Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Manifestatie Parels van integratie 2007

26-11-2007

Spreekpunten van minister Vogelaar bij de bekendmaking van het beste integratieproject van Nederland op de manifestatie 'Parels van integratie 2007'. De manifestatie vond op 26 november 2007 plaats in de voormalige ambachtsschool Het Sieraad in Amsterdam. De parels van integratie zijn de meest succesvolle initiatieven gericht op de actieve inzet van burgers. De Parels stonden in 2007 in het teken van de wijkaanpak.

Zie ook: 'Utrechtse wijk Overvecht dé Parel van Integratie'


Zie het origineel
(persbericht)

Dames en heren,

Ik ben heel blij hier vandaag te zijn. Op één podium met de acht Parels. Dat is een heel leuke en bijzondere ervaring. En ik hoop dat we vandaag inspiratie kunnen putten om door te gaan met het noeste werk van de integratie. De Parels worden pas voor de derde keer uitgereikt. Maar ze staan nu al als een huis voor al degenen die met integratie werken.
We moeten dus vooral doorgaan. Doorgaan met het zichtbaar maken van al de goede dingen die overal in het land gebeuren. Zoals vanmiddag samen kennis delen, leren van elkaars ervaringen, elkaar inspireren.

De locatie van vandaag vind ik zeer goed gekozen de voormalige ambachtsschool het Sieraad. Ik ben hier al eens eerder geweest. Ook op een activiteit die met integratie te maken had. Gedurende meer dan zestig jaar leerden opeenvolgende generaties van edelsmeden en horlogemakers hier het vak. Pas na jaren van geduldig oefenen lukte het de jonge gezellen iets prachtigs uit hun vingers te laten komen. Net zoals het met integratie gaat, eigenlijk. Integratie is net als edelsmederij een kwestie van ambachtelijkheid. Je moet de kneepjes van het vak in de vingers krijgen.

Integratie is als het ware met handen en voeten zoeken naar de beste aanpak. Ook dat vergt geduld. En ook dat geduld wordt rijkelijk beloond. Als iets mij is opgevallen tijdens de wijkentour, dan is het wel dat, temidden van het politieke gekrakeel, integratie langzaam maar zeker gestalte krijgt. Het is dus ontzettend belangrijk dat we die zoektocht samen voortzetten.

Dames en heren,

Dit jaar staan de Parels in het teken van de wijkaanpak. Als minister voor Wonen, Wijken èn Integratie doet dit mij natuurlijk deugd. Maar liefst 109 aanmeldingen kwamen binnen. Er gebeurt namelijk heel veel in de wijken, op allerlei niveaus en door allerlei partijen.

Het Comité van Parelvissers heeft, al was niet eenvoudig, een selectie gemaakt op basis van een degelijke beoordelingsmethodiek - ontwikkeld samen met Hendrik Wagenaar van de Universiteit Leiden. Het staat allemaal in het boekje. En dat op een manier die u in staat stelt ook uw eigen project langs de lat te leggen. Een soort self-assessment, zeg maar.
Het Comité van Parelvissers heeft de zogenaamde longlist van 109 inzendingen teruggebracht naar 8 parels. Hét centrale criterium was brede toepasbaarheid. Zo vroeg de wethouder uit het Comité zich af: zou ik dit ook in mijn stad willen? En daar gaat het om leren van elkaar.

Voor mij is de crux dat een project bijdraagt aan ontmoeting en wederzijds begrip tussen autochtonen en allochtonen. En tussen allochtonen onderling. De Integratienota 2007-2011 draait precies hierom. Het is belangrijk dat we in het integratiedebat de komende jaren de wij-zij tegenstelling doorbreken. Dat we ons bevrijden van vooroordelen over en weer. We moeten daarbij wel reëel zijn en de problemen die er zijn daadwerkelijk benoemen. We moeten de discussie onbevangen aangaan.
Daarnaast moeten we elkaar de kans geven elkaar te ontmoeten en het gesprek aan te gaan. We vormen immers één samenleving. Daarom is het zo zorgelijk dat de segregatie de afgelopen jaren is toegenomen. Het SCP heeft dat onderzocht en becijferd en aangetoond. Er is veel te veel vervreemding bij allochtonen én bij autochtonen. Dat te doorbreken dat is onze grootste opdracht. Maar u bent natuurlijk allemaal benieuwd naar wie er met de hoofdprijs vandoor gaat.

Dames en heren,

Wat de genomineerde projecten gemeen hebben, is dat zij burgers activeren om het heft in eigen hand te nemen. Om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, de wijk en elkaar. Actief burgerschap noem ik dat. En ik zie het stimuleren hiervan als een van de speerpunten van het integratiebeleid.
We moeten niet voor mensen gaan denken. Nee, we moeten kijken waar hun talenten liggen en hen zonodig een zetje in de rug geven. We kunnen het ons niet veroorloven dat mensen passief thuis zitten. Te veel burgers staan aan de zijlijn van de samenleving. Dit probleem raakt alle groepen van de samenleving. Allochtoon en autochtoon. Jong en oud. Denk bijvoorbeeld aan allochtone vrouwen die soms in een sociaal isolement verkeren. Ik proef vaak veel potentie bij allochtone vrouwen. Om iets te doen en om over de drempel heen te komen.

