Brussel, 26 november 2007
Een geïntegreerd arbeidsmarktbeleid komt de werkgelegenheid ten goede
Het krachtige herstel van de Europese arbeidsmarkten in 2006 heeft 4 miljoen
banen opgeleverd, de grootste stijging sinds 2000. Dat blijkt uit het
verslag over de werkgelegenheid in Europa 2007, dat vandaag is gepubliceerd.
Het verbeterde economische klimaat mag echter niet leiden tot voorbarige
euforie. Integendeel, het biedt een unieke kans om nog meer
hoogstnoodzakelijke structurele hervormingen door te voeren. De lidstaten
moeten vooral een meer geïntegreerd werkgelegenheids- en opleidingsbeleid
ontwikkelen met het oog op meer werkzekerheid in een voortdurend
veranderende globale economie.
Vladimír Spidla, commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken en
Gelijke Kansen, is tevreden met de resultaten. "Uit ons nieuwe verslag
blijkt dat het werkgelegenheidsbeleid in Europa vruchten begint af te
werpen. In vergelijking met een jaar geleden hebben nu meer mensen in
Europa werk. Als we onze ambitieuze werkgelegenheidsdoelstellingen
willen verwezenlijken, mogen we echter niet op onze lauweren rusten.
Doordachte hervormingen leveren resultaten op en het is zaak van de
positieve ervaringen in veel lidstaten te leren".
Het verslag schenkt aandacht aan structurele trends op de arbeidsmarkt
en laat zien dat diepgaande en doordachte beleidsmaatregelen op
prioritaire gebieden (bijvoorbeeld de levensloopbenadering van arbeid
en flexizekerheid) de sociaal-economische situatie in de lidstaten
kunnen verbeteren.
De levensloopbenadering: actief ouder worden slaat aan maar er moet
nog veel worden gedaan om jongeren te integreren
De strategieën voor actief ouder worden beginnen in veel lidstaten
resultaten op te leveren. De participatiegraad van 55 tot 64-jarigen
is duidelijk gestegen (43,6% in 2006 vergeleken met 36,6% in 2000).
Belangrijk is dat deze stijging niet ten koste is gegaan van de
kwaliteit. De groei van de werkgelegenheid heeft zich vooral
voorgedaan in relatief hooggeschoolde en kennisintensieve sectoren en
beroepen. Het beleid ten aanzien van ouderen verschilt van lidstaat
tot lidstaat. Meer geïntegreerde beleidsmaatregelen - een combinatie
van pensioenregels, financiële prikkels, een verbeterde inzetbaarheid
(dankzij gezondheid, opleidingen en een leven lang leren) en flexibele
arbeidstijden - leveren de beste resultaten op. Denemarken, Finland en
Zweden zijn landen die mooie resultaten hebben geboekt op het gebied
van actief ouder worden.
Veel lidstaten kampen echter nog steeds met problemen om jongeren met
succes op de arbeidsmarkt te integreren. Het gemiddelde percentage
jonge werklozen (17,4% in 2006) blijft zowel in absolute termen als in
vergelijking met het percentage werkloze volwassenen tussen 25 en 54
jaar zeer hoog. Internationaal gezien is het aantal werkloze en
werkende jongeren in de meeste lidstaten respectievelijk hoger en
lager dan in andere geïndustrialiseerde landen zoals de VS, Canada en
Japan.
De lage participatiegraad van jongeren is onder meer te wijten aan een
gebrek aan kwalificaties - deels het gevolg van het grote aantal
schooluitvallers - en de segmentering van de arbeidsmarkt waarbij
insiders de voorkeur genieten boven nieuwkomers.
Flexibiliteit binnen bedrijven en voortgezette beroepsopleiding: twee
belangrijke elementen van flexizekerheid
Bedrijven kunnen zich aan nieuwe omstandigheden aanpassen door hun
werknemersbestand te wijzigen of flexibele vormen van werkorganisatie
te introduceren (bijvoorbeeld teamwork, taakwisselingen, autonomie op
het werk, flexibele werktijden). Succesvolle strategieën ter
bevordering van flexizekerheid vereisen een combinatie van beide
elementen, maar het is steeds mogelijk oplossingen op nationale
voorkeuren toe te snijden. Vormen van werkorganisatie waarbij
complexere taken met meer autonomie worden gecombineerd, geven de
werknemers doorgaans meer voldoening en komen de productiviteit en het
innovatievermogen van bedrijven ten goede. Het resultaat is een
win-winsituatie voor werknemers en bedrijven.
Om werknemers te helpen zich aan snel veranderende omstandigheden aan
te passen - de drijvende kracht achter flexizekerheid - moeten hun
carrièrevooruitzichten worden verbeterd door vooral de toegang tot
allerlei vormen van een leven lang leren te verruimen. Het verslag
gaat in dit verband dieper in op de stijgende behoefte aan
voortgezette beroepsopleiding en de belangrijkste problemen om
doeltreffend en billijk aan deze behoefte te voldoen. Vooral oudere,
laaggeschoolde en laagbetaalde werknemers en werknemers in onzekere
arbeidsrelaties kampen met problemen (of markttekortkomingen).
Doordachte overheidsmaatregelen kunnen een aantal van die problemen
verhelpen.
Het effect van vaardigheden op het loonaandeel in het bbp
In de meeste lidstaten is het loonaandeel in het bbp de voorbije
dertig jaar gedaald. Deze ontwikkeling heeft voor heel wat discussie
gezorgd. Het verslag onderzoekt de oorzaken van deze trend en ziet
technologische vooruitgang als de belangrijkste oorzaak. Vooral
laaggeschoolde werknemers hebben de last van deze aanpassing gedragen.
Dat bewijst nogmaals dat de beleidsmakers meer aandacht moeten
schenken aan de bijzondere behoeften van laaggeschoolde en
achtergestelde werknemers.
Werkgelegenheid in Europa 2007:
http://ec.europa.eu/employment_social/employment_analysis/employ_2007_
en.htm
European Union