Gemeente Boxmeer



(22-11-2007) Druk bezochte informatieavond LOG Haps-Rijkevoort

Het ontwikkelingsplan voor het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Haps-Rijkevoort stond maandag 19 november centraal tijdens een informatieavond van de gemeenten Boxmeer en Cuijk. De ruim 100 belangstellenden kregen informatie over het in de maak zijnde ontwikkelingsplan voor het LOG. En over de deelonderwerpen die de input vormen voor dit plan, zoals de geurverordening en het beeldkwaliteitsplan.

Het LOG Haps-Rijkevoort is definitief aangewezen door de Provincie Noord-Brabant en bekrachtigd door de Raad van State. Het is dus een feit. Dat bevestigde wethouder Hermien van den Brand van de gemeente Boxmeer nog eens duidelijk tijdens de informatiebijeenkomst. "Maar we willen wel een duidelijke regie voeren over de inrichting van het gebied", aldus de wethouder. "Doordat het gebied aangewezen is als LOG kunnen er nu al intensieve agrarische bedrijven een aanvraag indienen voor uitbreiding of nieuwvestiging. We willen als gemeente echter duidelijk aan het stuur zitten en bepalen welke bedrijven er komen, hoe ze er uit gaan zien, welke technieken ze gaan toepassen om de stank te reduceren en welke maatregelen ze treffen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing." Wethouder Blokland van de gemeente Cuijk beaamt dit: "Vandaar dat de gemeenten Cuijk en Boxmeer samenwerken aan een ontwikkelingsplan voor het LOG om deze regie te kunnen voeren."

Landbouwontwikkelingsgebieden
Het LOG Haps-Rijkevoort maakt deel uit van de reconstructie van het buitengebied. Een belangrijk onderdeel van het reconstructieproces is integrale zonering. Dit betekent dat het hele buitengebied wordt opgedeeld in drie zones: landbouwontwikkelingsgebieden, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden. LOG's zijn bestemd voor landbouw en veehouderij. Hier krijgt de intensieve veehouderij de kans zich te ontwikkelen. In extensiveringsgebieden krijgt de natuur de ruimte. Een verwevingsgebied is een mengeling van deze twee gebieden, met kansen voor landbouw, wonen, natuur, landschap en recreatie en toerisme. Door intensieve veehouderijen, die op vervelende plaatsen zitten (dicht tegen een woonkern of natuurgebied), te verplaatsen naar een LOG worden bovendien lokale knelpunten opgelost.

Ontwikkelingplan en geurverordening
Dat het ontwikkelingsplan voor het LOG en de nieuw op te stellen geurverordeningen van de gemeenten sterk samenhangen werd helder uitgelegd door Raymond Derks van het RMB. "Elk agrarisch bedrijf produceert een hoeveelheid geur, uitgedrukt in Odour-units", aldus Derks. "De uitstoot van de bedrijven tezamen, geprojecteerd op geurgevoelige objecten als woonkernen en natuurgebieden bepalen hoeveel geur er geproduceerd mag worden door de bedrijven." Door de colleges van de gemeenten Cuijk en Boxmeer is gekozen voor een voorkeursscenario waarin ruimte wordt gegeven aan de ontwikkeling van de agrarische bedrijven, maar dat ook leidt tot een acceptabel leefmilieu in het buitengebied. De geurverordeningen moeten vastgesteld worden door de gemeenteraden, waarna ze ter inzage komen. Dit zal in de gemeente Boxmeer en Cuijk respectievelijk in de maanden januari en februari 2008 zijn. Na de inspraakperiode zullen de gemeenteraden in maart/april een raadsbesluit moeten nemen over de verordeningen.

Beeldkwaliteit
Naast geur bepaalt ook de beeldkwaliteit de inrichting van het LOG. Door het opstellen van beeldkwaliteitsplannen geven de beide gemeenten hier richting aan. Ook de agrarische sector zelf vindt dit een belangrijk onderwerp. ZLTO-bestuurder Peter Brouwers: "Om te kunnen concurreren op de Europese markt zijn agrarische bedrijven genoodzaakt om groter te worden. Het milieu is gebaat bij de dynamiek die dit voor onze sector meebrengt. Immers, bedrijven die ontwikkelen kunnen investeren in beeldkwaliteit, stank reducerende technieken en inpassing in het landschap. Maatschappelijke acceptatie is voor ZLTO en voor de agrarische ondernemers erg belangrijk."