Persbericht Wageningen UR, nr 089, 21 november 2007
Science-embargo tot donderdag 22 november 20.00 uur
Uitdaging voor het visserijbeheer
Vissoorten veranderen onder invloed van visserij
De druk die de visserij uitoefent op vissoorten in zee leidt tot evolutionaire veranderingen in de soorten. Vissoorten groeien trager, zijn eerder geslachtsrijp, worden minder groot en spannen zich meer in om zich voort te planten. Dit heeft een negatief effect op de productie. Ook vermindert de diversiteit binnen de soort. Het visserijbeleid dat tot nu toe uitgaat van statische referentiepunten om bijvoorbeeld vangsten te quoteren zal met evolutionaire effecten rekening moeten houden. Dat concludeert een internationaal team van dertien Europese visserijinstituten, waaronder Wageningen IMARES, in een artikel in Science van 23 november.
Visserij is de belangrijkste oorzaak van sterfte onder populaties zeevis, zoals kabeljauw, schol, zalm, schelvis en tong. De mortaliteit kan tot 400 % hoger zijn dan in natuurlijke situaties. Door visserij hebben exemplaren die klein van stuk zijn meer overlevingskansen. Ook dieren die op jeugdiger leeftijd geslachtsrijp zijn, hebben meer kans om zich voort te planten. De vrijwel onomkeerbare veranderingen worden via overerving op een volgende generatie vissen overgedragen.
De geconstateerde evolutie voltrekt zich over tijdsspannen van enkele decennia en verloopt veel sneller dan wetenschappers eerder dachten. De gevolgen tekenen zich niet alleen af voor de populatieomvang en geleidelijk dalende veerkracht van de visbestanden, maar ook voor interacties tussen soorten in het ecosysteem. Daarnaast zijn er gevolgen voor de opbrengsten van de visserij.
Beleid
Het onderzoekersteam uit negen landen pleit er voor om het visserijbeleid op de geconstateerde ontwikkelingen aan te passen. Hoewel duurzame visserij uitgaat van opbrengsten die de soort niet bedreigen, zou het beheer rekening moeten gaan houden met de effecten van de evolutionaire veranderingen op de veranderende opbrengst voor de visserij en de effecten op de voedselketens en het aanpassingsvermogen op klimaatveranderingen en andere natuurlijke fluctuaties.
Het Nederlandse onderzoek, uitgevoerd aan Wageningen IMARES, onderdeel van Wageningen UR, en gefinancierd door het ministerie van LNV (Kennisbasis WOT) en de EU (Marie Curie Netwerk FishACE), concentreerde zich op schol en tong in de Noordzee.