Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk Doorkiesnummer Datum 23 november 2007

Onderwerp Kamervragen van het lid Van Raak (SP) en de
Kamervragen van de leden Vermeij en Heijnen
(PvdA)

Hierbij zend ik u mede namens de ministers van Economische Zaken en Justitie de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Raak (SP) alsmede de antwoorden op de Kamervragen van de leden Vermeij en Heijen (PvdA) over klokkenluider Ad Bos.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)

2070803980

Vragen van de leden Vermeij en Heijnen (beiden PvdA) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de deplorabele situatie van klokkenluider Bos. (Ingezonden 1 november 2007)


1
Deelt u de opvatting dat "klokkenluiden" een burgerplicht is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, deelt u tevens de mening dat schade die de klokkenluider ten gevolge van zijn handelen ondervindt tenminste gecompenseerd dient te worden?

Antwoord

Ons kenmerk

In algemene zin acht het kabinet het wenselijk dat burgers vermoedens van misstanden melden. Burgers geven hiermee actief invulling aan goed burgerschap. Het gaat dan om feiten of situaties waarbij een maatschappelijk belang in het geding is dan wel kan komen. Een vermoeden van een misstand veronderstelt ook een zekere mate van ernst van het feit of de situatie. Burgers kunnen deze vermoedens van misstanden door middel van een brief of e-mail of telefonisch bij het bevoegd gezag van de desbetreffende overheidsorganisatie kenbaar maken. Als het gaat om vermoedens van misdrijven kunnen burgers deze al langer anoniem melden bij het meldpunt van de Stichting Meld Misdaad Anoniem (M). Deze meldmogelijkheid is inmiddels ook opengesteld voor serieuze integriteitsschendingen door overheidsfunctionarissen. Het betreft hier een pilot die op 4 september 2007 is gestart. Mocht een zorgvuldig handelende klokkenluider schade lijden als gevolg van zijn melding ­ hetgeen bij anoniem melden uiteraard niet voor de hand ligt ­ dan kan de klokkenluider deze schade afhankelijk van zijn situatie terugvorderen op grond van de bestaande bepalingen in het arbeidsovereenkomstenrecht en of het algemeen verbintenissenrecht.


2.
Gelden bovenstaande overwegingen niet bij uitstek voor de heer Bos, die de bouwfraude aan het licht heeft gebracht en die zich momenteel, zoals wij op grond van berichten in de media opmaken, zowel financieel als qua huisvesting in een deplorabele situatie bevindt?

Antwoord
Het kabinet kan geen uitspraak doen over individuele situaties zoals die van de heer Bos. Wel merkt het kabinet in het algemeen op dat, indien een werknemer als gevolg van zijn melding door de werkgever zou worden benadeeld, hij zijn schade kan terugvorderen op grond van bestaande wetgeving bedoeld in de laatste alinea van het antwoord op vraag 1.


3
Bent u van mening dat `Bouwend Nederland', de koepelorganisatie van de bouwwereld, de eerst aangewezene is om de heer Bos tenminste schadeloos te stellen? Zo neen, wijkt uw mening af van de kabinetsuitspraak uit 2005 dat werkgevers ,,primair een eigen verantwoordelijkheid hebben" bij een ,,vermoeden van misstand in de onderneming"? Zo ja, bent u bereid uw persoonlijke contacten met de voorzitter van Bouwend Nederland de heer E. Brinkman aan te wenden om voor de heer Bos een passende regeling in de vorm van een schadeloosstelling en/of een betrekking te realiseren?

Antwoord
Het is niet aan het kabinet uitspraken te doen over individuele gevallen als deze en het kabinet ziet daarom ook geen aanleiding over dit individuele geval contact op te nemen met Bouwend Nederland. Dit staat los van de opvatting dat het primair aan de werkgever is een vermoeden van een misstand in zijn onderneming te onderzoeken, om vervolgens, indien komt vast te staan dat daarvan sprake is, hieraan een einde te maken.
---

Ons kenmerk


4
Bent u van zins om, indien een poging om Bouwend Nederland zijn verantwoordelijkheid te laten nemen faalt, de instelling van een klokkenluiderfonds te heroverwegen?

Antwoord
Bij brief van 5 april 2005 hebben de Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie de Tweede Kamer meegedeeld dat er onvoldoende aanleiding is voor een algemene vergoedingsregeling voor klokkenluiders of voor een klokkenluiderfonds (Kamerstukken II 2004/05, 28 244, nr. 98, blz. 8). Gelet op de bescherming die het civiele recht een (potentiële) klokkenluider biedt, is er geen noodzaak dit standpunt in heroverweging te nemen.

2070802400

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over klokkenluider Ad Bos. (Ingezonden 12 oktober 2007)


1
Hebt u kennis genomen van de tv-uitzending over klokkenluider Ad Bos? 1) Wat is uw reactie op het feit dat Ad Bos noodgedwongen zijn huis heeft moeten verkopen en nu met zijn vrouw en kind in een camper moet leven?


