113 - Reactiesnelsheid kenmerk voor overtraindheid topsporters
Datum: 9 november 2007
De sportwereld professionaliseert en specialiseert in hoog tempo. Voor
techniek, trainingsschema's en psychologische begeleiding van sporters
is veel aandacht. Ook zijn steeds meer sporters zich bewust van het
gevaar van overtraindheid. De vraag is alleen: hoe herken je
overtraindheid? UMCG-onderzoeker Esther Nederhof ontdekte dat
reactiesnelheid wellicht een bruikbare indicator is. Zij promoveert op
26 november 2007 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Om de top te halen, moeten sporters keihard werken. Daarbij moeten ze
voortdurend op het randje balanceren. Als ze te weinig trainen, raken
ze achter op hun tegenstanders. Maar te veel trainen is minstens even
gevaarlijk. Dit kan leiden tot een verminderd prestatievermogen,
voortdurende vermoeidheid, een veranderd eet- en/of slaappatroon en
concentratieproblemen. Het kan jaren kosten om van een
overtrainingssyndroom (OTS) te herstellen. OTS kan dus het einde van
een (top)sportcarrière betekenen. Bekende sporters die kampten met
overtraindheid, zijn Michaela Krajicek, Mark Tuitert en Nikos Machlas.
Moeilijk te herkennen
Al twintig jaar wordt er onderzoek gedaan naar het
overtrainingssyndroom. Totnogtoe is het echter moeilijk tijdig te
herkennen, waardoor veel sporters het probleem te laat inzien.
Bewegingswetenschapper Ester Nederhof zet een nieuwe stap in het
onderzoek naar OTS. Reactiesnelheid is wellicht een bruikbare
indicator voor de aandoening, zo laat zij zien.
Afnemende reactiesnelheid
Nederhof verrichtte literatuuronderzoek en voerde experimenten en
observationeel onderzoek uit met sporters. Gedurende een lange periode
testte ze het reactievermogen van roeiers. Nederhof onderzocht het
reactievermogen van midden- en langeafstandslopers na een acute
inspanning en van wielrenners na een trainingskamp. Bovendien testte
ze de reactiesnelheid van enkele overtrainde schaatsters. De
reactiesnelheid werd getest met de finger pre-cuing task en de
determination test. Bij deze moeilijke reactietijdtaken, uitgevoerd op
een computer, moesten de sporters reageren op zowel visuele als
auditieve stimuli.
Eenvoudig te testen
De resultaten van de verschillende studies lieten zien dat
reactiesnelheid afneemt, wanneer sporters in een vroeg stadium van
overbelasting komen. Sporters worden dus trager, naarmate ze
overbelast raken. Alhoewel de uitkomsten van het onderzoek overtuigend
waren, moet er nader onderzoek worden uitgevoerd, voordat
reactiesnelheid in de praktijk gebruikt kan worden om OTS te
signaleren. De bevindingen uit dit onderzoek zijn onder andere
hoopgevend, omdat reactiesnelheid van sporters op eenvoudige wijze
getest kan worden. In de toekomst kan overtraindheid van sporters dus
wellicht op zeer eenvoudige wijze voorkomen worden.
Curriculum Vitae
Esther Nederhof (Delft, 1977) studeerde bewegingswetenschappen aan de
Vrije Universiteit in Amsterdam en volgde de Europese Master in
Sportpsychologie. Ze verrichtte haar promotieonderzoek binnen het
Universitair Centrum voor Sport, Bewegen en Gezondheid en de afdeling
Bewegingswetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Groningen
(UMCG). Het onderzoek werd gefinancierd door het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Nederhof is thans onderzoeker aan
de afdeling Menselijke Fysiologie en Sportgeneeskunde van de Vrije
Universiteit in Brussel. De titel van haar proefschrift: 'Psychomotor
speed as a marker for overtraining in athletes'.
Noot voor de pers
Nadere informatie: Esther Nederhof, telefoon: +32 26422222, e-mail:
e.nederhof@rug.nl
Het TV programma Adams Appel maakte een uitzending over haar onderzoek
dat te zien is op internet: > zie uitzending
Rijksuniversiteit Groningen