Ministerraad
november
Betere beloning, sterkere positie leraar
Persbericht | 23-11-2007
De waardering voor het leraarschap moet omhoog. Niet alleen kunnen
leraren rekenen op een betere beloning (met een sterk accent op
opleiding en prestaties) en een beter loopbaanperspectief, maar ook
zal hun positie in de school worden versterkt. Het kabinet trekt
daarvoor honderden miljoenen per jaar extra uit, oplopend tot
uiteindelijk ruim 1,1 miljard euro. De ministerraad heeft op voorstel
van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
ingestemd met het Actieplan 'Leerkracht van Nederland'.
De dekking van het plan bestaat uit de inzet van de incidentele
loonontwikkeling, de reeds eerder gereserveerde 340 miljoen euro uit
de enveloppe en een aantal relatief kleine verschuivingen in de
OCW-begroting. Daarnaast wordt het profijtbeginsel in het onderwijs
versterkt door een beperkte verhoging van het collegegeld (oplopend
met zo'n twintig euro per jaar, gedurende de komende tien jaar). Deze
verhoging wordt volledig gecompenseerd voor studenten met een
aanvullende beurs, en gaat gepaard met een aantal flankerende
maatregelen. Dit betreft onder meer het verhogen van de inkomensgrens
waar vanaf afgestudeerden moeten terugbetalen en de mogelijkheid om de
terugbetaling met vijf jaar op te schorten.
Urgent
Het lerarenplan moet zorgen voor een stevige impuls aan de kwaliteit
van het lerarenkorps en daarmee aan de kwaliteit van het onderwijs.
Met dit samenhangende, uitgebreide pakket aan maatregelen reageert het
kabinet op het advies van de Commissie Leraren (Rinnooy Kan) en het
advies van de Onderwijsraad 'Leraarschap is eigenaarschap'. Beide
adviezen hebben de ernst en urgentie van het probleem in kaart
gebracht: er dreigt een dramatisch tekort aan kwalitatief goede
leraren. Zo zal de komende jaren driekwart van de leraren in het
voortgezet onderwijs vertrekken. En ook in het primair onderwijs,
middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs dreigen de tekorten
onaanvaardbaar op te lopen, zowel voor leraren als schoolleiders. Nu
al vallen steeds vaker lessen uit, worden lessen door onbevoegde
leraren gegeven en neemt de toch al hoge werkdruk snel toe.
Prestaties
Om het tij te keren volgt het kabinet veel van de hoofdlijnen van het
advies van de Commissie Leraren. Het actieplan moet het leraarschap
weer concurrerend maken met andere beroepen, specifieke
lerarentekorten bestrijden, de uitstroom uit het onderwijs verminderen
en de kwaliteit van de lerarenopleidingen fors verbeteren. De leraar
moet als het ware weer terug op een voetstuk. Om zeker te zijn dat
deze aanpak slaagt, kiest het kabinet voor een andere mix van
maatregelen dan de commissie. Daarnaast worden extra financiële
middelen pas toegekend op basis van (tussen)resultaten. Met alle
betrokkenen in de onderwijswereld worden de komende tijd concrete
prestatieafspraken gemaakt.
Doelgericht
Het kabinet kiest niet voor een generieke salarisverhoging, maar wil
de extra middelen voor een betere beloning doelgericht en op basis van
functioneren inzetten. Zo komt er een bindingstoeslag voor goed
presterende leraren die op het maximum van hun schaal zitten, worden
in twee fasen de salarisschalen ingekort, verdwijnen de automatische
periodieken en ligt er voor leraren (voortgezet en middelbaar
beroepsonderwijs) in specifieke regio's, waar het werk extra zwaar is,
een tijdelijke toeslag in het verschiet van tussen de 5 à 10 procent.
Daarnaast krijgen schoolleiders in het basisonderwijs een
salarisverhoging van 275 euro bruto per maand.
Participatie
Het kabinet wil de participatie van leraren bevorderen. Zo wil het
kabinet toe naar een 40-urige werkweek voor leraren als standaardnorm,
op basis van vrijwilligheid. Met een daarbij passend hoger inkomen.
Het kabinet wil bovendien de participatie van oudere leraren verhogen.
Daarom wordt de ouderenregeling (bapo) vervangen, waarbij nu nog
leraren vanaf 52 jaar minder kunnen gaan werken, met deels behoud van
salaris. Die leeftijd moet stapsgewijs omhoog naar 60 jaar. Deze groep
leraren kan zo onder meer actief zijn bij begeleiding en coaching van
startende, jonge docenten.
Sterkere basis
Andere maatregelen uit het actieplan hebben betrekking op de positie
van de leraar in de school, op de lerarenopleidingen en de
professionaliteit van de school. Zo moet er een beroepsvereniging voor
leraren komen, op te richten door leraren. Deze vereniging wordt
gevraagd een privaatrechtelijk basisregister en een register voor
excellente leraren te ontwikkelen. Daarnaast komt er een gezamenlijk
platform van werkgevers en werknemers in alle sectoren van het
onderwijs, vergelijkbaar met de Stichting van de Arbeid.
Het is de ambitie van het kabinet dat de leraar weer meer met zijn vak
bezig kan zijn. Het kabinet gaat prestatieafspraken met scholen maken
over verlichting van de werkdruk van docenten en een betere verhouding
tussen lesgevende en niet-lesgevende taken. Ook komen er extra
middelen om meer conciërges aan te stellen in het basisonderwijs.
Verder kunnen leraren bij een nieuw te vormen scholingsfonds een beurs
aanvragen voor de kosten van een opleiding.
Met de lerarenopleidingen worden concrete afspraken gemaakt over het
vaststellen van gezamenlijke eindtermen en eindtoetsen. Goed onderwijs
vraagt om een sterke schoolorganisatie met goed personeelsbeleid.
Innovatie zal daarom niet alleen gericht zijn op de kwaliteit van het
onderwijs, maar voortaan ook op het terrein van organisatie en arbeid
in het onderwijs.