Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Directie Juridische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

TRCJZ/2007/3817 november 2007 23 onderwerp bijlagen

voorlopige voorziening inzake wilde zwijnen Veluwe

Geachte Voorzitter,

In vervolg op mijn brief van 6 november jl. over de toepassing van de 1-op-1 methode voor populatiebeheer van wilde zwijnen op de Veluwe (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XIV, nr.
140) bericht ik u als volgt.

Op 22 november jl. heeft de voorzieningenrechter te Amsterdam uitspraak gedaan in de procedure van Stichting De Faunabescherming tegen Gedeputeerde Staten van Gelderland (GS) en tegen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De Stichting had de rechter gevraagd bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van GS en van mij in- zake de 1-op-1 methode te schorsen. Dit in afwachting van de door GS, respectievelijk mij te nemen beslissingen op de bezwaarschriften van de Stichting tegen de besluiten.

De rechter heeft het verzoek deels toegewezen en het besluit van GS geschorst tot 2 we- ken na bekendmaking van de beslissing van GS op het bezwaarschrift. Het gaat hier om de ontheffing die de daadwerkelijke toepassing van de 1-op-1 methode door de Faunabe- heereenheid Veluwe toestond. Mijn besluit, de vaststelling dat het leggen van lokvoer tot
1 april 2008 onvoldoende effectief is om het benodigde afschot anders dan door middel van de 1-op-1 methode te realiseren, heeft de rechter in stand gelaten. De rechter heeft

echter twijfels over de onderbouwing van beide besluiten. Deze twijfels betreffen de inef- fectiviteit van het leggen van lokvoer, de aannemelijkheid van schade in de gebieden waarin de 1-op-1 methode zal worden toegepast, de afwezigheid van alternatieve metho- den en de effectiviteit van de 1-op-1 methode zelf.

Het betreft geen finaal rechterlijk oordeel over de rechtmatigheid van beide besluiten, maar een rechterlijke ordemaatregel hangende de bezwaarprocedure. Het effect daarvan is wel dat voorlopig de 1-op-1 methode niet kan worden toegepast. Dat is een tegenvaller. Het kabinet wil namelijk het provinciaal bestuur in staat stellen een einde te maken aan de door de wilde zwijnen veroorzaakte verkeersonveilige situaties, economische schade en schade aan flora. Het Faunafonds heeft geconstateerd dat de huidige populatie binnen het leefgebied van de Veluwe de gewenste voorjaarsstand van 800 zwijnen verre te boven gaat en dat in de gegeven situatie de 1-op-1 methode het enige alternatief is om een gun-

stige voorjaarsstand te realiseren. Het kabinet heeft daarop besloten toepassing van de 1- op-1 methode mogelijk te maken, om aldus een uitgangssituatie te creëren die het vanaf volgend jaar mogelijk maakt met een ander maatregelenpakket het beheer in te vullen. Ik vraag Gelderland en de Faunabeheereenheid Veluwe daarvoor een plan te maken.

Ik zal - met inachtneming van de overwegingen van de rechter - zorgvuldig maar voortva- rend het bezwaarschrift van de Stichting beoordelen en daarop beslissen. Ik heb begrepen dat ook GS dat zal doen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --