Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

2007

Soa en hiv gestabiliseerd 26 november 2007

Het percentage gevonden soas (seksueel overdraagbare aandoeningen), waaronder hiv, is in 2006 gestabiliseerd ten opzichte van eerdere jaren. Deze trend lijkt zich in 2007 door te zetten. In totaal werd bij 13% van alle bezoekers aan één van de soa-centra in Nederland een soa vastgesteld. Ruim 20% van de mannen die seks hebben met mannen (MSM) bleek een soa te hebben en van alle hiv-positieve MSM had 46% een soa. Zo blijkt uit de jaarlijkse RIVM-rapportage over soa en hiv in Nederland.

Chlamydia, gonorroe en syfilis
Net als voorgaande jaren was chlamydia de meest vastgestelde bacteriële soa. Het percentage vrouwen met chlamydia steeg licht van 10,4% in 2005 naar 10,8% in 2006. Bij zowel heteroseksuele mannen als MSM stabiliseerde dit percentage op 10%.
Het aantal positieve diagnoses voor gonorroe en syfilis nam verder af in 2006. Deze infecties werden het meest vastgesteld bij MSM (10% positief; versus 1 à 2% positief bij overige bezoekersgroepen).

Hiv
Het percentage positieve hiv-testen nam enigszins af voor MSM van 4,5% in 2005 naar 3,1%. Bij heteroseksuelen bleef dit percentage in 2006 stabiel (0,2% bij heteroseksuele mannen en 0,1% bij heteroseksuele vrouwen). Tot juni 2007 waren ruim 13.000 personen met hiv in Nederland geregistreerd bij de Stichting HIV Monitoring. De meeste nieuwe infecties vinden plaats onder MSM, maar ook migratie blijft een belangrijke factor, ondanks een dalend aandeel in de nieuw gerapporteerde hiv-infecties.

Risicogroepen
Het percentage bezoekers waarbij een soa werd geregistreerd in 2006 lag relatief hoog bij (met name oudere) MSM, en in hiv geïnfecteerden. Ook mensen uit Suriname, Nederlandse Antillen en Aruba hadden relatief vaker een positieve testuitslag voor chlamydia, gonorroe en syfilis dan autochtone Nederlanders; in totaal werd bij 21% van deze allochtone groep een soa gediagnosticeerd. Dit onderstreept dat preventie specifiek gericht op verschillende hoog-risicogroepen essentieel blijft.

Nationale soa-surveillance
De nationale soa-surveillance werd in 2006 officieel ingevoerd. De surveillance vindt plaats via de regionale soa-centra in Nederland. In 2006 vonden hier in totaal 69.000 nieuwe consulten plaats, een toename van 10% ten opzichte van 2005. Ruim een kwart van de mannelijke bezoekers was MSM; 1% van de bezoekers was bekend hiv-geïnfecteerd.

EINDE BERICHT