Een tijdje geleden bracht ik een bezoek aan een inburgeringsgroep in Utrecht. Ik sprak daar met een groep van zon 15 vrouwelijke inburgeraars. Ik vroeg hen, een voor een, waarom zij meedoen aan een inburgeringscursus. Hun antwoorden waren eensluidend. Het merendeel van deze vrouwen had kinderen die inmiddels op school zaten. En stuk voor stuk gaven ze te kennen dat ze zelf de oudergesprekken op school wilden voeren, dat ze hun kinderen wilden helpen om hen een goede toekomst in Nederland te bezorgen. Ook gaven ze allemaal aan dat ze 'op eigen benen willen staan'. Dit is, denk ik, precies waar inburgering voor bedoeld is: inburgeraars ondersteunen bij het bereiken van hun ambities in de Nederlandse samenleving.

Eerlijk gezegd werd ik toen bevangen door een fantasie. Ik stel me dan de jaren '70 voor. Een beweging van vrouwen die strijden voor hun recht op zelfontplooiing en ontwikkeling. Misschien staan we nu weer aan de vooravond van een derde emancipatiegolf. Van allochtone vrouwen deze keer, die over de band komt gerold. Ik hoop dat u dat ook met mij ziet. We moeten dat vuurtje aanwakkeren. Integratie is wat mij betreft namelijk de optelsom van participatie en emancipatie.

Wij moeten zulke vrouwen verleiden ook buitenshuis hun vleugels uit te slaan. Hoe? In de eerste plaats door dichtbij huis te blijven. Door te werken aan laagdrempelige voorzieningen en activiteiten op de basisschool van hun kinderen en in het buurthuis. Ik verwacht veel van microkredieten. Dat zijn kleine leningen, tegen een geringe rente en met minder vergaande eisen dan banken doorgaans stellen. Daarmee kunnen we het eigen initiatief van mensen ondersteunen. Maar zo'n onorthodoxe aanpak vereist ook een andere instelling van de instituties. We moeten ook de professionals verleiden uit hun kokertje te komen.

Het is wat dat betreft heel aardig dat het net over het Enschedese project 'Unieke Brink' ging. Dat bewijst, net als heel veel andere inzendingen, hoe noodzakelijk het outreachend werken toch blijkt te zijn. Het actief benaderen van mensen.
Overigens, als ervaringsdeskundige was ik daar al lang van overtuigd. Je moet mensen bij hen thuis, bij de GGD, op de basisschool van hun kinderen, zien te bereiken. Keer op keer blijkt maar weer: we moeten investeren in mensen. In hun vaardigheden en in hun zelfvertrouwen.

Dames en Heren,

Bij de Parels stond dit jaar de wijkaanpak centraal. Ik kan u echter nu al verklappen wat volgend jaar het thema zal zijn. Het is een thema dat ik net al aanstipte - actief burgerschap. U kunt dus nu alvast fantaseren over hoe u daarmee aan de slag kunt. Dat actief burgerschap zit ook al in de titel van de Integratienota 2007-2011die ik twee weken geleden heb gepresenteerd: Zorg dat je erbij hoort.

Ik kan de nota samenvatten in twee woorden: verheffen en verbinden. Verheffen door de inburgering te verbeteren en kansen te scheppen voor participatie. En verbinden door te investeren in ontmoetingen tussen allochtoon en autochtoon. We moeten die twee werelden zien te verbinden.

Dames en Heren,

Het boekje over de Parels is een handig stuk gereedschap voor wie met integratie aan de slag wil. Omdat het hier gaat om een stukje praktijk uit het hart van de sociale agenda van dit kabinet heb ik het boekje persoonlijk rondgedeeld aan mijn collega's in de Ministerraad. Daarnaast zal ik ook graag enkele Parels zelf bezoeken. Om te zien hoe ze groeien en te bekijken wat ik kan betekenen. De winnaars wil ik aanbieden om zelf eens een middagje de handen uit de mouwen te komen steken! Daar kunnen we wat mij betreft na de uitreiking een afspraak over maken. Het kabinet maakt werk van maatschappelijke stages. Laat ik mijn stage dan lopen bij de Parels.

Ten slotte zal ik het boekje van harte aanbevelen in de 40 wijken, bijvoorbeeld tijdens de nieuwe ronde wijkenbezoeken of eerder al op een landelijke 40 wijkendag.

En de prijs gaat naar...: Utrecht Overvecht!