datum: 23 november 2007
De voorstellen van minister Plasterk om de positie van leraren
te verbeteren zijn volgens de Algemene Onderwijsbond een flinke stap
in de goede richting. Minder te spreken is de AOb over de financiering
van de benodigde 1,15 miljard, die deels door de onderwijssector zelf
moet worden opgebracht. Daarnaast is de termijn waarop de
salarisverhogingen worden doorgevoerd â pas in 2020 zijn de
maatregelen compleet â te traag om het lerarentekort vóór te zijn.
âHet basisidee is goed, maar het design van de plannen kan nog wel wat
intelligenter. Daar willen wij de minister graag bij helpenâ, aldus
Ton Rolvink, vice-voorzitter van de Algemene Onderwijsbond.
Het kabinet heeft volgens Rolvink eindelijk begrepen dat het hoognodig
is om de lerarensalarissen fors te verbeteren. Hiermee wordt voorkomen
dat we te maken krijgen met een enorm lerarentekort en aantasting van
de kwaliteit van het onderwijs. Toch kent het voorstel een groot
aantal zwakke punten. Rolvink: âDe minister zei gisteren op het
journaal dat hij âblijâ was met de uitwerking, maar de financiering
maakt veel leraren helemaal niet blij. Zo wordt bijvoorbeeld de
ouderenregeling bapo aangepakt, wat betekent dat ouderen op termijn
meer uren per week moeten gaan werken om mee te betalen aan hun eigen
salarisverhoging. Ouderen moeten voor zichzelf een cadeautje in hun
schoen stoppen en daar blij mee zijn? Dat is toch een beetje
sinterklaas voor jezelf spelen en niet te verkopen. Je zegt ook niet
tegen defensiepersoneel dat de missie in Uruzgan wordt verlengd door
ze op hun arbeidsvoorwaarden te korten.â
De bapo-regeling is in 1997 ingevoerd om het ziekteverzuim en het
aantal wao-gevallen onder oudere docenten te verminderen. Het lijkt er
op dat de maatregel erg succesvol is: de hoogte van het ziekteverzuim
is onder ouderen met bapo lager dan ouderen zonder bapo. De instroom
in de arbeidsongeschiktheid is de laatste jaren eveneens spectaculair
gedaald, alleen is de relatie met de bapo daarbij nog niet onderzocht.
De AOb heeft ook grote moeite met de verhoging van het collegegeld.
âHet is politiek onverstandig om zoân maatregel door te voeren los van
het regeerakkoord. Iedere politicus weet dat morrelen aan de
collegegelden en studiefinanciering veel verzet oproept. Een kabinet
dat dat wil doen moet daar vooraf, in het regeerakkoord, volkomen
duidelijk over zijn en niet opeens lerarensalarissen willen verhogen
op kosten van de studenten. Dan speel je groepen tegen elkaar uit.â
Verbaasd is de AOb dat de minister nauwelijks wat doet aan de werkdruk
van leraren, naast het salaris toch een van de grootste knelpunten in
het onderwijs. Het gevaar bestaat dat de andere ongeveer 100 miljoen
die uit de onderwijsbegroting gehaald moet worden, kan mogelijk
betekenen dat leraren méér lessen moeten geven.
Ton Rolvink vindt het zwakste punt dat minister Plasterk wel grote
ambities heeft om méér leraren door te laten stromen naar hogere
salarisschalen, maar vertrouwt er nog niet op dat dat in de praktijk
ook gebeurt. âJe ziet dat werkgevers dat beschouwen als een inmenging
in hun personeelsbeleid. De minister wil wel een kwaliteitsbeleid
voeren maar heeft geen mogelijkheden om zijn zin te krijgen. Wij zien
ondertussen dat werkgevers op dat punt hun afspraken niet altijd
nakomen: het basisonderwijs krijgt nu al geld om 10 procent van het
personeel een schaal hoger te geven, maar in de praktijk gebeurt dat
slechts met 1 procent. Wij willen in elk geval keiharde afspraken met
de werkgevers of maatregelen van de minister hoeveel procent van de
leraren op elke school doorstroomt naar een hogere salarisschaal.â
Het ministerie presenteert gemiddelden hoeveel leraren er door de
maatregelen in hun salaris op vooruit gaan, boven op de normale
cao-verhoging. In de praktijk zullen er echter enorme verschillen
zijn. Jongeren profiteren van het inkorten van de salarisschalen, het
doorstromen naar hogere salarisscholen zal juist effect hebben om
mensen die meer ervaring hebben, voor ouderen is er een
bindingspremie. Rolvink: âZeker omdat de minister de tijd neemt tot
2020 voor het hele pakket, is nu onduidelijk wat de maatregelen voor
ieder individu gaat betekenen. Wat ons betreft duurt het in elk geval
te lang voordat deze inhaalslag is gerealiseerd en lopen we achter de
feiten aan als het gaat om het lerarentekort. Het tempo mag wat ons
betreft wat hoger.â
Algemene Onderwijsbond