2
Deelt u de conclusie dat de overheid slordig is omgesprongen met een belangrijke klokkenluider? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid met Ad Bos in gesprek te gaan over een mogelijke schadeloosstelling?

Antwoorden 1 en 2
De bedoelde tv-uitzending is mij bekend.

De conclusie dat mede gelet op de huidige omstandigheden van de heer Bos de overheid slordig is omgesprongen met (de informatie van) de heer Bos delen wij niet. De overheid heeft de melding van de heer Bos en de door hem verstrekte informatie serieus genomen en daar ook terdege gebruik van gemaakt. De aanleiding voor het strafrechtelijk onderzoek naar de bouwfraude is begonnen met de schaduwboekhouding van een bouwbedrijf,
---

Ons kenmerk

die door de heer Bos - uiteindelijk om niet - aan Justitie is overhandigd. Daarmee heeft de heer Bos de bouwfraude aan het licht gebracht, waarin hij zelf overigens ook een (strafrechtelijk relevante) rol heeft gespeeld. Op dit moment worden in hoger beroep nog een aantal strafzaken in het kader van de bouwfraude behandeld.
Bemoeienis met de vraag van eventuele schadeloosstelling in een individueel geval, zoals dat van de heer Bos, behoort echter niet tot de taak van het kabinet.

3
Deelt u de mening dat klokkenluiders de samenleving veel geld kunnen besparen doordat misstanden eerder kunnen worden ontdekt en aangepakt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat er best een financiële tegemoetkoming voor klokkenluiders tegenover mag staan, indien zij door juridische procedures in financiële problemen komen?

Antwoord
Het kabinet deelt de opvatting dat klokkenluiders die op zorgvuldige wijze handelen in beginsel een belangrijke bijdrage kunnen leveren ter ondersteuning van het opheffen van misstanden en de opsporing van strafbare feiten. Of van een belangrijke bijdrage in een concreet geval ook werkelijk sprake is, hangt af van de waarde die de door de klokkenluider verstrekte informatie heeft als bewijsmateriaal voor de betrokken opsporingsinstantie. Voor de kosten van juridische procedures kunnen klokkenluiders van dezelfde voorzieningen gebruik maken als andere justitiabelen die juridische procedures starten. De rechtzoekende klokkenluider heeft, evenals iedere andere rechtzoekende, recht op een toevoeging in het kader van de Wet op de rechtsbijstand, als hij valt binnen de door deze wet gestelde inkomens- vermogensgrenzen. Hij heeft dan recht op gesubsidieerde rechtsbijstand ongeacht of hij eiser of gedaagde is. De in deze wet gestelde grenzen gelden voor een ieder. De in het kader van de Wet op de rechtsbijstand verleende toevoeging geldt, in geval van een procedure, voor de behandeling daarvan in één instantie (art. 32 Wet op de rechtsbijstand). Dit betekent dat een rechtzoekende, die aanvankelijk niet in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand, bij een procedure in een volgende instantie daarvoor wel in aanmerking kan komen indien inmiddels zijn financiële draagkracht is gewijzigd en hij voldoet aan de wettelijke criteria. Het omgekeerde kan zich ook voordoen. Ook is het mogelijk dat een rechtzoekende via een rechtsbijstandsverzekering beroep kan doen op rechtsbijstand. Op grond van artikel 237 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering wordt de partij, die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, veroordeeld in de kosten. Dat biedt de mogelijkheid voor een rechtzoekende klokkenluider om de door hem terzake van een procedure gemaakte kosten gecompenseerd te krijgen.


4
Deelt u de mening dat zonder mensen als Ad Bos misstanden moeilijker of niet boven water komen? Deelt u de zorg dat de overheid op deze manier een verkeerd signaal afgeeft en klokkenluiders ontmoedigt door hen geen bescherming te bieden? Zo ja, wat gaat u doen om
---

Ons kenmerk

klokkenluiders beter te beschermen? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid om een fonds voor klokkenluiders in te richten?

Antwoord
In het algemeen is het van belang dat er zorgvuldig met klokkenluiders wordt omgegaan. Voorkomen moet worden dat potentiële klokkenluiders uiteindelijk terugdeinzen om bepaalde misstanden aan de kaak te stellen. Het is niet zo dat het Nederlandse rechtstelsel klokkenluiders geen bescherming biedt. Het Nederlandse arbeidsovereenkomstenrecht en het algemene verbintenissenrecht bevatten verschillende bepalingen waaraan een zorgvuldig handelende klokkenluider bescherming kan ontlenen tegen benadeling of (financiële) schade. Behalve de arbeidsrechtelijke bescherming kan een klokkenluider via de civiele rechter een verbod vorderen tot het staken van benadelende handelingen en via een actie uit onrechtmatige daad eventuele geleden schade verhalen op zijn (ex-)werkgever. Voor een apart schadefonds of een specifieke vergoedingsregeling voor klokkenluiders bestaat naast de reguliere bescherming die het civiele recht een (potentiële) klokkenluider biedt, geen aanleiding (Kamerstukken II, 2004-05, 28 244, nr. 98, blz. 8).


1) EénVandaag, 10 oktober 2007


---