Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Amsterdam, 12 oktober
Nederlandse Surinamer door Ghanese bloedverwanten tot 'Development Chief' gekroond.
Tijdens het Kormantse Okyir Festival in het Ghanese Kormantse zal de Nederlandse Surinamer Gilo Koswal officieel worden geïnaugureerd als Development Chief van Kormantse. Hij zal voor deze titel de naam Nana Mbro II gaan dragen. De ceremonie is onderdeel van het jaarlijks terugkerende festival dat dit jaar zal plaatsvinden van 23 t/m 26 november 2007 in Ghana.
Al in oktober 2005 reisde de aankomende chief voor een jongerenuitwisseling af naar Ghana. Met een groep van 15 Surinaamse, Antilliaanse en in Nederland geboren Ghanese jongeren ging hij op zoek naar hun roots en de (historische) links tussen Suriname en de Antillen, en het hedendaagse Ghana. Tijdens deze reis bezocht de groep ook Kormantse. Dit is het gebied waar de slaven die naar Suriname en de Antillen zijn overgebracht oorspronkelijk vandaan komen. De groep werd door de bevolking met open armen 'terug in de familie' ontvangen, en tijdens de welkomstceremonie werd bekend gemaakt dat Koswal tot Development Chief zal worden gekroond.
De in Paramaribo geboren Koswal is al jarenlang betrokken bij het jongerenwerk in de Amsterdamse Bijlmer. Als één van de medeoprichters van brassband Brotherhood is hij een bekende persoonlijkheid in de buurt. Momenteel is hij werkzaam bij Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam en draagt hij de verantwoordelijkheid voor de in Amsterdam Zuidoost gevestigde afdeling van deze organisatie; Tha Spot Jongerenplaza. Mede door dit werk is hij nauw betrokken bij de grote Ghanese gemeenschap die Amsterdam rijk is.
In de toekomst zal Koswal door blijven gaan met het organiseren van projecten die zich richten op of een link hebben met Ghana. Zowel voor de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen, als voor de Ghanese gemeenschap hebben dit soort projecten positieve effecten. Het bevordert de (onderlinge) integratie van deze bevolkingsgroepen en vestigt aandacht op de ontwikkelingsproblematiek waar Kormantse en de rest van Afrika mee geconfronteerd worden.