Uitreiking Schilthuispenning
Toespraak | 21-11-2007 | Den Haag | Staatssecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Hartelijk welkom bij de uitreiking van de Schilthuispenning. Een
bijzonder hartelijk welkom ook voor de heer Van Hall en zijn
gezelschap. Mijnheer Van Hall, voordat ik u de Schilthuispenning
overhandig maak ik graag van de gelegenheid gebruik een paar woorden
tot u en de andere aanwezigen te richten.
Het is vandaag de veertiende keer dat de Schilthuispenning wordt
uitgereikt. De penning is begin jaren 80 in het leven geroepen om de
belangstelling voor het waterschapsrecht te vergroten - met name
vanuit de wetenschappelijke hoek. U, mijnheer Van Hall, heeft daar
aantoonbaar aan bijgedragen.
Als hoogleraar waterstaats- en waterschapsrecht aan de Universiteit
Utrecht heeft u vele studenten weten te boeien. Daarnaast heeft u in
die hoedanigheid talloze columns - bijvoorbeeld in de Staatscourant -
en annotaties bij gerechtelijke uitspraken voortgebracht. Opvallend is
dat u al in een vroeg stadium de samenhang tussen water en aanpalende
gebieden zoals ruimtelijke ordening en natuurbeheer onder de aandacht
bracht. Daarmee heeft u laten zien dat u een man met visie bent.
U bent niet alleen een man met visie, maar ook iemand die - zo staat
in de bundel die u in januari is aangeboden bij uw vertrek als
hoogleraar - dynamisch, nuchter en empathisch is. Deze eigenschappen
komen en kwamen tot uiting in uw werk als voorzitter van de
onafhankelijke adviescommissie voor de waterstaatswetgeving, de CAW.
Mede dankzij uw optreden is de waardering voor de CAW erg groot. U
bent bij uitstek iemand die de samenhang tussen de diverse thema's
goed overziet, verbanden legt en de leden van de commissie inspireert
en enthousiasmeert.
Verlegen bent u trouwens niet. U bent niet bang uw mening te laten
horen en daarbij af en toe een prikkelende stelling te betrekken. Zo
heeft u zich - al ruim voordat er sprake was van een wetsvoorstel
Waterwet - uitgesproken voor `water als ordenend principe'. U schrok
er niet voor terug om eraan toe te voegen dat het binnenlands bestuur
dan wel flink op de schop zou moeten. Waterschappen zouden meer
ingericht moeten worden naar stroomgebieden en provincies zouden
moeten opgaan in landsdelen.
U weet waar u het over heeft. Jarenlang was u secretaris van een
waterschap en sinds 2000 bent u dijkgraaf bij een ander waterschap.
Ook in de Unie van Waterschappen speelt u een vooraanstaande rol. Mede
door uw ervaring bij waterschappen bent u iemand die het
wetenschappelijke en het praktische in zich verenigt. U kent de
praktijk van de laarzen in de modder zogezegd. U bent zich bewust van
de vele belangen die spelen bij besluitvorming, en weet door uw
praktijkervaring te relativeren.
U realiseert zich dat de Nederlandse traditie bij besluitvorming er
vaak een is van, zoals u dat zelf formuleert, de `drie c's':
consultatie, compromis en consensus. In uw publicaties en ook in uw
manier van doen geeft u er blijk van daar doorheen te willen breken.
Al realiseert u zich als bestuurder van de praktijk ook goed dat we
niet te ver kunnen afdwalen van onze leef-, woon- en werkcultuur en de
Nederlandse tradities.
Naast een man van respect voor de traditie van het water bent u iemand
die nieuwe ontwikkelingen integreert in zijn beeld en deze ook volop
wil meenemen. U heeft er meerdere malen voor gepleit burgers en
maatschappelijke organisaties goed bij besluitvorming te betrekken.
Bestuurders moeten volgens u een open houding naar de samenleving te
hebben, in gesprek te gaan en vooral ook luisteren. `Argumenteer en
luister en neem daarna je verantwoordelijkheid', is uw credo. U bent
dan ook iemand die echt opleeft in het debat, zoals veel van uw
studenten kunnen bevestigen.
Naast uw werkzaamheden als dijkgraaf, publicist en annotator bent u op
maatschappelijk terrein ook verder zeer actief: zo bent u commissaris
bij een provinciaal waterbedrijf, maakte u deel uit van de commissie
die een `quick scan' uitvoerde op de dijkdoorbraak in Wilnis, bent u
bestuurslid van Natuurmonumenten en voorzitter van een provinciale
landinrichtingscommissie.
In uw publicaties laat u er geen misverstand over bestaan: u bent een
man van idealen en verhalen. Uw artikelen eindigen steevast in een
duidelijke aanbeveling. Ook al zal niet iedereen altijd uw conclusies
of uw tempo delen, uw bijdragen in woord en geschrift hebben de
belangstelling het waterstaatsrecht enorm bevorderd. Mede door u is
het waterrecht sterk in beweging.
Dames en heren, mr. Van Hall:
De Schilthuispenning is oorspronkelijk bedoeld voor mensen of
organisaties die zich verdienstelijk hebben gemaakt op het `natte' of
het `droge' waterstaatsrecht. Het `droge' waterstaatsrecht ontwikkelt
zich steeds verder als een apart rechtsterrein, terwijl het `natte'
waterstaatsrecht steeds meer verweven wordt met aanpalende
rechtsterreinen, zoals het omgevingsrecht. Bovendien wordt ook de
internationale rechtssfeer steeds belangrijker. Dit willen we bij de
toekenning van de Schilthuispenning voortaan nadrukkelijker tot uiting
brengen.
Juist door de samenhang tussen het waterrecht en deze aanpalende
terreinen te laten zien heeft u, mr. Van Hall, uw sporen verdiend. Dat
was voor mij reden genoeg om u op voorspraak van de adviescommissie
met de Schilthuispenning 2007 te belonen.
Dan nodig ik u nu graag uit naar voren te komen zodat ik u de penning
en de beschikking kan overhandigen.
Dank u wel.
Verwante onderwerpen
* Staatssecretaris
Ministerie van Verkeer en Waterstaat