Rechtbank Roermond
Aanslag hondenbelasting Echt-Susteren op goede gronden
Roermond, 26 november 2007 - De Verordening Hondenbelasting 2006 van
de gemeente Echt-Susteren is niet onverbindend. Dat heeft de rechtbank
Roermond geoordeeld in een rechtszaak die een inwoner van Echt had
aangespannen tegen de gemeente Echt-Susteren, omdat hij het niet eens
is met de aanslag Hondenbelasting voor zijn twee honden. Volgens de
rechtbank is het beroep van de man op rechtsongelijkheid niet terecht.
De Echtenaar is van mening dat zijn honden ten onrechte niet zijn
vrijgesteld in de Verordening Hondenbelasting 2006 van de gemeente
Echt-Susteren en eiste bij de rechtbank dat de Verordening
onverbindend moet worden verklaard, nu deze in zijn huidige vorm
rechtsongelijkheid oproept. De man exploiteert een schapenbedrijf met
ongeveer 600 schapen. Voor het hoeden en drijven maakt hij gebruik van
twee honden (bordercollies). De man wees op het feit dat politiehonden
onder een vrijstelling van de hondenbelasting vallen en zijn
werkhonden daarom ook zouden moeten zijn vrijgesteld.
De gemeente Echt-Susteren heeft op grond van de wetgeschiedenis van
artikel 226 van de Gemeentewet beleidsruimte bij het bepalen van
categorieën honden, die zijn vrijgesteld van de hondenbelasting. Gelet
op voornoemde beleidsruimte heeft de gemeente werkhonden, zoals die
van de Echtenaar, niet hoeven vrij te stellen van die belasting ook al
zijn honden van leden van de politievereniging wel vrijgesteld.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake van rechtsongelijkheid is,
omdat politiehonden onder de vrijstelling vallen vanwege het dienen
van een maatschappelijk doel. De honden van de Echtenaar daarentegen
worden te werk gesteld in het schapenbedrijf. De gemeente heeft dan
ook, nu verder niet in geschil is dat de honden niet onder een van de
genoemde vrijstellingen vallen, dan ook op goede gronden een aanslag
hondenbelasting voor 2006 opgelegd.
LJ Nummer
BB8699
Bron: Rechtbank Roermond
Datum actualiteit: 26 november 2007 Naar boven