Ministerraad
november
Meer eenheid en openheid in tuchtrecht
Persbericht | 23-11-2007
De Nederlandse tuchtrechtspraak moet meer eenheid en openheid krijgen.
Dat staat in het kabinetsstandpunt tuchtrecht, waarmee de ministerraad
op voorstel van staatssecretaris Albayrak van Justitie heeft
ingestemd. Niet alleen wordt het tuchtrecht voor de verschillende
beroepsgroepen geharmoniseerd, ook wordt het hoger beroep in het
tuchtrecht gecentraliseerd binnen de reguliere rechtspraak. Bovendien
wil het kabinet alle uitspraken op internet laten publiceren.
Het kabinet reageert met het kabinetsstandpunt op het rapport
'Beleidsuitgangspunten wettelijk geregeld tuchtrecht', dat eind 2006
is opgesteld door een werkgroep onder leiding van prof. mr. Huls. De
maatregelen uit het kabinetsstandpunt gelden voor de advocatuur, het
notariaat, de gerechtsdeurwaarders, accountants, octrooigemachtigden,
beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg, veterinairen,
loodsen en zeevarenden. Voor al deze beroepsgroepen geldt dat zij een
wettelijk geregeld tuchtrecht kennen, te zien als sluitstuk van hun
zelfregulering.
In de loop der jaren heeft de praktijk van het tuchtrecht zich in de
verschillende beroepsgroepen verschillend ontwikkeld. Het systeem en
het belang van het tuchtrecht staan wat het kabinet betreft niet ter
discussie, maar het is wel zaak dat de organisatie en toegankelijkheid
worden geharmoniseerd. Zo moet er meer eenheid komen in de
benoemingsduur en -procedures van leden van de tuchtcolleges, worden
de procesrechtelijke termijnen geharmoniseerd en dient er meer eenheid
te komen in de hoogte van de boetes die de tuchtrechters kunnen
opleggen. Deze veranderingen moeten ertoe leiden dat het tuchtrecht
zijn normstellende functie voor beroepsgroepen behoudt, maar
tegelijkertijd voor de klagers (burgers en bedrijven) toegankelijker
en begrijpelijker wordt.
Het kabinet stelt voor om alle tuchtrechtelijke uitspraken (zo
mogelijk via één website) op internet te publiceren, zoals dat nu al
gebeurt bij de reguliere rechtspraak. Dit versterkt de preventieve
werking in de richting van beroepsgenoten en versterkt de publieke
toegankelijkheid van de informatie. Dit versterkt de positie van
(potentiële) klagers. Voor de tuchtrechter, beroepsorganisaties en het
openbaar ministerie zullen ook de naam en het tuchtrechtelijk verleden
van de beroepsbeoefenaar opvraagbaar zijn. Klagers moeten ook de
mogelijkheid krijgen om bij de tuchtrechter om een schadevergoeding te
verzoeken. Het hoger beroep in tuchtrechtzaken wordt in de toekomst
ondergebracht bij de reguliere rechtspraak, zoals dat nu de situatie
is bij de meerderheid van de beroepen. Dit wordt gecentraliseerd bij
één college. Wel blijft de tuchtrechtspraak ook in hoger beroep als
zodanig herkenbaar, bijvoorbeeld door het inrichten van specifieke
kamers waarin zowel rechters als beroepsgenoten uit de beroepscolleges
zitting kunnen hebben. Het Centraal tuchtcollege voor de
gezondheidszorg wordt niet meegenomen in deze centralisering.
Op dit moment leggen de tuchtrechters uit de verschillende
beroepsgroepen nog verschillende maatregelen op. Het kabinet vindt dit
onwenselijk en stelt één maatregelencatalogus voor waaruit
tuchtrechters voortaan hun maatregel kunnen kiezen. Deze variëren van
een waarschuwing of berisping tot schorsing voor bepaalde duur of
ontzetting uit het ambt.
De voorstellen uit het kabinetsstandpunt worden uitgewerkt in een
wetsvoorstel tuchtprocesrecht waarin ook ruimte gereserveerd zal
worden voor de organisatorische aanpassingen in het tuchtrecht. Naar
verwachting zal dit wetsvoorstel in 2008 aan de Tweede Kamer worden
gezonden.