Bestuurlijke lus voorkomt nodeloze vertraging
Nieuwsbericht | 23-11-2007
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Eurlings van Verkeer
en Waterstaat mee ingestemd om de rechter in een aantal gevallen de
mogelijkheid te bieden een zogenoemde tussenuitspraak te doen bij
geschillen rond grote infrastructurele projecten. De Tracéwet en de
Wet ruimtelijke ordening (Wro) worden hiertoe aangepast. Als de
rechter tot het oordeel komt dat een bestreden besluit gebreken
vertoont, kan hij een tussenuitspraak doen en het bestuursorgaan in
staat stellen de geconstateerde gebreken weg te nemen. Het
bestuursorgaan kan dan het eerder genomen besluit nader motiveren of
aanpassen voordat de rechter tot zijn einduitspraak komt.
Met deze zogenoemde 'bestuurlijke lus' kan worden voorkomen dat grote
infrastructurele projecten, zoals de aanleg van wegen, nodeloos
vertraging oplopen. Tegen besluiten over dergelijke projecten wordt
vaak beroep aangetekend. De rechter is overigens niet verplicht om een
tussenuitspraak te doen. De toepassing van de bestuurlijke lus moet
naar de mening van de rechter wel een oplossing kunnen bieden om te
komen tot definitieve geschilbeslechting. De wetswijziging heeft
alleen betrekking op de beroepsprocedure voor tracébesluiten,
bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen uit de Wro.
Dit voorstel tot wetswijziging is een eerste stap in het robuuster
maken van de wetgeving zodat deze minder gevoelig is voor juridische
procedures en de daaruit voortvloeiende vertraging. De commissie
Elverding zal volgend jaar adviseren over een bredere aanpak in dit
kader.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer
Verwante informatie
* Aanleg en onderhoud wegen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat