Werkgeversvereniging AWVN
Masterplan buitenland Zorgverzekeringswet
Datum: 26 november 2007
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het Masterplan
buitenland aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit plan gaat in op de
buitenlandaspecten van de Zorgverzekeringswet. Hiermee wordt
uitvoering gegeven aan de motie van de leden Omtzigt en Heerts. AWVN
vindt de reactie van de minister teleurstellend. De motie was erop
gericht reeds gesignaleerde internationale problemen serieus aandacht
te geven, andere knelpunten in kaart te brengen en om oplossingen te
vinden.
Voor werkgevers die werknemers uitzenden naar het buitenland, speelt
met name het probleem van dubbele verzekering, het niet adequaat
verzekerd zijn van zowel de werknemer als de gezinsleden, en de
administratieve bezwaren.
De minister beargumenteert zijn keuze door te verwijzen naar:
1) de risicosolidariteit: niemand moet zich aan verzekering kunnen
onttrekken
2) het alles of niets beginsel: men is verzekerd voor alle
volksverzekeringen of voor geen enkele, en
3) het handelen overeenkomstig Europees recht.
Naar de mening van AWVN kunnen deze argumenten de keuze niet
rechtvaardigen.
De Zorgverzekeringswet zelf voorziet thans reeds in uitzonderingen,
bijvoorbeeld voor de militaire ambtenaar in werkelijke dienst. Ook
voor zeevarenden is de premie op nihil gesteld, omdat reeds op basis
van het Wetboek van Koophandel en het Zeerisico kan worden voorzien in
een adequate dekking.
De volksverzekeringen voorzien in het Besluit uitbreiding en beperking
verzekerden volksverzekeringen 1999 in de artikelen 21 en volgende in
afzonderlijke regelingen waarbij wel degelijk onderscheid wordt
gemaakt tussen het verzekerd zijn voor àlle volksverzekeringen of voor
slechts enkele volksverzekeringen.
Bij de verwijzing naar het handelen overeenkomstig Europees recht
wordt de systematiek van de aanwijsregels van Verordening (EEG) nr.
1408/71 en de keuze die Nederland zelf heeft bij het bepalen van de
kring van verzekerden door elkaar gehaald.
De systematiek van de aanwijsregels van Verordening (EEG) nr. 1408/71
werkt als volgt. Wanneer in een bepaalde situatie de Nederlandse
sociale verzekeringswetgeving wordt aangewezen, dan geldt deze
exclusief. De wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie
kan dan niet meer toegepast worden. Enkel en alleen de Nederlandse
wetgeving is aan de orde. Dit laatste betekent echter niet dat
Nederland alle Nederlandse sociale verzekeringswetten moet toepassen.
Volgens het Europese recht behoudt elke lidstaat het recht de sociale
verzekeringen, waaronder de kring van verzekerden, naar eigen inzicht
in te richten. Andere lidstaten mogen zich daar niet mee bemoeien.
Nederland mag derhalve zelf bepalen welke groepen men wel of niet
onder de sociale verzekering brengt. In het verleden leidde dit er toe
dat Nederland zelf kon bepalen dat personen die boven de
Ziekenfondsgrens verdienden niet verzekerd waren voor de
Ziekenfondswet.
AWVN blijft zich inzetten voor het vinden van een oplossing voor de
knelpunten die zich voordoen in internationale situaties.