig. Met behulp van satelliettechnologie is
goed vast te stellen welke deelnemer wanneer waar rijdt. Zo kan het
binnenrijden van de stad Amsterdam via de ring A10 of het rijden op
een sluipweg waterdicht worden geregistreerd. De overheid kan de
daaraan gekoppelde beloning vervolgens correct uitkeren. Bovendien is
fraudepreventie gewaarborgd met deze techniek.
De door Siemens voorgestelde satelliettechnologie is vergelijkbaar met
de GPS-navigatiesystemen die vele automobilisten nu gebruiken. In
Duitsland werkt kilometerbeprijzing met satelliettechnologie al bijna
drie jaar. In dat land leverde Siemens de 400.000 On Board Units
(OBUs) voor vrachtwagens. Deze OBUs bepalen met behulp van
satellietsignalen het afgelegde traject van een voertuig, sturen deze
informatie via een mobiele verbinding door naar een centraal
computersysteem, waarna de rekening kan wordt verstuurd.
Siemens heeft de kennis en technologie in huis om kilometerbeprijzing
op basis van satelliettechnologie binnen drie jaar in heel Nederland
te realiseren. Het concern werkt hierbij nauw samen met in Nederland
gevestigde ondernemingen uit de IT- en telecomsector en de financiële
wereld. Siemens wil samen met de overheid en private partijen zowel de
bouw als de exploitatie van een nationaal systeem voor
kilometerbeprijzing uitvoeren. Partijen kunnen in een Publiek-Private
Samenwerking heldere afspraken maken over de verdeling van
(financiële) risicos. De goede werking van het totale systeem tegen
minimale kosten en oplevering binnen de afgesproken doorlooptijd is
met deze aanpak gegarandeerd. Daarnaast betekent de ontwikkeling van
kilometerbeprijzing in Nederland een belangrijke impuls voor de
kenniseconomie, met aanzienlijke exportkansen.
Siemens nam onlangs deel aan een uitgebreide proef in opdracht van het
ministerie van Verkeer & Waterstaat, uitgevoerd in Nederland. Hieruit
bleek dat de satelliettechnologie de afgelegde route met een
nauwkeurigheid van meer dan 99 procent kan bepalen. Zelfs op plekken
waar geen ontvangst van satellietsignaal mogelijk was, wist de
beprijzingssoftware het gereden traject zeer nauwkeurig te
reconstrueren. De uitkomst van deze proef komt overeen met de
ervaringen die Siemens opdeed met vergelijkbare proeven in Londen,
Seattle, Singapore, Sydney en Melbourne.
Noot voor de redactie,
Siemens