Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Den Haag Ons kenmerk

22 november 2007 MLB/JBZ/2007/48.565

Onderwerp Bijlage(n) Toezending brief Commissariaat voor de Media 1 over moslimzendtijd

Tijdens het vragenuur op 16 oktober 2007 stelde een aantal leden van de Tweede Kamer vragen over het bericht dat radicale moslims de dienst uitmaken bij de Nederlandse Moslim Omroep. Naar aanleiding daarvan stuur ik u, zoals toegezegd, een brief van het Commissariaat voor de Media van 19 november jl. over moslimzendtijd. De brief gaat uitvoerig in op het wettelijk kader, de voorgeschiedenis en de huidige stand van zaken van de zendtijdtoewijzing aan de Stichting Verzorging Islamitische Zendtijd (SVIZ). De SVIZ is opgericht om de zendmachtiging te beheren en de toegewezen zendtijd in twee gelijke delen te verdelen over de omroepbedrijven van de Nederlandse Moslim Raad (NMR) en het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO). Die omroepbedrijven zijn de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) en de Nederlandse Islamitische Omroep (NIO).

De brief vermeldt ook dat het Commissariaat voor de Media na het vragenuur van 16 oktober 2007 nog contact heeft gehad met de AIVD. De AIVD gaf bij die gelegenheid aan dat uit niets blijkt dat de personen en organisaties die verbonden zijn aan de NMR en het CMO een gevaar voor de nationale veiligheid zouden opleveren. Volgens de AIVD zijn er ook geen ernstige vermoedens die een diepgravend onderzoek naar die personen of instellingen zouden rechtvaardigen.

In dit verband is verder van belang dat een uitzending van NOVA op 11 oktober jl. de directe aanleiding vormde voor de hiervoor bedoelde vragen. Daarin werd gesteld dat een bestuurslid van de NMR nauwe banden onderhoudt met de Moslim Broederschap. Deze uitzending was voor een deel gebaseerd op een artikel in het dagblad De Telegraaf van 4 augustus 2007. Op 18 oktober 2007 (dus eveneens nadat het hiervoor bedoelde vragenuur plaatsvond) besliste de voorzieningenrechter van de Amsterdamse rechtbank dat De Telegraaf dit artikel moet rectificeren. Volgens de rechter heeft De Telegraaf op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat het desbetreffende bestuurslid of de organisaties waarvan

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

MLB/JBZ/2007/48.565

hij deel uitmaakt volgens inlichtingendiensten nauwe banden hebben met de Moslim Broederschap zoals in het artikel te lezen viel1. Ook door NOVA werd een rectificatie uitgezonden en op de website (htttp://www.novatv.nl) geplaatst waarin werd verwezen naar deze rechterlijke uitspraak. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


1 Rechtbank Amsterdam, vonnis in kort geding van 18 oktober 2007 (zaaknummer/rolnummer: 378776 / KG ZA 07 -
1700 OdC/MB)