Persbericht Wageningen Universiteit, nr 090, 22 november 2007
PNAS-embargo tot maandag 26 november 2007 11.00 uur
Simulatiemodel brengt koolstofstroom van werelddeel nauwkeurig in beeld
De exacte stromen van koolstof tussen, plantenwereld, oceaan en atmosfeer is op de schaal van werelddelen niet eerder beter in kaart gebracht dan met een nieuw simulatiemodel, CarbonTracker gedoopt. Het model is ontwikkeld op basis van gemeten atmosferisch kooldioxide in Noord-Amerika, maar zal komende zomer ook voor Europa en andere continenten beter inzicht geven in de massa's koolstof die worden uitgestoten en opgenomen. Het systeem is opgezet door een internationaal team van onderzoekers en wordt gepubliceerd in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift PNAS (Proceedings of the National Academy of Science) van 26 november.
Het simulatiemodel - opgesteld door vijf Amerikaanse universiteiten en instituten in Canada en de VS (NOAA), naast Wageningen Universiteit en de Vrije Universiteit in Amsterdam - berekent voor elke week de netto-uitwisseling van kooldioxide tussen biosfeer (de levende materie), oceaan en atmosfeer De uitkomsten geven aan dat in Noord-Amerika in de periode 2000-2005 jaarlijks 0,65 petagram (= 650 miljoen ton) koolstof uit de atmosfeer is vastgelegd door planten, terwijl door verbranding van fossiele brandstoffen en door de cementindustrie 1,85 petagram (1850 miljoen ton) koolstof in de atmosfeer terecht kwam. Daarmee toont het systeem aan dat Noord-Amerika een netto producent van CO2 is, omdat slechts ca 30 % van de uitstoot weer door plantengroei verdwijnt. Droogte vermindert de opnamecapaciteit van CO2. In 2002 bedroeg de vastlegging slechts 0,32 petagram, vooral door de droogte die toen op grote schaal in Noord-Amerika heerste.
De vastgestelde waarden hebben hun oorsprong in metingen van het CO2-gehalte via vliegtuigjes en vanaf hoge tv-masten werden aangevuld met locale metingen. Al deze data samen werden gebruikt om het Carbon Tracker-systeem aan te sturen. Het model is continu aangepast door de metingen te vergelijken met de uitkomsten van het model op basis van oudere meetgegevens.
In de toekomst kan Carbon Tracker uitgebreid worden met verwerking van gegevens over andere broeikasgassen zoals methaan en kunnen ook de koolstofstromen in andere continenten nauwkeurig worden gekwantificeerd. Deze gegevens zijn van waarde voor een adequaat klimaatbeleid.
Het artikel in PNAS verschijnt gelijk met de vijftigste verjaardag van de eerste metingen van het broeikasgas CO2 op de berg Mauna Loa op Hawaii, in 1957. De grafieken brengen vanaf die tijd de gestage stijging van het gehalte aan CO2 in de atmosfeer in beeld. Bij gelegenheid van het gouden jubileum vindt aldaar een wereldconferentie plaats over mondiale langetermijnmetingen van kooldioxide en de manier om daar maatschappelijk mee om te gaan. Een van de sprekers is dr. Wouter Peters, verbonden aan zowel het Amerikaanse instituut NOAA als aan Wageningen Universiteit, die ook hoofdauteur van de PNAS-publicatie is.
NOOT VOOR DE REACTIE
NB: let op PNAS-embargo. Het artikel "An atmospheric perspective on North American carbon dioxide exchange: Carbon Tracker" verschijnt in Proceedings of the National Academy of Science van 26 november 2007. Zie ook de simulaties op http://carbontracker.noaa.gov.
Het symposium "50th Anniversary of the Global Carbon Dioxide Record" vindt plaats van 28-30 november in Kona op Hawaii.
Nadere informatie bij dr. Wouter Peters (tot vrijdag 23 nov. 11 uur bereikbaar), tel. 06 4704 7588, e-mail Wouter.Peters@noaa.gov of bij prof. Maarten Krol (Maarten.Krol@wur.nl) tel. 0317 482937 (werk) of 035 533 5142 (thuis)
of bij de Persdienst van NOAA: Anatta, NOAA Communications, Boulder, tel. +1 303 497 6288, fax +1-303-497-6554, e-mail anatta@noaa.gov of bij Jac Niessen, wetenschapsvoorlichter Wageningen UR, tel. 0317 485003, e-mail jac.niessen@wur.nl.